Besmet BelgiëDe 7 broeihaarden
‘Verschillende generaties die onder één dak wonen? Niks minder dan een potentiële tijdbom’
Nu het coronavirus weer in alle hevigheid oplaait en een tweede golf ons dreigt te overspoelen, kan het geen kwaad om nog snel wat lessen te trekken uit de eerste. Wat ging er mis en waarom? En wat moet er de volgende keer anders en beter, willen we niet helemáál kapseizen in een oncontroleerbare virusstorm? Kroniek van een aangekondigde uitslaande brand, in zeven vervaarlijk smeulende broeihaarden.
1. DE MONDMASKERS: ‘Kordaat ingrijpen’
Maandenlang werd erover gebakkeleid: zijn mondmaskers nu wel of niet nuttig? Heeft het zin om ze te verplichten? En weet Koen Geens inmiddels hoe je zo’n ding zonder clowneske taferelen opgezet krijgt?
HUMO Waarom heeft het zo lang geduurd voor het dragen van een mondmasker werd verplicht?
PIERRE VAN DAMME (professor epidemiologie UAntwerpen) «De experts vonden al langer dat er een draagvlak voor was, maar de politiek wilde ons niet volgen. Wij hadden ook liever gehad dat de Nationale Veiligheidsraad zou beslissen om de vaste bubbel opnieuw tot tien personen te beperken, maar ook dat heeft men niet gedaan. Ik neem aan dat ze voor de zachtere aanpak willen kiezen, maar ondertussen worden we door het virus ingehaald. En we merken het nu opnieuw: met zo’n virus valt niet te onderhandelen. Hoe kordater de maatregelen in het begin van een virusgolf, hoe groter de impact. Ik voel dat ze die verstrenging van de bubbels achter de hand houden. Maar bij een infectie telt elke dag en elk uur.»
HUMO De rectoren van de Vlaamse universiteiten spraken in een opiniestuk vorig week hun verbijstering uit over de ontbrekende sense of urgency bij veel beleidsmakers, en de ‘tergend trage besluitvorming’.
VAN DAMME «Men is blijkbaar bang van de burger, meer zelfs dan van het virus. Terwijl de burger zélf om kordatere ingrepen vraagt. Uit de vele peilingen blijkt dat de mensen meer duidelijkheid verwachten. We moeten zaken durven te verplichten, omdat ‘sterk aanbevelen’ blijkbaar niet goed werkt bij de Belg.»
HUMO Ook het dragen van een mondmasker werd lang alleen maar sterk aanbevolen, en daarna slechts in bepaalde omstandigheden verplicht. Had dat niet veel eerder veel strenger gemoeten?
VAN DAMME «Daar hebben wij voor gepleit, aangezien studies hebben aangetoond dat het dragen van mondmaskers in winkels wel degelijk de overdracht van het virus beperkt. Toch heeft de politiek dat pas advies drie weken later gevolgd.
»Er is ook nood aan goeie, en zelfs grappige communicatie. Vaak moeten we het nu stellen met droge filmpjes en affiches. Terwijl we in België toch een rijke traditie hebben van humor, strips en cartoons? Dat is een gemiste kans, ook om verschillende lagen van de bevolking te bereiken, bijvoorbeeld met info over hoe je een masker juist draagt, want je kunt niet elk café gaan controleren.»
HUMO Het mondmaskerverhaal begint met de strategische voorraad die tussen 2015 en 2018 door de FOD Volksgezondheid werd vernietigd, en uit besparingsoverwegingen niet werd vervangen. Volksgezondheid blijft volhouden dat die maskers onbruikbaar waren, maar de adjudant die verantwoordelijk was, betwist dat.
VAN DAMME «Ik weet daar het fijne niet van. Ik weet wel dat er ondertussen een nieuwe voorraad is aangelegd. Zoals er nu ook een voorraad is van reagentia voor labotests en wissertjes voor afnames: dat wordt nu zeer goed opgevolgd.»
HUMO Ook merkwaardig: de eerste mondmaskers die bij mensen in de bus vielen, waren die van de gemeente, niet die van de overheid.
VAN DAMME «Ook daar weet ik niet wat er misgelopen is. Het is misschien gemakkelijker om bestellingen voor een stad of gemeente te plaatsen dan voor een heel land. Maar we weten ook dat lokale initiatieven – denk aan Aalst – niet altijd een succes waren.»
HUMO Ondertussen lijken er steeds meer wrijvingen te ontstaan tussen de virologen en de politiek. Dat maakt het er allemaal niet makkelijker op.
VAN DAMME «Dat hadden we kunnen vermijden, denk ik, door één expert als commissaris aan te stellen. We hebben dat in het verleden ook gedaan voor de Mexicaanse griep en ebola, respectievelijk met Marc Van Ranst en Erika Vlieghe, en dat heeft toen zeer goed gewerkt. Waarom nu niet?»
HUMO Tot slot: wat moeten we dit keer zeker beter doen?
VAN DAMME «Eén: inzien dat alles te maken heeft met het aantal en het soort contacten. Daarom blijven we de nadruk leggen op de bubbel, maar ook op contacten in de vrije tijd en op het werk. Probeer die zoveel mogelijk te beperken, bewaar afstand en draag een mondmasker.
»Ten tweede moet de communicatie van de overheid beter, op maat van de verschillende leeftijdsgroepen. We moeten ook meer rekening houden met de vele culturen die België rijk is. Op 30 juli viert de Marokkaanse gemeenschap het Offerfeest. Hoe zullen we daarmee omgaan? Alleen als ook de imams zeggen dat het dit jaar anders moet, kan dat een impact hebben.
»Ten derde hebben we een duidelijk buitenlandbeleid nodig: reizigers moeten weten wat de risico’s zijn, en aan welke regels ze zich moeten houden als ze terugkeren naar België. Nog een hoeksteen is de bron en contactopsporing waaraan nu op alle niveaus gesleuteld wordt.»
HUMO Het is ondertussen toch moeilijk om je van de indruk te ontdoen dat de diverse regeringen voortdurend achter de feiten aanhollen.
VAN DAMME «Het zijn geen simpele tijden. Zo’n pandemie maken we maar één keer in ons leven mee. Je ziet trouwens dat er over de hele wereld grote problemen zijn, ook in landen als Japan en Australië, die normaal toch van aanpakken weten.»
2. DE ZIEKENHUIZEN: ‘Kop in het zand’
Terwijl de ziekenhuizen alle zeilen moesten bijzetten om de crisis het hoofd te bieden en het personeel in lastige omstandigheden overuren moest draaien, bleek de overheid soms meer een last dan een hulp.
MARC NOPPEN (UZ Brussel) «Eind februari, begin maart hadden we nog het gevoel dat de crisisregering kort op de bal speelde. Dat is snel veranderd. Een paar weken later, toen de zaken up and running waren, werden we overstelpt met onduidelijke communicatie. Toen werd het moeilijk. In crisismanagement is les nummer één de eenheid van commando, en die ontbrak duidelijk, met al die verschillende niveaus.»
HUMO U hebt het dan over de negen ministers voor Volksgezondheid?
NOPPEN «Dat werkt in normale omstandigheden al niet, laat staan wanneer in een crisis snel moet worden beslist. Men splitst eerst alles op in negen ministeries, en vervolgens richt men interministeriële conferenties op om af te spreken wat er samen moet worden gedaan! Absurd, natuurlijk. Dan krijg je farces als zes ‘ministers van mondmaskers’, en wordt het kafkaiaans.»
HUMO Nog een pijnpunt was het grote materiaaltekort. Hoe nijpend was dat?
NOPPEN «Dat gold natuurlijk voor elk land. We hebben een krachtig Europa gemist. De eerste week na de opflakkering van de crisis werden de grenzen gesloten, waardoor onze leveranciers bijvoorbeeld niks meer via Duitsland konden invoeren. Het was ieder voor zich, en dan krijg je woekerprijzen en tekorten. Wij hebben een deel van ons personeel aan het werk gezet om zelf mondmaskers, schorten en mutsen te maken.»
HUMO Is dat materiaaltekort nu opgelost?
NOPPEN «Wij hebben het zekere voor het onzekere genomen en zelf een strategische reserve aangelegd, zodat we een aanzienlijke periode kunnen blijven doorwerken, ook tijdens een nieuwe piek.»
HUMO Er werd her en der ook geklaagd over de niet altijd even duidelijke richtlijnen die de ziekenhuizen kregen.
NOPPEN «Veel dingen zijn we natuurlijk pas te weten ge komen en cours de route. Maar op een bepaald moment was er toch een opeenstapeling van wijzigingen in teksten, die vaak ook nog eens op een vrijdagavond werden doorgestuurd. Dan wist je: wéér miserie.»
HUMO Hebt u ooit voor Italiaanse toestanden gevreesd?
NOPPEN «Ik liet aan de mensen hier geregeld beelden zien van Bergamo, waar patiënten in ziekenhuizen in de gang lagen en legertrucks ’s nachts de lijkkisten kwamen ophalen. Dat scenario wilden we absoluut vermijden. We hebben allemaal onze capaciteit in recordtijd verdubbeld.»
HUMO Wat moet er bij een volgende golf anders?
NOPPEN «De overheid moet met één stem spreken. Na een veiligheidsraad adviseerde Pieter De Crem de mensen om thuis te blijven, waarop premier Sophie Wilmès met een zei dat reizen wél mocht. Dat soort verwarring moet stoppen.»
HUMO Maggie De Block en Wouter Beke lijken nog altijd te vinden dat ze niet veel verkeerds hebben gedaan. Wordt dat op het terrein ook zo ervaren?
NOPPEN (wikt zijn woorden) «Als je snel moet beslissen, maak je fouten. Dat mág. Maar als je merkt dat je een fout hebt gemaakt, erken dat dan, en zet ze recht! Het ergste wat je kunt doen, is je kop in het zand steken. Wij hebben hier ook fouten gemaakt, maar het is toch geen schande om dat toe te geven? Dat miste ik bij sommige beleidsmakers.»
HUMO Zijn jullie klaar voor de tweede golf?
NOPPEN «De voorbije maanden hebben een enorme inspanning gevraagd van onze mensen. Er is ook geen moment geweest waarop ieder een weer wat op adem kon komen. Vooral omdat we nu overuren moeten draaien om de patiënten te behandelen die de voorbije maanden uit het ziekenhuis zijn weggebleven. Een nieuwe Covid19-piek zal veel vergen van onze mensen.»
HUMO Eén troost: de regering heeft genereus 1 miljard uitgetrokken voor het personeel in de zorgsector.
NOPPEN «Die loonsverhoging is een welgekomen teken van waardering en dat wordt zeker geapprecieerd, maar het lost natuurlijk niet het structurele probleem op. Het belangrijkste is dat de werkdruk moet verminderen. Uit de crisis hebben we ook geleerd dat verpleegkundigen en artsen enorm gemotiveerd waren omdat ze echt bezig waren met hun core business, het genezen van mensen, en er minder administratief werk moest worden gedaan. Een les voor de toekomst is dat we de zaken misschien wat eenvoudiger moeten houden.
»Ik denk dat de meeste zieken huizen logistiek voorbereid zijn op de tweede golf. We weten wat we moeten doen, de draaiboeken liggen klaar. Ik denk dat ook de huisartsen veel geleerd hebben uit de voorbije crisis. Of de woonzorgcentra er ook klaar voor zijn, daar ben ik iets minder zeker van.»
3. DE WOONZORGCENTRA: ‘Geef ze een megafoon’
Annelies D’Espallier, specialiste mensenrechten bij de Vlaamse Ombudsdienst, stelde in opdracht van de corona commissie van het Vlaams Parlement ‘Stemmen uit de stilte’ samen, een getuigenissen boek op basis van interviews met personeel en (familie leden van) bewoners uit de zo geplaagde woonzorgcentra.
HUMO Bij het begin van de eerste golf was er te weinig beschermend materiaal voor het personeel. Dat leverde hallucinante getuigenissen op.
ANNELIES D’ESPALLIER «Veel van de mensen die we hebben geïnterviewd, verbazen zich over de richtlijnen van toen – soms was het voor het personeel zelfs verbóden om mondmaskers te dragen. Dat kwam in meerdere gesprekken terug: ‘Er is toen niet gecommuniceerd op basis van de medische inzichten, maar op basis van de beschikbare voorraad.’ En, dat weten we intussen: die voorraad was ontoereikend. »Wie zonder wapens naar het front moet, doet dat niet met een vrolijk huppelpasje, hè. Die eerste weken stonden in het teken van angst. Het gebeurde ook dat voorraden van beschermend materiaal centraal opgeslagen werden, achter slot en grendel, waardoor personeels leden het gevoel kregen dat ze gewantrouwd werden.»
HUMO Testentestentesten had het mantra moeten zijn, maar dat kon niet: in het begin van de crisis waren er te weinig tests voorhanden.
D’ESPALLIER «De gevolgen waren gigantisch. Ook op het vlak van de mensenrechten, ja. Een overheid mag – móét, zelfs – de vrijheid van haar burgers inperken als dat nodig is om de veiligheid van alle burgers te garanderen. Nu, je hoeft geen woonzorgcentrum van de wereld af te sluiten als er geen gevaar is. Maar om dat te weten, heb je dus wel die tests nodig. »Het was rampzalig, maar gelukkig zijn die problemen nu opgelost. Dat doet me iets optimistischer naar die tweede golf kijken. Wat ook meespeelt: de kennis over het virus is nu groter.»
HUMO Maar: het personeel is moe.
D’ESPALLIER «Héél moe, blijkt uit de getuigenissen. ‘Alleen trekken we het niet meer’: dat is de teneur. Er wordt expliciet om helpende handen gevraagd – andere krachten uit de zorgsector, maar ook vrijwilligers.
»Je mag die uitputting écht niet onderschatten – fysiek, maar zeker ook mentaal. ‘Voor ons is de eerste golf nooit voorbij geweest,’ formuleerde iemand het. Al die mensen moeten nu de tweede golf in, zonder dat ze bekomen zijn van de eerste.»
HUMO Uit de getuigenissen blijkt dat veel zorgverleners met gevoelens van schuld kampen.
D’ESPALLIER «Ze vinden dat ze te weinig thuis zijn geweest, bij hun gezin. En tegelijk voelen ze zich schuldig tegenover de mensen voor wie ze zorgen. Omdat ze mogelijke verspreiders zijn geweest van het virus, en omdat ze vaak niet de zorg konden leveren die ze wílden leveren. Verschillende mensen gaven aan dat ze echt hulp nodig hebben.»
HUMO Moeten woonzorgcentra bij een tweede golf weer in lockdown?
D’ESPALLIER «Een algemene lockdown lijkt me absoluut geen wenselijke optie. Je mag niet onderschatten hoezeer corona ook heeft huisgehouden bij wie niet besmet was. Er zijn getuigenissen over kamerisolatie van twintig weken: dat is héél verregaand, toch? De eerste golf heeft ook voor een epidemie van eenzaamheid gezorgd. Dementerende mensen hebben absoluut nood aan contact, fysiek contact zelfs. Neem dat weg, en ze gaan op korte tijd fel achteruit. Al moet je dat dan weer in de weegschaal leggen met het gezondheidsrisico.»
HUMO Er wordt al jaren bespaard in de sector. Te weinig personeel, een te karige verloning, te veel zorgkundigen en te weinig verpleegkundigen: ook na het virus zullen de problemen blijven.
D’ESPALLIER «Personeelsleden gaven aan dat het niet meer mogelijk is om de bewoners een menswaardig bestaan te garanderen met de middelen die voorhanden zijn.
»De ouderenzorg van de toekomst zal kleinschaliger moeten, met veel meer aandacht voor de mensen – en dan bedoel ik zowel de bewoners als het personeel. Wat we met dit getuigenissenboek hebben gedaan – het terrein een megafoon voorhouden – zou wat mij betreft structureler mogen. We horen die kwetsbare mensen te weinig.»
4. DE POLITIEK: ‘Een staatsman a.u.b.’
‘Een kleine bijsluiter bij wat komen gaat: we moeten begrip en mildheid tonen, ook voor onze politici,’ zegt politicoloog Carl Devos.
CARL DEVOS «Dit is een ongeziene crisis, er is geen draaiboek en onze staatsstructuur is zó complex. Bovendien kun je zo’n monumentale crisis nooit aanpakken op een manier waar iederéén achter staat.»
HUMO Maar…
DEVOS «Je kunt onmogelijk zeggen dat onze politici het goed doen. Er is in België ontzéttend veel geïnvesteerd in het bestrijden van de crisis, in verhouding meer dan in andere landen, en dat heeft niet geloond. De schade is té groot. En dan heb ik het zowel over de sterftecijfers als over de economische tabellen.»
HUMO Hoe komt dat? Het gros van de analyses begint bij de onderschatting van het virus begin dit jaar.
DEVOS «Terecht: er was een manifeste onderschatting. Bij iedereen, trouwens – ook bij de experts, ook bij u, ook bij mij. Alleen: ook toen de omvang van de crisis wél duidelijk was, is de politiek achter de feiten blijven aanhollen. En als dat ook tijdens de tweede golf zo zal zijn, wordt het helemaal onvergeeflijk.»
HUMO Het volgende probleempunt: de relatie tussen politici en experts.
DEVOS «Het was een goede zaak dat die experts ingeroepen werden om te adviseren, maar het liep meteen mis toen zij ook gingen communiceren. De experts kwamen beslissingen uitleggen die ze niet zelf genomen hadden, en dat creeerde verwarring – zeker als ze die beslissingen ook nog eens bekritiseerden. Mensen voelden al snel dat er een ongezonde spanning hing, dat experts en politici geen team vormden, maar eerder concurrenten leken. En dan zijn er nog de politieke uitspraken van sommige van die experts – hun goed recht, dat mág, maar of het verstandig is, is een andere zaak.
»Er zijn hier BV -virologen gecreëerd: in andere landen zie je dat veel minder. Onze media zijn eraan verslaafd. Lange tijd begon geen enkel nieuws of debatprogramma zonder dat er eerst tien minuten werd gekeuveld met experts. Dat zorgde voor een gigantische inflatie. Als die mensen élke dag op televisie komen, vermindert hun impact stelselmatig: het ‘daar zijn ze weer’effect.»
HUMO In de loop van de crisis werd het advies van de experts steeds minder opgevolgd door politici. Er wordt dan geschermd met ‘een gebrek aan draagvlak’.
DEVOS «Je zit met een arsenaal aan beslissingen zonder stok achter de deur, en dus moet de politiek het hebben van draagvlak. We moeten het allemaal wíllen, en we moeten erin geloven. Virologen willen het graag strenger, en dezelfde boodschap las ik vorige week in de brief van de rectoren, maar zij hebben de luxe dat ze niet voortdurend moeten kijken of iedereen mee is.»
HUMO Knappe politici weten zo’n draagvlak te creëren, toch?
DEVOS «Net het omgekeerde gebeurt. De desastreuze communicatie, dat faliekant afgelopen experiment met een regering met volmachten, het openlijke gekissebis en de niet te negeren chaos: het is een kleine catastrofe.
»Dat heeft ook deels te maken met onze politici. In zo’n crisis heb je een staatsman of vrouw nodig die opstaat, een generaal die met iedereen naar de oorlog gaat. Je weet zelden van tevoren wie dat wordt – het kan ook voor de persoon zelf een verrassing zijn. Maar in deze crisis is niemand opgestaan. Of toch niet met succes. Niet Sophie Wilmès, niet Pieter De Crem, niet Koen Geens, niet Alexander De Croo. Het Vlaamse niveau deed het niet merkelijk beter dan het federale: Jan Jambon noch Wouter Beke bleken bevlogen gidsen te zijn. Er is niemand die boven alles uitstijgt, en zo de kracht heeft om onpopulaire maatregelen door te drukken.»
HUMO Ook de federale minister van Volksgezondheid niet.
DEVOS «Een intrigerend verhaal: in 2014 was De Block nog superMaggie. En nu, zes jaar later, heeft ze in haar hoofd al afscheid genomen: ze heeft verklaard dat ze wéét dat ze geen minister meer zal worden. Het beeld van een minister die de boel niet onder controle heeft, veel polemiek uitlokt en een moeilijk te definiëren lijzigheid uitstraalt: dodelijk.»
HUMO Bij de tweede golf lijkt het accent naar het lokale niveau te verschuiven.
DEVOS «En dat is geen toeval, natuurlijk, na het bedenkelijke parcours van de federale regering en de deelstaten. Afwachten wat dat wordt, maar het is best mogelijk dat het lokale niveau het best blijkt te functioneren.»
HUMO Wat zijn de gevolgen voor de Belgische politiek zelf?
DEVOS «Er was in dit land al zoveel wantrouwen tegenover politici, zoveel apathie tegenover het beleid: je hebt geen glazen bol nodig om te weten dat deze crisis de kloof alleen nog maar vergroot heeft. Het was ook geen fraai schouwspel, hè: de strijd tussen Philippe De Backer en Wouter Beke over testen and contacttracing, de discussies over de ziekenhuizen en de woonzorgcentra, het eindeloze gepalaver over wie voor wat bevoegd is…»
HUMO En na de menselijke tol volgt de economische factuur.
DEVOS «Er wordt massaal veel geld uitgegeven. Dat er nu jaarlijks een miljard euro extra naar de gezondheidszorg gaat, wordt op gejuich onthaald, maar niemand die eraan toevoegt hoe we dat gaan betalen. Dat uit zich nu al in de cijfers: het Belgische begrotingstekort is geëxplodeerd, véél harder dan in andere landen.»
HUMO Tot slot, om de totale depressie te vermijden: wat was wél goed?
DEVOS «De economische steunmaatregelen. De technische werkloosheid, de tegemoetkomingen aan de horeca en andere sectoren: dat waren uitstekende maatregelen die ervoor gezorgd hebben dat de economie niet helemáál in elkaar gestuikt is.»
5. DE STAATSSTRUCTUUR: ‘Hervormingen, nu!’
Als directeurgeneraal Gezondheidszorg bij de FOD Volksgezondheid moest Pedro Facon tijdens de eerste golf door de Belgische staatsstructuur manoeuvreren, dat labyrint waarin een kompas geen overbodige luxe is.
PEDRO FACON «Na de zesde staatshervorming is de bevoegdheidsverdeling binnen de gezondheidszorg heel complex geworden. Typisch Belgisch is dat niet: er zijn nog andere landen waar het beleid onder meerdere bestuursniveaus valt. Maar er zijn twee specifieke elementen die de zaak in ons land zo complex maken. Eén: de vele gedeelde bevoegdheden. Neem het voorbeeld van het medisch transport: dringend vervoer zit federaal, nietdringend vervoer valt onder de deelstaten.
»Twee: er is geen hiërarchie tussen de niveaus. Als er dan een tegenstelling is, kan niemand een beslissing nemen. In Duitsland is dat anders: bij een blokkering heeft de federale overheid voorrang op de deelstaten.»
HUMO De verregaande versnippering leidt tot een goeie quizvraag: ‘Noem de negen ministers van Volksgezondheid.’
FACON «Dat is het meest in het oog springende gevolg, ja. Overleg tussen die negen ministers vraagt veel tijd en energie, en laat dat nu net de zaken wezen die tijdens zo’n crisis schaars zijn. Er is geen gebrek aan goeie wil, hoor: de ministers en hun administraties willen hun job gewoon góéd doen. Maar er moet voortdurend gezocht worden naar wie voor wat bevoegd is, en over elk dossier moet onderhandeld worden om iedereen op één lijn te krijgen.»
HUMO Een ander voorbeeld: ziekenhuizen vallen onder het federale niveau, woonzorgcentra onder de deelstaten.
FACON «Het is niet eenvoudig om alle actoren binnen de domeinen welzijn, gezondheid en sociaal beleid – met elk een eigen organisatie, een eigen financiering en een eigen regelgeving – goed te laten samenwerken. Een voorbeeld: volgens de wet is het niet zo evident dat het personeel van een federaal gefinancierd ziekenhuis wordt ingezet in een door Vlaanderen gefinancierd rusthuis. Nu, gelukkig is men pragmatisch geweest tijdens de eerste coronagolf. Er zijn veel van die regeltjes opzijgeschoven. Dat kan, in crisistijd, zolang iedereen maar van goede wil is.»
HUMO ‘Eén land, één minister met de volle bevoegdheden,’ vindt Marc Van Ranst. Ligt daar de oplossing?
FACON «Het lijkt me duidelijk dat een staatshervorming noodzakelijk is. Maar het volstaat niet om louter te focussen op het federale niveau en de deelstaten. Sommige dingen organiseer je beter op Europees niveau, zoals het geneesmiddelenbeleid. En op andere vlakken kunnen de lokale besturen dan weer een belangrijke rol spelen.»
HUMO Aan het begin van de tweede golf lijkt het al voorzichtig die richting uit te gaan: de burgemeesters krijgen meer verantwoordelijkheden.
FACON «Een logische evolutie, omdat de uitbraken eerder lokaal zullen zijn, en dus ook lokale oplossingen vereisen. In zo’n context heeft het geen zin om het hele land in lockdown te plaatsen. Wat wel belangrijk is, is een kader waarbinnen de burgemeesters kunnen opereren. Ook de gouverneurs kunnen daarbij een rol spelen.
»We zijn beter voorbereid dan in het begin van dit jaar, en we hebben de ervaring van de eerste golf. Er is veel creativiteit op het terrein, en er zijn tijdens de eerste golf al goeie oplossingen gevonden in de ziekenhuizen, de triagecentra, bij de huisartsen... Wat beter moet, zijn de knelpunten: de coördinatie, de communicatie, de contactopvolging. En vooral: we moeten onszelf blijven voorhouden dat we het virus niet kénnen. Er is nog geen vaccin, nog geen behandeling, en er is nog geen volledige duidelijkheid over de wijze waarop het virus circuleert: alleen met behoedzaamheid redden we ons hieruit.»
6. DE CONTACTTRACING: ‘Rare, kille gesprekken’
Experts hameren er al maanden op: een goed werkend en performant contacttracingsysteem is cruciaal om niet kopje-onder te gaan in een tweede golf. Maar nu die met volle kracht over ons heen slaat, staat het systeem nog altijd niet op punt. Hoe kan dat?
WOUTER ARRAZOLA DE OÑATE (artsepidemioloog en medisch directeur van de Vlaamse Vereniging voor Respiratoire Gezondheid en Tuberculose) «De kern van het probleem is dat ons land veertig jaar lang veel te weinig heeft geïnvesteerd in preventie en bestrijding van infectieziekten. België is om die reden van bij de start van de epidemie met een heel kleine ploeg moeten beginnen, die al snel werd overrompeld door het grote aantal besmettingen.»
HUMO Men heeft federaal beslist om een nieuw systeem voor contactopsporing uit te bouwen. Een slecht idee?
ARRAZOLA DE OÑATE «Op zich niet, maar er zijn kansen gemist toen men dat systeem heeft ingevoerd. Zo was het nooit de bedoeling om commerciële callcenters voor de contacttracing te laten instaan. We wilden mensen inschakelen die een opleiding als sociaal assistent of sociaal verpleegkundige hadden gehad en die ook ingebed waren in de wijken, en de huisartsen en de ziekenhuizen kennen waarmee ze moeten samenwerken. Ze weten waar er markten of feestjes waren, waardoor ze een beter idee hebben over waar zich mogelijke besmettingshaarden bevinden.»
HUMO Waarom heeft men dan toch voor callcenters gekozen?
ARRAZOLA DE OÑATE «Omdat het snel moest gaan. De toestand in de woonzorgcentra zorgde op dat moment voor chaos. Men wilde in tweeënhalve week een systeem op poten zetten, wat volgens mij onmogelijk is.»
HUMO Waren die mensen in de callcenters voldoende opgeleid voor dit werk?
ARRAZOLA DE OÑATE «Aan hun wil en kunde ligt het op dit moment niet meer. Het systeem waarmee ze werken, is log en niet gemaakt om een epidemie te bestrijden. Nu gaat de informatie van de dokters naar de labo’s en van de labo’s vervolgens naar de callcenters. Terwijl er voor andere infectieziekten al lang een systeem bestaat waarbij de info rechtstreeks van de dokter naar de contact opspoorder gaat.»
HUMO Een ander probleem was dat de gesprekken van de contact tracers amper een kwartiertje duurden. In Nederland neemt een eerste gesprek algauw een uur in beslag en kan een vervolggesprek zelfs tot vier uur duren.
ARRAZOLA DE OÑATE «Dat komt onder meer omdat men bij ons met een vaste vragenlijst werkt, waardoor je een heel raar, kil en computerachtig gesprek krijgt.
»Een ander pijnpunt was dat door de trage informatie stroom verschíllende bellers met één dossier bezig waren, terwijl het beter is om met één case manager per dossier te werken. Dat zou wel opgelost moeten zijn met het nieuwe datasysteem.»
HUMO Dat nieuwe systeem zou tegen eind augustus klaar moeten zijn. Is dat niet rijkelijk laat, nu de epidemie weer zo snel uitbreidt?
ARRAZOLA DE OÑATE «Dat is laat, ja. We zijn er al van begin april intens mee bezig, dus we hadden al verder mogen staan. In Antwerpen zijn we daarom met een lokaal opsporingssysteem begonnen. Zo kunnen we toch iets korter op de bal spelen en worden de huisartsen ook een beetje ontlast.»
HUMO We moeten het ook niet alleen op het haperende systeem steken. Veel mensen blijken weinig informatie te willen geven.
ARRAZOLA DE OÑATE «Vertrouwen speelt een belangrijke rol bij zo’n gesprek, en ook daarom is het een goed idee om lokaal te werken. Als je huisarts zegt dat je gebeld zult worden door Wouter, dat je hem kunt vertrouwen, zul je dat sneller doen dan wanneer je een anonieme beller met een vragenlijst aan de lijn krijgt.»
HUMO Kan een contactopsporingsapp soelaas brengen?
ARRAZOLA DE OÑATE «Ik ben er niet zo’n voorstander van. Een app verzamelt voortdurend en automatisch gegevens. Dan moet je er maar op vertrouwen dat die data veilig zijn.»
HUMO Welke lessen moeten we volgens u uit de aanpak van de eerste golf trekken?
ARRAZOLA DE OÑATE «Er moet meer samengewerkt worden met de lokale huis en spoedartsen en met lokaal ingebedde contactonderzoekers. En soms kan manueel werk met pen en papier zeer nuttig zijn. Als iemand contacten in het systeem invoert, duurt het door de verwerking van de gegevens in het systeem soms tot 24 uur voor ze kunnen worden opgebeld. Wanneer de contacttracer dat manueel doet, duurt het één minuut. Maar krijg dat maar eens aan een IT’er verkocht.»
7. DE COMMUNICATIE: ‘Zet je fouten recht’
In andere landen richtten leiders zich kort, krachtig en helder tot de bevolking. Wij moesten het stellen met slaapverwekkend lange persconferenties, tegenstrijdige adviezen die om de haverklap wijzigden, logge draaiboeken, experts en politici die elkaar net niet in de haren vlogen en de nu al legendarische moeder aller powerpointpresentaties. De communicatie van de diverse overheden was, kortom, een kleine ramp.
HUMO Een sprekend voorbeeld was het ingewikkelde advies met kleurencodes voor mensen die naar het buitenland wilden reizen.
GEERT MOLENBERGHS (professor biostatistiek UHasselt en KU Leuven) «Ik vond dat men beter niemand op reis had laten vertrekken. Dat noemde men dan ‘alarmistisch’, een woord dat ik wel vaker heb moeten horen (lacht). Het is simpel: als je de grenzen opent, sluipt het virus binnen. Dat zien we nu ook weer gebeuren. We hebben vakantieverkeer toegelaten onder druk van de toeristische sector, maar eigenlijk konden we ons dat niet permitteren.
»Regeringsleden spraken elkaar dan ook nog eens tegen over de hele reiskwestie. Op een moment dat mensen duidelijkheid verlangen is dat not done.»
HUMO Na het overlegcomité dat in spoed bijeenkwam toen de cijfers weer begonnen te stijgen, zei premier Wilmès dat we ook niet moesten overdrijven.
MOLENBERGHS «Dat was niet de gelukkigste uitspraak, bij twijfel hanteer je toch beter het voorzichtigheidsprincipe.»
HUMO Ook opvallend: veel dingen durft men niet hardop te zeggen. Pierre Van Damme was de eerste die met zoveel woorden zei dat we massaevenementen de rest van het jaar wel mogen vergeten.
MOLENBERGHS «Eigenlijk zou het niet aan ons moeten zijn om de bevolking zulke dingen duidelijk te maken. Minister De Block heeft een paar keer gezegd dat de experts hun plaats moeten kennen. Ik ben het daarmee eens: als de politiek óók haar plaats kent (lacht). Het is een drama voor de evenementensector, maar ook slecht nieuws moet je kort, klaar en duidelijk durven te brengen.»
HUMO De beleidsmakers leken wel doodsbang om dingen te verbieden. Ze hielden het vooral bij sterke aanbevelingen en het verzoek ons gezond verstand te gebruiken.
MOLENBERGHS «Ze hebben te vaak voor een Belgisch compromis gekozen. Maar soms zijn duidelijke en strenge verplichtingen nodig. Het verkeersreglement is er ook niet om mensen te pesten. Het is er opdat iedereen veilig thuis zou raken.»
HUMO In het begin werden vooral de virologen naar de tvstudio’s uitgestuurd om tekst en uitleg te geven. De politici zelf waren bijna onzichtbaar.
MOLENBERGHS «De politiek gebruikt de experts een beetje als schild. Als het goed gaat, hebben de politici het beslist. En als het niet goed gaat, hebben ze gewoon het advies van de virologen gevolgd.
»De experts spreken elkaar ook weleens tegen, maar wat is het alternatief? In Zweden is er maar één hoofdepidemioloog die communiceert, de lijnen uitzet en het hele land spectaculair tegen de muur laat knallen. Dat wil je ook weer niet.»
HUMO Veel mensen vonden de communicatie van de experts soms verwarrend, maar komt dat niet omdat velen niet weten hoe wetenschap juist werkt, met soms veranderende inzichten?
MOLENBERGHS «Het lijkt nu onvoorstelbaar, maar helemaal in het begin wisten we niet eens dat de ziekte ook kon worden overgedragen door iemand zonder symptomen. We weten nu ook veel beter wat de rol is van massaverspreiders en aerosolen – de grote aanjagers. Die wetenschap laat ons nu toe om dingen terug te schroeven zonder alles meteen plat te leggen. Dat is een mooi voorbeeld van voortschrijdend inzicht. De scholen sluiten was eigenlijk niet nodig geweest, maar ook dat weten we helaas nu pas.
»Twijfel is dus toegestaan, maar communiceer dat dan ook zo aan de bevolking. Doe niet alsof je zeker bent op het ogenblik dat je het níét bent.»
HUMO Iedereen lijkt nu verrast dat de tweede golf zo snel komt, maar tijdens de inmiddels beruchte powerpoint van de regering Wilmès eind april, was dit één van de mogelijke scenario’s die uw team had berekend.
MOLENBERGHS «Klopt. Toen zagen we al dat de curve weer zou pieken als we te snel maatregelen zouden terugdraaien, gecombineerd met meer contacten en onvoldoende opvolging. Een virus is eigenlijk vrij voorspelbaar: het doet waarvoor het geprogrammeerd is. Als je het speelruimte geeft, zal het die nemen.
»De curves die we nu willen vermijden, zien we al weken in het zuiden van de VS. Texas had midden april, tijdens de eerste piek, ongeveer een duizendtal gevallen per dag. Nu zitten ze aan 15.000 besmettingen per dag. De tweede golf kan dus veel groter zijn dan de eerste.»
HUMO Professor biostatistiek Kurt Barbé van de VUB berekende dat we in november met een piek kunnen zitten die de helft hoger is dan die van april. Onheilspellend: er zouden dan bijna 10.000 mensen in het ziekenhuis liggen.
MOLENBERGHS «We weten niet waar we over een paar weken staan. Dat hangt af van de maatregelen die de overheid neemt, en hoe die worden opgevolgd. Het probleem is dat men nog steeds onderschat hoe snel de cijfers kunnen stijgen.»
HUMO Is deze plotse stijging een gevolg van de versoepeling van de maatregelen?
MOLENBERGHS «De daling van de curve is na de eerste versoepeling beginnen te vertragen. We hebben een paar weken op 85 gevallen per dag gezeten. Dat zijn de bevestigde gevallen. Voor het werkelijke aantal moet je dat getal met drie vermenigvuldigen. We zaten dus nog altijd met een goeie 250 gevallen per dag. Het virus blééf onder de radar circuleren. Als je dan nog eens versoepelt, en er keren wat reizigers uit het buitenland terug, slaat de vlam in de pan voor je het beseft. Dat zien we nu dus gebeuren.»
HUMO Een verschil met de eerste golf is dat het aantal besmettingen bij de twintigers dit keer veel hoger ligt. Is dat goed of slecht nieuws?
MOLENBERGHS «Jongeren weten dat zij relatief minder risico lopen. Zij komen echter in contact met andere generaties. Bijvoorbeeld met hun ouders, waarvan er een aantal in het ziekenhuis zullen belanden. Maar ook met hun grootouders, die nog veel kwetsbaarder zijn. In bepaalde gemeenschappen leven al die generaties onder één dak, en dat is niets minder dan een potentiële tijdbom.
»Bij de eerste piek zijn twee derde van de doden gevallen in de woonzorgcentra. Daar moeten we het virus nu zo lang mogelijk buiten zien te houden. Kinderen tot aan de puberteit zijn vrij veilig. Maar behoorlijk wat 18 of 20jarigen worden heel zwaar ziek en moeten daarna maanden revalideren. Als mensen in die leeftijds groep de zware variant krijgen, hebben ze het meteen ernstig zitten.»
HUMO Had men niet sneller en beter moeten communiceren naar jongeren?
MOLENBERGHS «Als men nalaat duidelijk en betrouwbaar te communiceren, begint nepnieuws te circuleren. Op sociale media lezen jongeren voortdurend dat er voor hen weinig of geen gevaar is. En daar gedragen ze zich ook naar.
»Ook met de Afrikaanse, Marokkaanse en Joodse gemeenschap had men veel beter moeten communiceren. Tijdens de ramadan is dat met de moslimgemeenschap wél gelukt. Omdat men dacht dat de epidemie voorbij was, heeft men dat echter niet doorgezet. Mensen hebben het lastig om hun gedrag aan te passen voor iets dat er nog niet is.»
HUMO Hoeveel zorgen moeten we ons maken over deze tweede golf?
MOLENBERGHS «De toestand is ernstig, maar nog niet zo ernstig als toen. Dat de gemiddelde leeftijd van de mensen die besmet zijn lager is, geeft de ziekenhuizen ook een beetje respijt – maar de voorspellingen worden wel somberder. We mogen dus absoluut niet denken dat we nog tijd hebben.
»Verder hebben we vijf verdedigingslijnen: het goed opvolgen van de maatregelen door de bevolking, de contactopsporing, het clusteronderzoek op het terrein, lokale lockdowns en ten slotte nationale maatregelen. Een lockdown 2.0 zou inhouden dat massaevenementen on hold worden gezet en onze sociale contacten worden verminderd, maar dat winkels en bedrijven open kunnen blijven, en eventueel ook de horeca en de scholen. Als die verdedigingslinies niet allemaal worden doorbroken, zouden we de tweede golf moeten overleven.»