null Beeld Photo News
Beeld Photo News

tenoren voor tokioPaulien couckuyt

‘Vaak denk ik op training: dit kan toch niet goed zijn voor een mensenlichaam?’

De sterren staan goed voor Paulien Couckuyt (24), ze fonkelen zelfs hoogst amicaal: twee jaar geleden werd ze Europees beloftenkampioene op de 400 meter horden, en net nog evenaarde ze op die afstand het 25 jaar oude Belgisch record van Ann Mercken. En dus is Couckuyt niet gewoon naar Tokio vertrokken om zich er te vergapen aan het Keizerlijk Paleis. ‘Ik spring gewoon graag over dingen, ook in het dagelijks leven.’

Jeroen Maris

PAULIEN COUCKUYT «Ik vind het fijn als atleten niet flauw doen over hun ambitie. En dus zeg ik: ik wil op de Spelen de halve finale van de 400 meter horden halen. Sterf ik in de reeksen, dan zal ik ontgoocheld zijn.»

HUMO Nu je helemaal hersteld bent van een rugblessure, is je enige overgebleven zorg de keuze voor een bepaald passenschema. Leg eens uit?

COUCKUYT «Hordelopen is ook altijd een klein beetje wiskunde: je bepaalt vooraf hoeveel passen je zet tussen twee horden, en dus ook met welk been je zo’n horde eerst neemt. Ik had een goed ritme waarmee ik de Olympische limiet heb gelopen en het Belgisch record heb geëvenaard. Maar om in Tokio écht te vlammen en de race van mijn leven te lopen, moet er tussen de horden telkens nog één pas uit.»

HUMO Er is nog een tweede ambitie: een nieuw Belgisch record lopen. Zal dat sowieso nodig zijn om de halve finale halen?

COUCKUYT «Niet per se. Een lage 55 (ze bedoelt een tijd van 55 seconden en een klein aantal honderdsten, red.) moet normaal gezien volstaan. Daar ben ik blij om, want dat scheelt toch wat qua druk. Dan wil ik in de halve finale een zotte race lopen, en dat Belgisch record aanvallen.»

HUMO In juni evenaarde je in Genève de besttijd van Ann Mercken uit 1996: 54.95.

COUCKUYT «Toen ik even later in Heusden-Zolder een wedstrijd liep, kwam Ann me feliciteren. Dat vond ik fijn, want het is toch echt iets bijzonders, zo’n Belgisch record delen.»

HUMO Maar je wilt het dus scherper stellen – daar zit ze allicht niet op te wachten.

COUCKUYT «Dat weet ik nog niet zo zeker. Een record doorgeven gaat gepaard met tegenstrijdige gevoelens. Zo heeft Kim Gevaert het me eens uitgelegd: je treurt een beetje omdat je het kwijt bent, maar je bent tegelijk ook opgelucht. Je bent blij dat je je niet elke wedstrijd weer moet afvragen óf je record verbroken zal worden. En het is een mooie gedachte dat de geschiedenis van je sport niet bij jou stopt. Toen Elise Vanderelst begin deze maand het Belgisch record van Anne-Marie Van Nuffel op de 1.000 meter verbrak, reageerde Anne-Marie ook zo: ze was opgelucht dat ze het niet zou meenemen in haar graf. Dat ze weet wie haar opvolgster is.»

HUMO Je behoort ook tot de poule van de Belgian Cheetahs, het 4x400 meter-team. Staat het al vast dat je aan de start komt?

COUCKUYT «We zijn met zeven atletes voor vier plaatsen. Meestal bepaalt Carole Bam, onze coach, een dag op voorhand wie in het team zit. Dat hangt af van de vorm, de omstandigheden en de resultaten in de individuele nummers. Helemaal zeker is het dus nog niet, maar normaal gezien kom ik in actie.»

HUMO De Cheetahs worden onder meer begeleid door Ellen Schouppe, een mental coach. Wat brengt zij je bij?

COUCKUYT «Haar sessies zijn elke keer weer nuttig, zelfs als je niet met iets specifieks worstelt. Je leert jezelf beter kennen. Voor mij geldt bijvoorbeeld dat mijn wedstrijd altijd een uitvloeisel is van hoe ik in m’n vel zit. Ik kan dat vrij nauwkeurig voorspellen: als de hemel klaar is, als ik helemaal vrij ben van zorgen, dan wéét ik dat ik een goeie wedstrijd zal lopen. Maar omgekeerd geldt ook: als er iets aan me vreet, wordt het niets.»

HUMO Ben je dan niet bang dat in Tokio iets stoms grote gevolgen zal hebben? Ik zeg maar wat: een clubje balorige muggen dat je in de nacht voor een wedstrijd uit je slaap houdt?

COUCKUYT «Sowieso zal er wel íéts onverwachts gebeuren. Maar ik heb intussen geleerd om de baas te zijn van mijn eigen gedachten. Als die muggen rond mijn hoofd komen zoemen, zal ik denken aan mijn goeie voorbereiding, en mezelf inprenten dat één mindere nacht heus niet het verschil zal maken. Doemdenken is vernietigend. Zonder angst aan de start staan: dát is cruciaal.»

HUMO Je won het tweede seizoen van ‘De Container Cup’, het fijne televisieprogramma met Pedro Elias en Wesley Sonck. Daarin maakte je een heel opgeruimde indruk: argeloos, vrolijk, gulzig.

COUCKUYT «Leuk dat je dat opmerkt, want het is helemaal wie ik ben. Plezier maken is geen opdracht voor mij: ik vind het leven een prachtig spel. Ik hoop dat ik dat stukje frivoliteit altijd zal kunnen bewaren, dat ik me altijd zal blijven amuseren op de piste.

»In 2019 werd ik Europees kampioene. Ik was euforisch, maar tegelijk dacht ik: oei, vanaf nu is het menens en moet ik het serieus aanpakken. Ik heb mezelf daar toen helemaal in verloren. Tot mijn psychologe zei: ‘Dit ben jij niet meer, Paulien. Je hoeft helemaal niet te veranderen: maak gewoon plezier.’ En ze had gelijk. Zelfverloochening leidt nooit tot iets goeds.

»Voor mij was het een goeie zaak dat de Spelen met een jaar uitgesteld werden. Want in 2020 was ik dus even niet de meest ontspannen, vrolijke versie van mezelf.»

HUMO Met Rudi Diels heb je een topcoach: hij begeleidde Kim Gevaert en Elodie Ouedraogo naar hun grootste successen.

COUCKUYT «Van die ervaring maak ik gretig gebruik. Rudi weet hoe een groot kampioenschap verloopt, waar de kansen liggen, en waar de valkuilen. En hij heeft ontzettend veel mensenkennis. Ik hoef mezelf niet voortdurend uit te leggen: hij voelt me perfect aan.

»Ik hengel weleens naar verhalen over zijn tijd met Kim en Elodie. En eigenlijk is dat zelfs niet nodig, want Rudi is een gretige verteller (lacht). Hij is heel trots op wat hij bereikt heeft – en terecht, natuurlijk.

»Kim was trouwens mijn eerste echte idool. Ze was de eerste die doorstootte naar de wereldtop, en gouden medailles won. En, belangrijker nog: ze deed dat met een heel open, vrolijke persoonlijkheid. Ze genóót. Kim toonde dat plezier maken en ver raken elkaar helemaal niet uitsluiten. Ik was erbij toen ze in 2008 – ik was 11 – afscheid nam op de Memorial Van Damme. Ik dacht: néé, niet weggaan! Blijven lopen, Kim! (lacht)»

HUMO Wanneer wist je zelf: ik ben een loper?

COUCKUYT «Dat ik talent heb, werd al in de lagere school duidelijk. Maar dat het écht iets kon worden, besefte ik pas twee jaar geleden. Voordien was het natuurlijk wel een droom om ooit naar de Olympische Spelen te gaan, maar dat was toch meer een ver, abstract verlangen. Maar toen ik twee jaar geleden de limiet liep voor het wereldkampioenschap in Doha, besefte ik: dan kunnen de Spelen óók. En nu het zover is, flitst de opwinding door mijn lichaam: ik ben een olympiër!»

HUMO Waarin schuilt voor jou de schoonheid van het hordelopen?

COUCKUYT «Als kind deed ik eerst de meerkamp, om alles eens uit te proberen. Op de foto’s uit die tijd zie je me altijd stralen tijdens het hordelopen. Ik hou zo van die springbeweging. Ik merk dat ik ze ook in m’n dagelijks leven vaak toepas. Ik spring gewoon graag over dingen (lacht).

»Tien horden zijn tien doelen. Dat vind ik fijn: in nauwelijks 400 meter en amper 55 seconden moet ik tien doelen bereiken. Als dat lukt, is de voldoening immens. Want daar doe ik het voor, niet voor de inspanning op zich. Ik ben geen masochist, nee, ik geniet niet van de pijn. Vaak denk ik op training: dit kan toch niet goed zijn voor een mensenlichaam?»

HUMO Een langeafstandsloper is aan jou dus niet verloren gegaan?

COUCKUYT «O nee. Nog los van het feit dat ik daar niet het juiste type spieren voor heb: de lange afstand strookt niet met mijn karakter. Als ik in de winter op training kilometers moet maken om een goeie basisconditie op te bouwen, doe ik dat het liefst in groep. In m’n eentje lange tijd hetzelfde tempo lopen, dat vind ik verschrikkelijk. (Denkt na) Een langeafstandsloper is wat meer een eenling, geloof ik. Ik ben net het omgekeerde: ik hou van snel, hard en heftig. Van het wedstrijdje, van de kicks. En zo is het ook in de rest van mijn leven. Als kind wilde ik in alles de beste zijn. Ook op school: ik leerde niet om gewoon te slagen, wel om een tien te halen. Ik was een strebertje dat altijd bezig was. Dat is nog altijd zo: ik wil niet langzaam leven, wel van het ene naar het andere huppen.»

HUMO Dan suggereer ik: van een halve finale naar een Belgisch record. Veel succes in Tokio!

De Olympische Spelen starten aanstaande vrijdag

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234