Van Rossem op de Boekenbeurs
Vandaag opent de Boekenbeurs voor de laatste keer dit jaar zijn deuren. Lang zag het er naar uit dat Jean-Pierre Van Rossem er door een conflict met zijn uitgeverij niet bij zou zijn, maar de kortgedingrechter besliste gisteren in extremis dat de weigering van Uitgeverij Lampedaire om hem te laten signeren onterecht was. Enkele jaren geleden signeerde misdaadauteur Stan Lauryssens een hele week naast Van Rossem op de stand van Van Halewijck. Hij schreef een reconstructie.
Boekenbeurs, Zaal 3, enkele jaren geleden, op de stand van Uitgeverij Van Halewyck. Jean-Pierre Van Rossem drentelt verloren tussen de boeken, alsof hij met zichzelf geen blijf weet. Hij draagt een zwarte leren jas die twee maten te groot is, een wit T-shirt dat als een laken om zijn lijf hangt en een smalle zwarte broek. Het lijkt alsof hij op stelten loopt. Zuchtend zet hij zich achter de signeertafel. Wanneer hij neerzit, lijkt hij dikker dan wanneer hij rechtop staat. Zijn buik valt over de rand van zijn broek. Hij kettingrookt en speelt nerveus met een aansteker. Voor hem op tafel liggen drie aangebroken pakjes sigaretten van Belga, vodjes en papiertjes, een soort zakagenda en vijftig exemplaren van zijn Gevangenisdagboek. Hij slaat de sigarettenas van zijn brede buik. Ik ga naast hem zitten en schud Van Rossem de hand.
'Ik geloof niets van al wat jij in je boeken schrijft,' zegt hij.
'Waarom niet?'
'Omdat ik het niet geloof.'
Naast het Gevangenisdagboek ligt een langwerpig boekje getiteld Vrouwen (2609).
Van Rossem wijst naar een halfontklede vrouw op de cover van het boekje en zegt: 'Dit is een mannequin uit Parijs.'
'Wat betekenen die (2609) in de titel?' vraag ik.
'Dat is het aantal vrouwen die ik in het boudoir heb geneukt,' zegt Van Rossem.
Hij steekt een verse sigaret op en drinkt om beurten cola en fruitsap van Oxfam.
Zijn Gevangenisdagboek is een bestseller. Van Rossem signeert zonder opkijken.
'Voor wie is 't?'
'Voor mij.'
'Wie zijt gij?'
'Arthur.'
'Arthur. Zoals de zoon van Hugo Claus,' zegt Van Rossem en schrijft op de titelpagina: "Voor Arthur. En dat hij schijt mag hebben aan autoriteit", gevolgd door een dramatische handtekening over de helft van de pagina, "Jean-Pierre Van Rossem", met felle haken en strepen.
Terwijl hij signeert, eet Van Rossem drie hotdogs met ketchup en rookt twee pakjes Belga. Telkens wanneer hij een boek verkoopt, zet hij een streepje in zijn zakagenda. Om het kwartier telt hij zijn streepjes. '198 boeken verkocht vandaag,' zegt hij. 'Nog twee en ik zit aan tweehonderd streepjes. In 19t90 verkocht ik 9000 boeken op de stand van Houtekiet. Nooit eerder gebeurd. Heel de Boekenbeurs stond op haar kop.'
Standaard Uitgeverij: Stan Lauryssensstanlauryssens.be
Van Rossem op de Boekenbeurs (2)
André Van Halewyck lacht. 'Tegen mij blufte Jean-Pierre dat hij 9000 boeken had verkocht,' zegt hij. 'Voor de rol checkte ik bij Veerle Weverbergh van Houtekiet. In werkelijkheid verkocht hij 1800 boeken. Je moet het toch maar doen, 1800 boeken. Dat is een volledige druk in één keer de deur uit. Geen drie auteurs in Vlaanderen zijn daartoe in staat.'
Van Halewyck bevestigt dat hij met Jean-Pierre Van Rossem een bijzondere financiële regeling trof: voor ieder boek dat Van Rossem op de Boekenbeurs verkoopt, krijgt hij een royalty van 40 procent in plaats van de contractuele 10 tot 12 procent.
Van Rossem signeert en kijkt niet op. Streepje, streepje, streepje. De stapel gevangenisdagboeken slinkt zienderogen. Johan brengt verse exemplaren, twee volle dozen.
Terwijl zij met haar benige vinger naar Van Rossem wijst, roept een bejaarde bezoekster met schrille stem: "DIEF! LEUGENAAR! 't Zijn allemaal leugens, vuile vent!'
'Haja madam, vertel mij eens, welke leugens?' antwoordt Van Rossem.
'In uw boek schrijft gij dat het gevangenissysteem uw handen kapot heeft gemaakt. Dat gij ze niet meer kunt gebruiken. Maar om boekskes te signeren en uw geld te tellen zijn uw handen niet kapot, merk ik.'
Van Rossem ontploft en roept: 'Madam, bemoei u met uw eigen zaken! Trek uw ogen open dan ziet gij misschien dat ik morfinepleisters draag tegen de pijn. Stomme koe!'
Van Rossem bijt in een hotdog.
Streepje, streepje, streepje.
De boekenstapel slinkt zienderogen.
De kassa rinkelt.
Zijn Gevangenisdagboek is uitverkocht.
Van Rossem signeert Vrouwen (2609) en zegt er telkens bij: 'Zie nekeer hoe dat boekje is uitgegeven. Een vod! De hoeken krullen om. Kijk eens naar dat papier, bah! Het beste wat ik ooit schreef maar de uitgever kent er niets van. De kloten!'
Waarop Johan achter de kassa opmerkt: 'Jean-Pierre vertelt er niet bij het hij zijn boekje zelf uitgaf in eigen beheer. Twee jaar geleden mocht hij er niet mee op de Boekenbeurs omdat hij geen erkend uitgever is. Hij verkocht het toen in het Esso-benzinestation hier om de hoek. Zat met z'n boek aan een tafeltje tussen de motorolie, en verkopen dat hij deed, want dat benzinestation is goed beklant.'
Een jongen van twaalf jaar vraagt een handtekening van Van Rossem in een boek van Marc De Bel.
Van Rossem pent "Marc De Bel kan niet schrijven!" in het boek en zet er z'n zwierige handtekening onder.
'Ik ben van 't jaar 19t45,' zegt Van Rossem en stopt zijn tweeëntwintigste hotdog van de week in zijn mond. Ineens kraakt er iets, kràààààk, en vier tanden aan een plastieken verhemelte vallen uit zijn mond.
Het bovengebit van Jean-Pierre Van Rossem is middendoor gebroken.
'Verdomme!' vloekt hij. 'Dan laat ge u een gebit maken in de gevangenis en breekt het middendoor! Gevangenisrommel!'
Zijn boeken zijn uitverkocht maar dat mag de pret niet drukken. Van Rossem zoekt links en rechts wat onverkochte boeken bijeen, een biografietje van Priester Poppe, vijftig exemplaren van Kijk eens naar mijn vogeltje, een handleiding voor de amateurfotograaf en een gebonden exemplaar van de geschriften van Tacitus. Hij stalt de boeken op de signeertafel voor zich uit, in de plaats van Vrouwen (2609) en zijn Gevangenisdagboek.
'Es junder boek er nie?' vraagt een bezoeker met Westvlaamse tongval.
'Uitverkocht, maar als ge betaalt moogt ge eens naar mijn vogeltje kijken,' zegt Van Rossem. De Westvlaming betaalt en Van Rossem signeert de handleiding voor de amateurfotograaf.
'Ik ben niet geïnteresseerd in uw vogeltje,' zegt een mevrouw uit Brugge lachend.
'Ik heb iets speciaals voor u, madam,' zegt Van Rossem. 'Het gevangenisdagboek van Tacitus. Hebt gij al een gevangenisdagboek van Tacitus in huis?'
'Nenk!'
Van Rossem op de Boekenbeurs (3)
'Maar madam toch, als gij thuis het kookboek van de Boerenbond hebt, dan moet gij toch ook het gevangenisdagboek van Tacitus hebben? Anders komen vrienden bij u thuis en vragen: "Waar is uw gevangenisdagboek van Tacitus?" Als gij het niet in huis hebt, zeggen zij: "Maar allez, dat kan toch niet, een huis met een kookboek maar zonder gevangenisdagboek van Tacitus!" Ik zet er mijn handtekening in, want een handtekening van Jean-Pierre Van Rossem is zekers zoveel waard als een handtekening van Tacitus. Hebt gij al een handtekening van Tacitus? Nee? Een van Van Rossem? Ook niet? Dan moogt gij niet twijfelen, madam, dan moet gij het gevangenisdagboek kopen met de handtekening van Van Rossem. Twee vliegen in een klap.'
'Wat kost dat boek?' vraagt de mevrouw uit Brugge.
'Een fortuin, madam. Afrekenen aan de kassa.'
Van Rossem verkoopt de geschriften van Tacitus en alle vijftig exemplaren van Kijk eens naar mijn vogeltje.
Streepje, streepje, streepje.
'De volgende!' zegt Van Rossem; 'Het gevangenisdagboek van Priester Poppe!'
Een bezoekster vraagt een handtekening in een boek over koning Albert II.
Van Rossem lacht sarcastisch en schrijft: "Porno voor kinderen. Ingeleid door kardinaal Danneels ... maar het boek zelf trekt op geen kloten!"
Een nonnetje heeft voor de bibliotheek van de orde een boek over Paola gekocht (Paola, van 'la dolce vita' tot koningin) en vraagt Van Rossem of hij het boek wil signeren.
Van Rossem ontploft bijna: 'Maar madam, dat meent ge toch zelf niet!' roept hij. 'Een republikein die een boek over Paola signeert! Paola krijgt van mij geen handtekening, zelfs niet op haar blote kont!'
Het nonnetje druipt af.
'Ik had marktkramer moeten worden,' zegt Van Rossem lachend. 'Op een eerlijke manier zou ik een fortuin hebben verdiend. Blijkbaar kan ik de mensen vanalles aansmeren. In de tijd van Moneytron verkocht ik mijn beleggingen op dezelfde manier, zoals een marktkramer. Madame Van de Vyve kwam bij mij met vijf biljoen in baar geld en legde dat geld voor mijn neus op tafel. Ik zeg: "Nee madam, ik moet het niet hebben." "Pak het mee," zegt zij, "het is voor u." Ik kon het geld zo in mijn zak steken, zonder handtekening, maar ik had thuis al een paar honderd biljoen liggen waar ik geen blijf mee wist.'
Laatste dag van de Boekenbeurs. Uitgever Van Halewyck heeft tweehonderdvijftig Gevangenisdagboeken bijgedrukt. Van Rossem signeert onafgeboken. Hij bestelt drie hotdogs, met mosterd in plaats van ketchup. 'Ik mag niet aan mijn lijn denken, anders herkennen de madammen mij niet,' zegt hij.
Streepje, streepje, streepje.
Om zes uur is de Boekenbeurs afgelopen en heeft Van Rossem al zijn boeken verkocht.
'Volgend jaar signeer ik drieduizend lege boeken zonder tekst,' zegt hij. 'Vanaf nu schrijft iedere koper zijn eigen Van Rossem-boek.'
Op de Boekenbeurs
Stan Lauryssens en Jean-Pierre Van Rossem signeren vandaag tussen 14 u. en 18 u.