Werelddierendag
Vermenselijk jij je huisdier? ‘Je kat vegetarisch laten eten, is idioot’
Ooit hielden we huisdieren omdat ze het erf bewaakten, de voorraadschuur schoonhielden of meegingen op jacht. Tegenwoordig zijn ze onze beste vriend en volwaardig lid van het gezin. De vermenselijking van ons huisdier neemt steeds extremere vormen aan. ‘Maar wie zijn chihuahua kleertjes laat dragen, slaat de bal mis.’
Toen Jan Staman veertig jaar geleden als beginnende dierenarts veel op boerenerven kwam, liep er meestal een hond rond. Die was nieuwsgierig naar de bezoeker, maar de boer hield het dier op afstand. De hond moest zijn plek kennen in de ordening van de boerderij. ‘De boer was erop uit de verhoudingen helder te houden,’ vertelt Staman, voorzitter van de Nederlandse Raad voor Dierenaangelegenheden.
‘Tot enkele decennia geleden hadden huisdieren een heel andere rol dan tegenwoordig,’ legt Staman uit. ‘Ze hadden een functie. Honden bewaakten het erf, gingen mee op jacht. Konijnen werden gehouden om op te eten, katten hielden het erf schoon. Er waren nog geen koelkasten en voedsel lag opgeslagen in de voorraadschuur. Die moest verschoond blijven van ongedierte. De kat ging achter de muizen aan.’
Toch hadden huisdieren ook toen al een hoge aaibaarheidsfactor. Ze werden nog niet gezien als volwaardig lid van het gezin, zoals nu, maar konden zeker rekenen op empathie. De kinderen speelden ermee. En als een dier doodging, was er verdriet.
‘Vergis je niet,’ zegt Staman, ‘ook vroeger hadden mensen gevoel bij hun huisdier. Wij hadden vroeger een bouvier, Linda, die had tumoren en kreeg een spuitje van de dierenarts. Toen ik mijn vader twee weken later sprak, zei hij, zoekend naar woorden: ‘Dit doet minstens zoveel pijn als het overlijden van mijn vader’. En op die man was hij stapelgek. Mijn vader was nog van de generatie die gepaste afstand hield tot dieren, maar van het overlijden van Linda had hij echt verdriet.’
In sneltreinvaart veranderd
De rol van huisdieren in ons leven is de afgelopen decennia in sneltreinvaart veranderd. Van ‘ding’ werden ze ineens beste kameraad en volwaardig lid van het gezin. ‘Die verandering is op zich niet vreemd,’ weet Josefien Wallet van het Nederlandse Landelijk Informatiecentrum Gezelschapsdieren (LICG). ‘Mensen hebben het beter gekregen. Voedsel halen we uit de supermarkt en bewaren we in de koelkast. Een kat die muizen uit de voorraadkast weert of een hond die meegaat op jacht is niet meer nodig.’
Volgens Staman speelt ook mee dat de maatschappij gevoeliger is geworden voor lijden, wensen en verwachtingen van dieren. ‘We zijn in onze welvarende samenleving op veel terreinen gevoeliger geworden, een ontwikkeling van de laatste vijftig jaar. Dat is zeker een verklaring voor het feit dat we huisdieren zijn gaan vermenselijken.’
Antropomorfisme – het toekennen van menselijke eigenschappen aan dieren – is volgens Staman een logische ontwikkeling. ‘Zoals wij de hond vermenselijken, ‘verhondst’ de hond ons. Het is een manier om contact te maken en elkaar te begrijpen. We praten tegen onze huisdieren en hebben daarmee het gevoel dat ze ons begrijpen.’
Aan ons taalgebruik is te zien dat we huisdieren meer zijn gaan waarderen. Hoe we over dieren praten, is veranderd, zachtmoediger geworden. Staman: ‘Toen ik in de jaren 70 aan de faculteit voor Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht werkte, spraken we echt niet over euthanasie plegen. Een zieke hond maakten we af. Dat was gangbare taal. Een hond was toen nog een hond. Moreel menselijke gevoeligheden werden niet aan dieren toegekend.’
Dat doen we tegenwoordig des te meer en dat is terug te zien in de zorg voor huisdieren. ‘We maken ons snel zorgen om de kinderen, dat is bij het huisdier niet anders,’ zegt Staman. ‘Voor ieder wissewasje wordt de hulp van een deskundige ingeroepen. De rekening van de dierenarts is vaak torenhoog. Als je pech hebt, schiet een vakantie er voor een dierenliefhebber al snel bij in.’
Afslankprogramma voor de kat
Dat het huisdier wat mag kosten, is ook te zien aan het aanbod. Trimsalons en dierenpensions zijn al langer gangbaar. En een laatste rustplaats voor je cavia, inclusief gedenksteen? De as van je gecremeerde mopshond verwerkt in een armbandje? Je obese kat een afslankprogramma laten volgen? Rompertjes met inlegkruisjes voor je loopse hond? Het bestaat tegenwoordig allemaal.
Wallet: ‘De commercie weet hoe emotioneel mensen betrokken zijn bij hun huisdier en speelt daar handig op in. Ook vroeger werden dieren begraven, onder een boom in de tuin of in het bos. Dat huisdieren tegenwoordig gecremeerd worden en de as soms in een sieraad wordt verwerkt, is van de laatste jaren. Blijkbaar voorziet het in een behoefte.’
Waarom zijn huisdieren zo populair? Staman: ‘Neem een hond. Met hun zachtheid, tederheid, niet aflatende belangstelling en opgewektheid brengen ze veel vreugde in huis. Een hond geeft genegenheid en warmte en raakt je op emotionele levels waar je mensen vaak niet toelaat. Ze openen je hart.’
Volgens Wallet blijkt uit allerlei wetenschappelijke studies dat een huisdier een positieve uitwerking heeft op de gezondheid van mensen, zowel fysiek als geestelijk. ‘Je komt meer buiten en beweegt meer. Mensen met een hond hebben vaak lagere bloeddruk en cholesterol. Je hebt ook sneller aanspraak op straat. Een alleenstaande oudere zal met een hond in huis minder snel in een isolement raken of eenzaam zijn.’
Ook voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen is het goed om op te groeien in een gezin met huisdieren. Wallet: ‘Een kind kan zijn hond of konijn alles vertellen. Dat hij zijn toets heeft verknald, verliefd is of op school is gepest. Het is veilig, het dier praat niet terug en veroordeelt niet. Dat werkt troostend.’
Verbeterd welzijn
Volgens de Raad voor Dierenaangelegenheden zorgt de vermenselijking van huisdieren ervoor dat het welzijn van gezelschapsdieren sterk is verbeterd. ‘Vroeger aten huisdieren met de pot mee,’ vertelt Wallet. ‘Dat was natuurlijk lang niet altijd goed. Tegenwoordig is diervoeding uitgebalanceerd. Dat wij beter omgaan met onze huisdieren, zie je ook terug in de gemiddelde leeftijd. Die ligt veel hoger dan pakweg vijftig jaar terug. Een konijn kan maar zo twaalf jaar oud worden. Dat was vroeger ondenkbaar.’
Ook de razendsnelle ontwikkeling van de diergeneeskunde draagt bij aan groter dierenwelzijn. Orgaantransplantatie wordt steeds gebruikelijker, chemotherapie bij honden en katten met kanker is geen uitzondering meer. Wallet: ‘De medische ontwikkelingen gaan heel snel, al hangt er een fiks prijskaartje aan. Lang niet iedereen kan daaraan voldoen.’
Er zit ook een ethische kant aan het alsmaar doorbehandelen van dieren om het leven van Brutus of Fikkie nog een tijdje te rekken. Hoe ver mag je daarin gaan? Een dier kan immers zelf niet aangeven wat hij ervan vindt. Staman: ‘Je moet je altijd afvragen of het dier tijdens en na een behandeling nog dier kan zijn. Je moet je eigen verlangens goed onderscheiden van die van je dier.’
‘Ik heb als dierenarts geregeld pootjes moeten amputeren, dat ik dacht: komt dit wel goed? En verrek, meestal had zo’n dier daarna geen enkel probleem en een hartstikke leuk leven. Datzelfde geldt voor chemo. De meeste honden hebben er weinig last van en voelen zich snel weer kiplekker. Maar soms gaan mensen wel erg ver. Een lamme teckel die zich moet voortbewegen op een kruiwagen met wieltjes. Ik weet het niet hoor.’
Chihuahua met kleertjes aan
Dat vermenselijking van dieren soms doorslaat, is evident. Een chihuahua met kleertjes aan die in een handtasje wordt vervoerd kan zijn dierlijke instinct niet meer volgen en houdt op hond te zijn. Wallet: ‘Het kan niet meer rennen, snuffelen en spelen met soortgenootjes. Dan sla je als baasje de bal mis.’
Of neem vegetariërs die ook hun huisdier vegetarisch voedsel voorschotelen, een trend die in opmars is. Tot afgrijzen van Staman. ‘Een kat is een roofdier, een echte carnivoor. Als je die zijn vlees onthoudt, ben je niet goed wijs. Het is ook nog eens ongezond voor zo’n kat.’
De vermenselijking van huisdieren is een niet te stoppen fenomeen, dat voor gezelschapsdieren veelal goed heeft uitgepakt. Toch betekent ‘je huisdier als beste vriend’ volgens Staman óók dat we de eigenheid van het beest accepteren en respecteren. ‘Een reutje verbieden om tegen iedere boom een plasje te doen, is onzinnig. Het hoort bij natuurlijk hondengedrag. Zolang we oog houden voor de natuurlijke behoeften van ons huisdier, komt het allemaal wel goed.’
(AD)