Vragen overMondmaskers
Van welk materiaal maak je zelf best een mondmasker? En helpen maskers nu tóch tegen het virus?
Verplicht in het openbaar vervoer: het mondneusmasker. Maar aan welke eisen moet het voldoen? En mondkapjes werkten toch helemaal niet? Zeven vragen en hun antwoorden.
Zelf een masker maken, kan dat?
Zeker om twee redenen. Eén: de vraag naar kapjes mag niet ten koste gaan van de erkende, medische mondmaskers, daarover is iedereen het eens. En twee: in de medische literatuur is genoeg bewijs te vinden dat ook zelfgemaakte mondkapjes iets kunnen schelen, al heten ze daar doorgaans nogal zuinig ‘niet-medische mondneusbescherming’.
Welk materiaal is handig?
Dat is wel een puntje. In Engeland lieten onderzoekers twintig vrijwilligers mondmaskers maken van een oud T-shirt en er doorheen hoesten: de maskers vingen wel deeltjes, maar slechts half zoveel als een chirurgisch masker. Hetzelfde bleek toen een andere onderzoeksgroep het probeerde met een theedoek: ook dit masker hield half zoveel tegen als een chirurgenmasker.
Bij weer een andere studie testte men welk huishoudelijk materiaal deeltjes het beste tegenhoudt. Het doek van stofzuigerzak scoorde het best, linnen en zijde het slechtst.
Webshops als Bol.com bieden de kapjes ook ineens te koop aan. Hoe zit dat?
Het gaat daarbij om eenvoudige wegwerpmaskers voor niet-medisch gebruik. Vaak zijn de maskers gemaakt van papier of dun katoen, wat materiaal betreft vergelijkbaar met papieren zakdoekjes, wegwerpluiers of keukenpapier. In het begin van de coronacrisis besloot men die maskers nog beschikbaar te stellen voor de zorg, waar ze overigens maar beperkt bruikbaar zijn.
Niet dat de simpele maskers dus niets uithalen. Bij een recente test in China bleek dat zelfgemaakte mondmaskers van meerdere lagen keukenpapier weliswaar lang niet zoveel tegenhouden als een officieel medisch masker, maar toch nog altijd 95 procent van de virusdeeltjes kunnen tegenhouden.
Hoe doe je dat eigenlijk, zo'n masker maken?
Dat is een koud kunstje. Op internet circuleren talloze ontwerpen, van omgewerkte oude T-shirts tot verknipte bh’s met de cup als masker:
Op een voorlichtingsfilmpje van de Amerikaanse overheidsdienst CDC demonstreert ‘chirurgijn-generaal’ Jerome Adams hoe hij van een stuk stof in minder dan een minuut een mondkapje maakt: vouw de lange zijden tweemaal naar binnen zodat er een brede reep ontstaat, doe er twee elastiekjes omheen, en vouw de korte zijden naar binnen over de elastiekjes heen.
Waaraan moet een zelfgemaakt kapje eigenlijk voldoen?
De details worden nog uitgewerkt, maar afgaand op een net verschenen advies van het Europese gezondheidsagentschap ECDC moet het kapje het gezicht bedekken vanaf de brug van de neus tot over de kin. Herbruikbare kapjes moeten na gebruik in de was: wassen op 60 graden.
De ECDC raadt bovendien met klem voorlichting aan over correct gebruik. Uit onderzoek blijkt namelijk dat mensen buitengewoon slordig omgaan met de kapjes. 13 procent draagt de maskers ondersteboven of binnenstebuiten, of laat de neus erbovenuit steken. En bij waarnemingen in Hongkong deed 6 procent het kapje opzij om te roken of iets te eten. ‘Daarbij raakt men het masker aan en dat kan leiden tot verhoogde besmetting’, aldus wetenschapper Jaap van Dissel van het Nederlandse RIVM.
Hieronder Marc Van Ranst die toont hoe je correct een masker draagt:
Kan een kap van doorzichtig plastic ook?
Het voordeel van spatkappen is dat ze makkelijk zijn schoon te maken voor hergebruik, en dat het gezicht van de drager te zien blijft: prettig voor bijvoorbeeld klantcontact in een kapperszaak of voor liplezers. Onduidelijk is alleen of ze wel genoeg virus tegenhouden, omdat ze niet goed aansluiten op het gezicht, schrijft het OMT in een advies. Of ze worden toegestaan, is daarom nog de vraag.
En, gaan de maskers helpen tegen het virus?
Dat is de grote vraag. Een belangrijk argument vóór gebruik, is de virusoverdracht door personen die nog niet of nauwelijks symptomen hebben – al woedt er onder epidemiologen debat over hoe vaak dat nu werkelijk gebeurt. Een ander argument is dat het kapje voorkomt dat men aan de mond en neus zit. En, niet te onderschatten, sociologen zijn overtuigd dat het dragen van mondkapjes mensen alerter maakt op het feit dat er een virus rondwaart.
Tegenstanders wijzen echter op de nadelen, en dan met name het risico dat de mondkapjes een vals gevoel van veiligheid geven. ‘Mensen met milde klachten kunnen gaan denken: met een mondkapje op kan ik nu wel naar buiten’, in de woorden van Van Dissel.
De wetenschappelijke onderzoeken, in de regel gedaan met andere luchtwegziektes, laten intussen weinig effect zien. Bij een recente vergelijking van twaalf degelijke studies, lieten er maar drie een positief effect zien, en dan nog heel licht: de kapjes verlaagden de kans om ziek te worden met 6 procent.
Minder opbeurend is een experiment van Australische wetenschappers in Vietnam. Ruim 1.600 zorgmedewerkers liet men een officieel masker of een stoffen mondkapje dragen. Na afloop hadden de dragers van de knutselmaskers veel meer virussen opgelopen. ‘Een waarschuwing tegen het gebruik van stoffen maskers’, noteerde de groep in vakblad BMJ.
(VK)