Van Morrison - Keep it Simple
Wie een plaat van Van Morrison koopt, weet wat te verwachten: een beschaafde, degelijk uitgevoerde mengeling van soul, folk en blues, afgewerkt met een fluim gospel en een handje pure poëzie. 'Keep It Simple' is meer van hetzelfde.
Is dat erg? Niet echt. Alleen wasmiddelen blijven zichzelf eeuwig vernieuwen, en wie platen als 'Astral Weeks' en 'Veedon Fleece' op zijn curriculum mag bijschrijven, heeft meer dan genoeg goeds gedaan voor de mensheid.
'Keep It Simple' is zeker geen slechte plaat. De titel indachtig heeft Van het strijkensemble en de blazerssectie op vakantie gestuurd - die wilden op vroeger werk nogal eens het geluid dichtmetselen. Hij haalt wel zijn eigen sax van stal: het geeft de songs ademruimte. Geen kwaad woord verder over de kwaliteit van die nummers - menig singer-songwriter zou er stikjaloers op zijn - maar ze drijven wel erg op routine: we hebben zo'n vermoeden dat Van dit soort werkjes op eenvoudig verzoek tussen de soep en de aardappelen schrijft. Springen er desondanks gunstig uit: de zompige opener 'How Can a Poor Boy?', het norse 'School of Hard Knocks', de onomwonden romantiek van 'Lover Come Back' en het met een streepje zelfspot verluchte 'Don't Go to Nightclubs Anymore'. Hadden van de tracklist mogen worden geweerd: het folky 'Song of Home', dat de melodie van 'Mull of Kintyre' volgt, godbetert, en 'Behind the Ritual', dat poogt een benevelde geest te verbeelden maar verzuipt in zijn eigen saaiheid.
Onze Keltische brompot zal het wel een slecht idee vinden, maar hij zou zijn volgende plaat eens door Rick Rubin moeten laten producen. Of waarom niet Admiral Freebee?
Toptrack: 'Lover Come Back'