null Beeld

Waar verzet jij je tegen? Abdelkader Benali, Paul Verhaeghe en Armin van Buuren geven antwoord

Waar wind jij je over op? En hoe gebruik je die energie om de wereld positief te beïnvloeden? Fotograaf en filmmaker Anton Corbijn stelde de vraag aan denkers en doeners uit Nederland en Vlaanderen. Deze week: Abdelkader Benali, Armin Van Buuren en Paul Verhaeghe.

anton corbijn


Abdelkader Benali (schrijver): ‘In de bres voor vrienden’

Sinds ik onbedaarlijk moest huilen om de karaktermoord die op een klasgenoot werd gepleegd, weet ik hoe slecht ik het kan verdragen wanneer een vriend wordt belasterd. Natuurlijk, ook de opwarming van de aarde, de uitputting van landbouwgronden en de vluchtelingencrisis raken me, maar er is werkelijk niets wat me zo tot razernij brengt als plat geroddel.

null Beeld

Eén keer ging een zelfbenoemde opiniemaker in een avondkrant zo ver in het creëren van geruchten rond een gewaardeerde kennis van me dat ik de redactie attendeerde op de leugenachtigheid van de schrijver. Meteen voelde ik spijt, want er is nog zoiets als vrijheid van meningsuiting en daarnaast kon de aangevallene zichzelf beter verweren, maar wat was ik blij dat ik het toch had gedaan. Het bekoelde mijn woede, bracht me weer bij zinnen. Ik had er werk van gemaakt.

Waar komt dat brandende gevoel toch vandaan? Ben ik bang zelf onderwerp van smaad en spot te worden? Of is de woede ook deels zelfkastijding? Want als het ons zo makkelijk afgaat en het zo lekker is om te doen, behoor ik dan ook niet tot die mensen die met een radde tong slachtoffers op de korrel nemen? Ik moet bekennen: ik ben schuldig. Ik ben net zo hypocriet als iedereen. Wat zegt dat over mijn woede? Is het compensatie om mijn eigen zonde mee wit te wassen?

Mensen roddelen uit onzekerheid, om zich minder inferieur te hoeven voelen. Mensen roddelen omdat er iets op het spel staat en men de eigen positie wil versterken. En mensen roddelen omdat het een aangenaam gevoel geeft. Roddel is lust.

Roddelen is, om de woorden van de Russische dichter Joseph Brodsky te gebruiken, een vorm van metafysica: door over anderen te praten, praat je eigenlijk over jezelf, en door dat te doen, ontstijg je even je eigen beperkingen. Roddelen als verkapt zelfonderzoek. Ten koste van een ander, dat dan weer wel. Waar gehakt wordt, vallen spaanders.

Toch is de schade die laster mensen kan toebrengen groot. Het creëert een stank van ongemak om het individu. Bij de belasterde veroorzaakt het een gevoel van onzekerheid dat hij niet kan verklaren. Het ondermijnt de gemeenschap doordat die niet in staat is de ander op zijn merites te beoordelen. Sociale media geven ruim baan aan de meest wrede vorm van belasteren: het publiekelijk aan de schandpaal nagelen. Op Twitter word ik, na een scherpe positie ingenomen te hebben, regelmatig onder handen genomen. Het deert me niet. Ze doen maar.

Maar wanneer iemand die ik hoog heb zitten, die ik ken en waardeer, wordt aangevallen door de sensatiebeluste goegemeente, dan knakt er iets in me. Dan kom ik in het geweer. Blijf van hem of haar af! Niet omdat ik een held wil zijn: het instinct is me voor. En wat de wereld ervan vindt, kan me weinig schelen.

Met die vriend die werd belasterd door mijn domme klasgenoten is het later goed gekomen. Hij trok zich er weinig van aan. Ik trok het me heel erg aan. Inmiddels weet ik waarom. Ik was bang dat wanneer het mij zou overkomen, ik niemand zou hebben die voor me in de bres kon springen. Op het moment dat de klasgenoot belachelijk werd gemaakt, voelde ik me geïsoleerd. Wie kwam er voor mij op in zo’n geval? Ik ontdekte de waarde van vriendschap: iemand die voor je in de bres springt, altijd.

Is opkomen voor iemand niet een prachtige vorm van menselijkheid? Door te interveniëren, nee te durven zeggen tegen de roddel, versterken we de band die we hebben met een geliefde, een vriend of een kennis. Worden we een gemeenschap.


Armin van Buuren (DJ): ‘Stop het hokjesdenken’

Ik betrap mezelf erop dat ik soms vastzit in mijn eigen ideeën. Ik val vaak terug op eerder gemaakte keuzes. Soms is het fijn om dezelfde geluiden en dezelfde beats per minute te kiezen als op een vorige, succesvolle plaat. Elke plaat klinkt dan als een opvolger en dat is best lekker. Het is ook herkenbaar en dat is waar veel mensen behoefte aan hebben, zeker in mijn muziekgenre. De melodie is nét anders, dus het is toch een andere plaat! Ik snap ook dat veel collega’s van mij die keuzes maken. Als je zin hebt in een Big Mac, dan ga je naar de McDonald’s.

null Beeld

Ik heb hier lang mee geworsteld. Ik heb ontdekt dat ik het type persoon ben dat niet graag anderen teleurstelt. Ik ben nog steeds erg gevoelig voor dingen die mensen over mijn werk zeggen. Ik lees élk commentaar. Maar soms werd de druk te hoog. En dan had ik de neiging om juist alleen maar te doen waar ik zelf zin in had en niet naar anderen te luisteren. Mijn coach wees me erop dat iedereen hier waarschijnlijk mee worstelt. Waar leg je de grens?

Mijn vader sprak de profetische woorden: ‘Uiteindelijk moet je als artiest alleen maar aan jezelf verantwoording afleggen. Want jij moet met jezelf leven.’ Daardoor heb ik een hoop lucht gekregen. Voor wie maak ik nu eigenlijk muziek en draai ik sets? Ik heb ontdekt dat ik alleen maar kán doen waar ik zelf zin in heb. Inspiratie is op dat moment mijn zuurstof. Dat betekent dat ik soms iets doe waarvan ik weet dat ik er niet iedereen mee tevreden ga stellen. Dat durf ik nu ook meer bewust zo te doen. Ik heb gemerkt dat ik mezelf niet meer kan herhalen, hoe vervelend ik dat ook vind voor sommige mensen die graag een Big Mac van mij krijgen. Maar ik ben trots op al mijn eerdere hamburgers.

Er zit iets behoudends in mijn karakter. Ik denk net als velen graag in hokjes. Dit is techno, dit is house. Wat ik steeds meer ben gaan begrijpen, is dat nieuwe muziek juist alleen maar kan blijven bestaan als ze zich ontwikkelt. En die ontwikkeling staat soms haaks op dat hokjesdenken. Muziek wordt vaak pas interessant als je juist over de hokjes heen kijkt. Ik denk dat dit voor veel kunstvormen geldt.

Dat niet iedereen het meteen mooi vindt, is een gegeven. In 1967 werd moord en brand geschreeuwd toen The Beatles het in hun hoofd haalden om een Moog-synthesizer te gebruiken op hun album ‘Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band’. De Moog werd in die tijd gezien als een duivels instrument. Maar doordat onder anderen The Beatles ermee aan de gang gingen, werd de synthesizer steeds serieuzer genomen, wat uiteindelijk tot het ontstaan van disco- en dancemuziek heeft geleid.

Er is nog nooit een muziekstuk gemaakt of een boek geschreven dat iedereen mooi vindt. Iedereen heeft een eigen mening. Soms komt die overeen met die van een ander, soms niet. Ik begrijp nu dat dat een functie heeft: het is net goed dat we niet allemaal hetzelfde denken! Met deze gedachte leg ik mij makkelijker neer bij waar mijn eigen creativiteit mij naartoe leidt. Ik probeer haar minder te begrenzen. Dit is waar ik dagelijks mee worstel. Het voelt soms echt alsof ik door de lucht zweef. Ik heb minder houvast aan meningen van anderen. Maar daar zit hem ook de uitdaging.

‘Wir haben die Kunst, damit wir nicht an der Wahrheit zugrunde gehen’: die uitspraak van Friedrich Nietzsche hebben mijn ouders letterlijk op de muur geschilderd in mijn ouderlijk huis. Het is ook een beetje mijn lijfspreuk geworden. De kunst als wapen tegen de harde realiteit. Die kunst breekt dingen open voor mij.


Paul Verhaeghe (psycholoog): ‘Nadenken is nódig’

Het begrip ‘gedachteloosheid’ komt van Hannah Arendt, die het toepaste op het totalitarisme: een ideologie neemt over en veegt kritische reflectie weg. Mensen denken niet langer, ze voeren uit, flexibel en efficiënt, en worden daardoor onmensen. In haar vroege werk heeft Arendt het over het radicale kwaad, veel later schrijft ze over de banaliteit van het kwaad, en dat is heus geen tegenspraak. Wanneer het kwaad alledaags wordt, krijgt het een radicaal karakter. Ook wij zijn gedachteloos, ook wij houden een systeem in stand waarvan we zouden moeten weten dat het niet alleen immoreel is, maar bovendien neerkomt op economische en ecologische zelfmoord.

null Beeld

Historicus-filosoof Philipp Blom zegt dat wij in West-Europa weigeren na te denken over de toekomst, zelfs de onmiddellijke, omdat we die maar al te goed kennen: we willen enkel het heden behouden zoals het is. Ten koste van andermans kinderen én straks ook van de onze. Dat nadenken is nochtans dringend nodig. De sociaal-economische ongelijkheid stijgt naar ongekende hoogten; wetenschappelijk gezien bestaat er geen twijfel over de negatieve gevolgen daarvan voor zo ongeveer iedereen. Structureel ingrijpen is nodig én mogelijk.

In plaats daarvan zie ik vooral een verlammende angst, waardoor mensen steeds meer gaan kiezen voor rechtse politici. Ooit stond rechts voor voorzichtig en conservatief, tegenwoordig staat het voor een versmelting van kapitaal en overheid. ‘Links’ is het nieuwe scheldwoord. De huidige machthebbers maken gretig gebruik van onze angst door de aandacht te richten op externe vijanden: de vluchtelingen, het terrorisme, de dreiging van de islam. We zijn vergeten dat er tussen 1985 en 2001 méér terreurslachtoffers vielen in West-Europa dan tussen 2001 en 2016, en dat er in diezelfde periode méér vluchtelingen arriveerden (uit de Balkan) dan vandaag.

De psychoanalyticus in mij is zeer gevoelig voor betekenisverschuivingen. Als het over bedrijven gaat, dan heten belastingen ‘overheidsbeslag’ en fiscale gunstmaatregelen voor multinationals ‘rulings’; besparingen worden verkocht als ‘herstructurering’, ‘privatiseren’ is een eufemisme voor diefstal van gemeenschappelijk goed. Een paar jaar geleden vonden wij, verlichte Europeanen, die Amerikanen toch zo stom toen ze massaal stemden tégen de invoering van een (minimale) ziekteverzekering. Vandaag stemt een meerderheid bij ons voor de afbouw van onze politieke en sociale verworvenheden.

We hebben eeuwenlang moeten strijden om kerk en staat te scheiden, tegenwoordig zitten we opgescheept met een monsterverbond tussen kapitaal en staat. We hebben een nieuwe verlichting nodig, met een liberaal project dat ons bevrijdt van een economische dwingelandij die honderd keer erger is dan de religieuze of ideologische machten van weleer. Het adjectief ‘vrij’ in de uitdrukking ‘vrijemarkteconomie’ is zonder twijfel de grootste leugen van deze tijd, en in plaats van economie zou er beter ‘religie’ kunnen staan.

De nieuwe religie heeft werk tot het hoogste ideaal verheven; niet werken is een doodzonde die ‘profitariaat’ heet. Schaamte voor te weinig succes is het nieuwe schuldgevoel, met op de achtergrond de angst dat iemand anders onze job zal inpikken. De zondagsrust, een euvel van de vorige religie, schaffen we af; zelfs voor seks zijn we te vermoeid. Flexibiliteit is de boodschap; beter aan een burn-out ten onder gegaan, moedig gevallen op het veld van eer, dan uitgescholden voor profiteur. Zij die uit de boot vallen, worden gedisciplineerd via een opdeling in kwantificeerbare categorieën: werklozen, langdurig zieken, 55-plussers, vluchtelingen. Daardoor verliezen ze hun menselijke aard en kunnen ze als groep aangepakt worden door De Welwillenden, in naam van de macht. Als de treinen maar op tijd rijden. Metaforisch gesproken, welteverstaan, want de privatisering van het openbaar vervoer geeft zo haar eigen invulling aan ‘flexibiliteit’.

Verzet tegen deze nieuwe religie is zeer moeilijk omdat zij zich voordoet als De Realiteit (‘Er is geen alternatief’). Daarover nadenken is dé sociaal-economische uitdaging van onze tijd.

null Beeld

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234