Waarom reizen goed voor u is: Martin Heylen
Bagdad, Kaboel, Damascus. Maar ook: Parijs, Brussel, Orlando en – sinds vorige week – Nice. Is een mens nergens meer veilig? Nee. Is zichzelf barricaderen dan de oplossing? Néé. Humo vroeg zes ervaringsdeskundigen, wereldreizigers in het hoofd én in de praktijk, naar de deugden van het onderweg zijn, en naar een antwoord op de vraag waarom een mens ondanks turbulente tijden toch niet mag weerstaan aan de charme van het hete asfalt, het schuimen van het ruime sop, het lonken van de brede hemel. Moeder, waarom reizen wij?
'Je beseft dat Vlaanderen niet alleen heel rijk is, maar ook heel klein is'
Martin Heylen reisde voor tv al van hot naar her in ‘Terug naar Siberië’, ‘Dr. Livingstone’, ‘Heylen en de herkomst’ en ‘Terug naar eigen land’. Zelf noemt de documentairemaker, die in zijn bureau vaak wegdroomt bij z’n tientallen landkaarten, zich ‘reisverslaafd’: ‘Ik moet af en toe weg, of het loopt niet goed af.’ Had hij die reismicrobe als jonge snaak al te pakken?
Martin Heylen «Ik had een grote nieuwsgierigheid naar wat er elders in de wereld allemaal gebeurde, ja. Ik ben opgegroeid aan de grens met Nederland, waardoor ik al snel wist dat een grens twee landen van elkaar scheidde. Ik verslond boeken van onder meer Jack London, die beschreef hoe fantastisch het was om door de wildernis te trekken. En als jonge gast ging ik geregeld naar Londen om er lp’s te kopen. M’n eerste echte reis was rond m’n 20ste, per boot naar Engeland, en toen ben ik ook doorgereisd naar Noord-Ierland, waar de trubbels met het IRA nog aan de gang waren. Ik ben zelfs even achtervolgd geweest in Belfast: vond ik erg spannend. Ze dachten wellicht dat de paraplu die uit mijn rugzak stak, een geweer was (lacht). En ik heb toen ook tbc opgelopen. Eigenlijk is mijn manier van reizen sindsdien niet meer veranderd: toeval inbouwen, serendipiteit – vinden wat je niet zoekt – en met één of andere ziekte weer vertrekken.
»Dat toeval en die serendipiteit zitten in sommige van m’n tv-programma’s vervat. Voor ‘Man bijt hond’ heb ik indertijd de rubriek ‘Seattle-Miami’ gemaakt: dan trok ik een lijn dwars door de Verenigde Staten, die door het minst interessante deel van de States sneed. In elk stadje dat die lijn kruiste, belde ik lukraak bij mensen aan en zag ik verder wel wat er gebeurde. Zo stapte ik binnen in de meest onwaarschijnlijke interieurs, avonturen en mensenlevens. ‘Terug naar Siberië’ heb ik op dezelfde manier aangepakt: toen heb ik de oude postbaan tot in Vladivostok gevolgd. Ik hou van het toeval, en vind dat je je er altijd door moet laten leiden. Toen ik in ’89 als sportjournalist naar Belgrado trok om het WK Judo te volgen, ben ik vaak op een tram gesprongen om, zonder kaart op zak, weg te denderen naar één of ander stadsdeel. Dan ben je volledig afhankelijk van wat het toeval je in de schoot werpt. Je kunt dat natuurlijk ook in België doen, en dat raad ik iedereen ook aan: je komt mensen tegen, en, als je ervoor openstaat, kun je luisteren naar hun verhalen. Nu, dat leidt soms weleens tot ontgoochelingen. Onlangs sprong ik in Gent op tram 4 naar Moscou: in mijn gedachten was dat een pittoreske volkswijk, maar het bleek gewoon een troosteloos industriegebied te zijn. Maar dat moet je erbij nemen: dat is de kunst van het reizen.»
HUMO Heeft die impulsiviteit je ook al in de problemen gebracht?
Heylen «Ik ben altijd op m’n hoede, en door te reizen ontwikkel je ook een soort van zesde zintuig, waardoor je snel doorhebt wanneer er elektriciteit in de lucht hangt. Maar inderdaad, een goede raad is: don’t try this everywhere. Ik ben eens gaan wandelen in Washington, en voelde plots: ‘Hier klopt iets niet.’ Toen ben ik aan 3rd Street de bus op gesprongen, omdat mensen naar mij begonnen te roepen: ‘What are you doing here, whitey?’ Achteraf hoorde ik dat je je er nooit onder 5th Street mag begeven: vanaf dan beland je namelijk in het getto.
»Maar ik kan het niet laten: als ik op reis ga met m’n vrouw, stappen we ook gewoon de auto in, beslissen we of we noord- of zuidwaarts gaan rijden, en stoppen we wanneer er iets moois op onze weg ligt. Dat geeft je vrijheid, wat je niet hebt als elke etappe al vastligt. Maar iedereen moet natuurlijk reizen op de manier die hem het beste ligt: wie op fietsvakantie gaat, is blij dat hij ’s avonds weet in welk hotel hij zal overnachten. Terwijl dat ons net onrustig maakt – wij moeten vaak ’s avonds nog op zoek gaan naar een hotel. Ik heb het eens geprobeerd, hoor, een resort. Maar ik ga liever in een klein lokaal visrestaurantje eten waar ze de vangst van de dag serveren en je een praatje kunt maken met de locals, dan aan te schuiven aan het hotelbuffet, enkel en alleen omdat het toch in de prijs vervat zit. Er is toch niets mooiers dan op te gaan in de plaatselijke bevolking in plaats van tussen de toeristen te zitten? Laatst waren we in Kroatië, in Dubrovnik: toen hebben we een chauffeur gezocht – een kennis van een kennis van onze hotelreceptionist – en die heeft ons voor een prikje naar Bosnië gevoerd. Fantastisch. En ik reis ook het liefst buiten het toeristische seizoen. Venetië is bijvoorbeeld ’s winters leuker, want er is dan minder volk, en de kanalen stinken dan ook niet.»
HUMO Wie jouw manier van reizen volgt, komt veel mensen tegen, en vaak worden dan grote beloftes gedaan: ‘We zien elkaar zeker terug, laat weten wanneer je in België bent!’ Terwijl daar eigenlijk nooit iets van in huis komt. Vind je dat lastig?
Heylen «Niet meer, en door te verouderen besef je ook dat het loze beloftes zijn. Maar: reizen verbindt. Ik heb eens in kleine groep de Kilimanjaro beklommen: ik heb die mensen nooit meer teruggezien, maar op dat moment waren het vrienden. En je idealiseert je herinneringen en ervaringen. Ik heb zulke mooie emotionele herinneringen aan m’n fellow travellers dat ik bang ben dat die tenietgedaan zullen worden als ik ze terugzie. Ik ben verknocht aan die universele speciale band. Tijdens het draaien van ‘God en klein Pierke’ (waarvoor Heylen een jaar lang BV’s volgde, red.) merkte ik ook dat mensen tijdens het reizen onthecht raken en dingen vertellen waar ze in honderden eerdere interviews met geen woord over repten. Die herinneringen moet je koesteren, want mensen veranderen nu eenmaal.»
HUMO Bestaat de aantrekking van reizen er ook in dat je altijd terug naar huis kunt keren?
Heylen (mijmerend) «De twee mooiste momenten van de reis zijn het vertrek en de terugkeer. Bij het vertrek weet je dat er een beloftevolle tijd voor je ligt. Het afscheid van het thuisfront vind ik met de jaren wel moeilijker: ik moet er drie dagen van bekomen, ook al ben ik maar voor een week weg. De dag voor je terugkeer is fantastisch, omdat je weet dat je terugkeert naar je roots, naar je eigen humor- en muziekcultuur. Bij thuiskomst vertel ik graag één keer vol vuur over m’n reiservaringen, maar de tweede keer heb ik er al geen zin meer in. Gelukkig bestaat er ook beeldmateriaal van m’n reizen: zo vergeet ik niets. Ik zou het zonde vinden dat het gevoel van tijdens de reis verloren gaat, of dat ik het niet zou kunnen delen met anderen.»
undefined
'Je wilt niet weten waarmee ik uit China ben teruggekeerd'
HUMO Zijn er ook nadelen verbonden aan reizen?
Heylen «Ziektes. In Kameroen heb ik eens niet alleen een maag- en darmontsteking, maar ook salmonella én malaria opgelopen. Uit Siberië ben ik met hartklachten teruggekeerd, en je wilt niet wéten waarmee ik uit China teruggekeerd ben.»
HUMO Is er iets wat je altijd meeneemt op reis?
Heylen «Ik heb een rugzakje dat ik overal mee naartoe neem. (Ritst het open) Er zit een spel Chinese kaarten in – die zitten er al in sinds 2007 en werden nog nooit gebruikt, maar je weet nooit wanneer de verveling toeslaat – een mini-atlas om geografische discussies met cameraploegen snel uit te klaren, sudoku’s, pillen voor van alles en nog wat, een slaapmasker voor op het vliegtuig, een zonnebril, een muts, een potlood om ook in de regen dingen te kunnen noteren, en een koplamp – handig als de elektriciteit in arme landen plots uitvalt. Tot slot zitten er ook artikels in die ik uit allerlei magazines gescheurd heb om eindelijk eens te kunnen lezen op het vliegtuig: dat is een zinnelijk genot voor mij.»
HUMO Je hebt in die jaren allicht veel mensenkennis opgedaan. Zijn mensen in wezen overal hetzelfde?
Heylen «Wat de basisemoties betreft wel: mensen zijn op zoek naar geluk, staan open voor liefde, kunnen haten en vechten. Maar ik schrok toch van het Chinese platteland: daar is het cultuurverschil zo immens – er zijn geen ruimdenkende kunstenaars als Ai Weiwei in de buurt – dat het moeilijk is om het verhaal van die inwoners herkenbaar over te brengen. Ze zijn vergroeid met een andere levensfilosofie en hebben het communisme over zich heen gekregen. Maar toch zijn de mensen helemaal anders dan in Rusland: daar bleken de verhalen, ondanks alle clichés over de Russen, net heel herkenbaar te zijn. Volgens mij komt dat omdat Russen ook Kaukasisch van uiterlijk en achtergrond zijn, wij kunnen ons misschien moeilijker vereenzelvigen met Afrikanen en Chinezen. Toen ik eens aan een graatmager Afrikaans meisje van 16 – mét kindje – vroeg hoe ze haar toekomst zag, antwoordde ze droogweg: ‘Toekomst, wat is dat?’ Ik wist niet wat ik hoorde. Dan besef je dat Vlaanderen niet alleen heel rijk, maar ook heel klein is.
»In Pakistan, Afghanistan en Irak hebben fundamentalisten me meermaals proberen te bekeren. Het is interessant om dat soort mensen eens op hun eigen bodem te ontmoeten en van gedachten te wisselen.
»Reizen helpt je afstand te nemen van je grond, je leven, je zorgen en jezelf. Op reis kun je beter vanop afstand naar jezelf kijken, omdat je alleen maar te maken krijgt met mensen die vanop afstand naar jou kijken. Daarom is reizen zo belangrijk: van navelstaren wordt niemand beter. Op reis moet je je kwetsbaar opstellen, word je voor problemen geplaatst en moet je tegenslagen verwerken: dat verrijkt je.»
HUMO Heb je ook al eens de liefde gevonden op één van je reizen?
Heylen «Dat niet, maar ik heb eens 29 uur aan een stuk op een Greyhoundbus door Amerika gezeten, en bij thuiskomst zei ik tegen m’n vrouw: ‘Waren we niet samen, dan had ik zeker drie keer kunnen trouwen.’ Daar zat onder meer een vrouw van een indiaan tussen die mishandeld was en troost zocht, en een cowgirl uit Noord-Dakota die, euh, openstond voor interculturele uitwisselingen. Ik zei het al: mensen raken onthecht en zijn iets lichtzinniger op reis (lacht).»
HUMO Welke landen staan nog op je verlanglijstje?
Heylen «Sinds m’n 18de droom ik al van Finland – ik had toen in Londen een Fins meisje ontmoet die een diepe indruk op mij had nagelaten (lacht) – en ik zou ook graag nog eens de vulkanen in IJsland met eigen ogen aanschouwen. Verder wil ik ooit in Vuurland raken, op het uiterste zuidelijke puntje van de wereld, waar de bomen scheefgroeien door de extreem harde wind. Maar ik ben bang dat het zal tegenvallen: de mooiste dingen heb ik namelijk meegemaakt in landen waarvan ik het nooit had verwacht. En nu IJsland het zo goed heeft gedaan op het EK, zal het vast overspoeld worden door toeristen (lacht).» (kd)