Vluchtelingenkinderen over hun thuis, België en de reis: 'Ons huis is ontploft, maar mijn papa was oké'
Een tiental kinderen zit rond een grote tafel. Ze lachen en praten. Tot deze bende opeens de vraag krijgt iets te tekenen over hun huis. ‘Welk huis?’ klinkt het. ‘Mijn huis hier of mijn huis thuis?’ Pertinente vraag, als je een vluchtelingenkind bent.
'Ik weet niks meer van de reis naar België. Toen het water tot aan mijn borst kwam, ben ik flauwgevallen' Dergham (11 jaar, Irakees maar geboren in Libië)
Hun vaders en moeders, de politici en de hulpverleners, de gemiddelde Vlaming met een Twitteraccount: allemaal hebben ze al hun duit in het zakje gedaan in het vluchtelingendebat. Maar wat denken deze kinderen nu zélf over hun leven als vluchteling? We houden onze vragen kort en simpel: waar denk je aan als je terugdenkt aan thuis? Maar ook: hoe was je reis naar België? Wat vind je van België en de Belgen? Waar droom je van en wat wil je later worden?
undefined
Als ik aan Macedonië denk, dan denk ik aan mijn opa en oma. Want zij wonen in Macedonië. We woonden in hetzelfde huis. Ik deed met mijn oma leuke dingen. Ik ging altijd naar de winkels en ik koopte alles met haar. Ik mis haar.
Emrije (bijna 10 jaar, Macedonië)
undefined
undefined
Ik ben hier vier maanden. Ik woonde in een mooi huis met mijn oom en met mijn grootvader in een klein dorp in Irak. Toen verhuisden we naar Bagdad. Daar heb ik slechte herinneringen aan. Ons huis is ontploft, maar mijn papa was oké. Ik herinner me de terroristen en ik herinner me Daesh (IS). Ik heb ze niet gezien, maar ik hoorde de mensen erover praten en ik zag de vlaggen van Daesh op de muren geschilderd. Toen werd ik bang. We zijn naar hier gekomen in de auto, maar ik herinner me niks meer van de reis. Alleen dat het met de auto was.
In Irak ging ik naar school, maar ik vond de school maar niks. De leraars legden ons niks uit. Ik vind de school in België beter. De leraar neemt z’n tijd om alles uit te leggen.
België is groot en mooi. Het is groter dan Irak. De Belgen zijn goed.
Sajad (11 jaar, Irak)
Sani (8 jaar, Oekraïne)
undefined
In Armenië klopte er soms politie aan de deur. Ik weet niet waarom. Hier in België vond ik het rustiger. Ik vind de Belgen aardig en leerzaam. Ik weet nog niet wat ik wil worden. Ik hoop dat ik een goeie baan zal hebben en dat ik blij zal zijn als ik groot ben.
G. (10 jaar, Armenië)
undefined
undefined
Mijn huis heeft veel daken. Ik in château wonen.
Hadisa (5 jaar, Macedonië, woont nu in het Klein Kasteeltje)
Ik kom uit Palestina, maar ik ben nog nooit in Palestina geweest. Ik ben geboren in de Verenigde Arabische Emiraten. We hadden er een mooi huis in een groot gebouw. We woonden er vijf jaar. Toen kwamen we naar België, maar eerst gingen we naar Italië. We gingen met het vliegtuig. It was amazing. We zijn nu drieënhalve maand in België. Hier zie je vaak de kleur groen. Dat is mooi. Alles is groen. De bomen zijn groen. In Abu Dhabi had je dat niet. Daar zat ik altijd te zeggen: ‘Ik wou dat het regende.’ Maar hier kan ik niet buiten spelen als het regent. Nu zeg ik: ‘I hate you, rain.’
Aya (11 jaar, Palestina)
undefined
undefined
Ik ging naar school in Abu Dhabi, maar die school was heel slecht. Alle mensen waren altijd aan het duwen en het trekken. En de klassen waren er klein. Maar dat was niet waarom we naar hier zijn gekomen. Ik weet niet precies waarom we zijn gekomen. Maybe because it’s nice. Hier hebben ze veel treinen en trams. In dit land denk je dat je in een gevangenis zit en die zit vol treinen en trams. In Abu Dhabi hadden ze dat niet. We hadden er wel een zwembad.
Mohammed (8 jaar, Palestina)
Toen ik wegging uit Pakistan, ging ik naar Maleisië. It is good country, like Belgium. Daarna ging ik naar Zuid-Afrika en toen kwam ik hier. Ik ben hier nu twee maanden.
Rohan (11 jaar, Pakistan)
Ik had een mooi huis in Irak.
Nurayen (9 jaar, Irak)
Ik herinner me mijn huis in Libië nog. Het was mooi en groot. We hadden een garagepoort en een voordeur. Het leven in Libië was goed. Maar toen zijn ze komen moorden en werd Libië een beetje n’importe quoi. Ik zag de mannen met baarden die in het zwart gekleed gaan en die geweren hebben. Toen zaten we in de auto en zijn we vertrokken.
Ik ging naar school in Libië, maar die was niet goed. Soms ging ze dicht en lieten ze ons niks weten. Het eten was er heel duur. Een sandwich met tonijn of kaas kostte er 1 dinar. Hier ga ik naar een grote school en het eten is er écht en gratis. In Libië speelde ik wel graag voetbal met mijn vrienden.
Ik weet niks meer van de reis naar België, want ik ben flauwgevallen. We moesten door de zee stappen om aan de boot te komen. Toen het water tot aan mijn borst kwam, ben ik flauwgevallen van de schrik.
De Belgen helpen veel. De mensen praten veel met de kinderen en spelen veel met hen. Ik kan wel iets zeggen over België, maar niet over héél België, want ik ken heel België nog niet. Alleen het kleine stukje waar ik woon.
Dergham (11 jaar, Irakees maar geboren in Libië)
Als ik aan Armenië denk, dan denk ik aan mijn familie. Het is een mooi land, met mooie natuur. Ik ben nu vierenhalf jaar in België. Ik denk dat mijn vader politische problemen had. Daarom zijn we naar hier gekomen. Eerst vlogen we naar Moskou, dan naar Sint-Petersburg, dan naar Parijs. Daar zaten we een paar dagen in een soort kamp in de luchthaven. Ik voelde me afgesloten van de buitenwereld, met bars voor de ramen. Een soort van gevangeniservaring, maar voor de rest was het oké. Toen was er een rechtszaak. Sommige mensen werden vrijgelaten; anderen stuurden ze terug naar de luchthaven. Het was donker toen we uit de rechtszaal werden gelaten. Via mensen die we kenden, zijn we naar België gekomen. Ik herinner me vooral dat de lantaarns veranderden toen we de grens tussen Frankrijk en België overstaken. Alsof er méér licht was in België. Ik herinner me ook grote gebouwen in Brussel, waar we in de rij moesten staan om asiel aan te vragen. Ik vond het hier van bij het begin tof. Heel aardige mensen.
S. (15 jaar, Armenië)
Ik had een toffe school in Armenië, maar hier leer je veel meer bij dan daar. Als ik zou moeten kiezen, dan kies ik voor de scholen in België. Ik studeer economie-wiskunde. Ik weet nog niet wat ik wil worden, maar ik wil verder studeren in een economische richting. Ik zou ook wetenschappen kunnen volgen, maar economie lijkt me de beste richting voor later. Verder wil ik ook graag een deftig gezin en liefst een goedbetaalde job. Het is niet echt een droom, maar... We zijn vier jaar legaal in het land geweest. Toen werden onze oranje papieren afgenomen. Nu hebben we een aanvraag lopen voor nieuwe papieren – ik weet niet precies hoe die heten. Als ik die papieren niet krijg, dan kan ik niet mee met de klasreizen in het vijfde en het zesde jaar. Dat zou heel spijtig zijn.
S. (15 jaar, Armenië)
Ik denk aan de problemen die we in Macedonië hebben. Daar kunnen we niet wonen, want er zijn veel dieven.
Eldina (bijna 10 jaar, Macedonië)
Ik ben geboren in Palestina, in Gaza. Ik woonde in een mooi huis en was heel happy. Plots kwamen de Israëli en ze pakten het af. Ik kwam naar hier toen ik 9 was.
Diya (10 jaar, Palestina)
undefined
undefined
Als ik terugdenk aan Syrië, dan denk ik aan hoe we naar de zee gingen toen ik klein was. Ik ben hier nu bijna drie jaar. Het was mooi in Syrië, maar ik weet er niet veel meer van. Ik weet ook niet hoe ik naar hier ben gekomen. Ik weet wel waarom: omdat het oorlog was. Hier is het een beetje kalmer. Soms denk ik dat het beter is om hier te blijven. Ik weet niet of ik naar daar zal gaan als de oorlog ophoudt. Mijn opa en mijn oom zijn nog daar. Ik praat met hen via de tablet.
Ik speel graag met mijn broertje en mijn zusje. Ik kook graag met mama. Soms doe ik alsof ik echt kook met potten en pannen. Ik doe graag het huishouden. Ik teken ook graag. Ik heb een klein bord met krijtjes. Ik wil later dokter of verpleegster worden. Omdat mijn papa op een keer pijn had aan zijn voet en ik hem toen verzorgd heb.
M. (8 jaar, Syrië)