Coronacrisis
Wacht ons een winter vol rampspoed? Hoe we gaan leven met corona
Wat heeft, nu het virus weer oplaait, de nabije toekomst in petto? Wacht ons een winter vol rampspoed, of valt het mee? Een vooruitblik, aan de hand van vier lemma’s en gesprekken met experts. ‘Groepen mensen zullen scherp tegenover elkaar komen te staan.’
De nieuwe wereld: chaos, lockdowns en kleurcodes
Vraag Erwin Kompanje, klinisch ethicus te Rotterdam, welk beeld er bij hem opborrelt als hij denkt aan de komende winter en hij antwoordt onmiddellijk: ‘Chaos en wanorde.’
‘Alle gewone verkoudheidsvirussen waarvoor je vroeger letterlijk de neus ophaalde, zijn nu verdacht’, schetst Kompanje. ‘Iedereen zit zo enorm in de modus van corona, dat er in de perceptie bijna geen andere ziektes meer bestaan. Dus word je als je straks verkouden over straat loopt als een paria gezien.’
Het zijn donkere wolken die zich boven ons samenpakken. Onder druk van de aantrekkende ziektegolf zullen overheden, aangespoord door hun medische adviespanels, er niet aan ontkomen nieuwe maatregelen te nemen. Inperkingen van het openbare leven, verboden, sluitingen. Waarschijnlijk zullen er kleurcodes komen: als uw regio op oranje springt, treedt maatregelenpakket X in werking; kleurt uw regio donkerrood, dan gaat de boel nog wat meer op slot.
Ja, op slot. ‘We zijn de greep toch echt wel kwijt hoor’, zegt Amrish Baidjoe, veldepidemioloog en betrokken bij de tussentijdse evaluatie van het coronabeleid. ‘Met testen en bron- en contactonderzoek alleen gaan we dit niet meer onder controle krijgen. Dus moet je eigenlijk weer de sociale bubbels verkleinen. Thuiswerken, minder samenkomsten, minder eropuit.’
Ook een korte, algehele lockdown is misschien aan de orde in Nederland, regionaal of zelfs landelijk. ‘Een harde reset’, zoals Baidjoe het noemt. ‘Dat je zegt: we gaan een aantal weken plat om het virus klein te krijgen, en intussen zorgen dat we écht alles op orde krijgen, zodat we het virus daarna in de hand houden. En dan geen excuses meer als: hadden we nou vijf weken geleden maar meer tests gekocht.’
Op straat en op het werk zal zich een nieuwe wereld aftekenen. Gaandeweg zullen de sneltests die sommige bedrijven nu al gebruiken om hun personeel te controleren op corona zich uitbreiden, naarmate er meer op de markt komen. Denk aan een snelle blaastest die bij het stadion of op het vliegveld de besmettelijkste mensen uit de menigte vist, of aan dagelijkse routinecontroles op kantoor – ben jij wel negatief?
En ja, als dat u benauwt: u bent vast de enige niet. Vandaar de chaos die Kompanje voorziet: ‘Je krijgt weerstand. Bange en volgzame mensen die het beleid willen volgen en nog drastischer maatregelen willen aan de ene kant, en aan de andere kant mensen die juist zeggen: ik ben er helemaal klaar mee. Die groepen zullen groter worden, en steeds scherper tegenover elkaar komen te staan.’
Ironisch genoeg zullen betere behandelingen olie op het vuur gooien, verwacht hij. ‘Het horrorbeeld van deze ziekte is: je komt rochelend aan in het ziekenhuis, mag niemand meer zien en gaat dood in isolatie. Maar naarmate dat minder gebeurt, zal de perceptie ervan veranderen. Men zal vragen: hoeveel mensen ken je eigenlijk die hierdoor zijn geveld? En als het antwoord is: niemand, dan worden strenge maatregelen toch wel moeilijk vol te houden.’
‘Als je niet serieus met de maatschappij in dialoog gaat, heb je een probleem’, zegt Baidjoe. Onduidelijke en schijnbaar tegenstrijdige maatregelen, treuzelende bewindslieden, een OMT dat in zijn ogen te medisch-academisch is: het is een recept voor vervreemding tussen bestuur en bevolking, vindt ook hij. ‘Het is juist heel belangrijk dat de mensen snappen: er gaat nog iets komen, we zijn nog niet klaar.’
De tweede golf: vlak en hardnekkig
Dus zo ziet hij eruit, de tweede golf. Na de piek van de lente – scherp omhoog, scherp omlaag – staat ons ditmaal waarschijnlijk een ander soort ziektegolf te wachten. Meer een tsunami: een langgerekte golf die weliswaar lager is, maar wel blíjft komen – en komen, en komen.
Hoofdreden is dat het virus niet meer nieuw is. Nog altijd werkt zo’n een op de vier werknemers thuis, nog altijd houden we zo goed en zo kwaad als dat gaat afstand en zijn grote evenementen en handen geven uit den boze. Dat is zand in de raderen van het virus: het verspreidt zich minder gretig dan in de lente.
Anderzijds laat de ervaring in landen als Frankrijk, Spanje en Israël zien dat er nog niet zoiets is als ‘groepsimmuniteit’, het punt waarop het virus zich niet meer kan verspreiden. En dus laait het weer op. Door menselijke laksheid en het seizoen, maar vooral doordat we het openbare leven weer hebben hervat.
‘Dit is gewoon wat je krijgt als een virus rondwaart in een populatie die er nog vatbaar voor is’, zegt hoogleraar theoretische epidemiologie Hans Heesterbeek (Universiteit Utrecht). Trek de lijntjes die het RIVM deze week onthulde losjes door, en je komt uit op een aanzwellende golf die ergens tussen december en februari zal pieken, met duizenden ziekenhuispatiënten en afgeladen ic’s. Een vooruitzicht waarbij de politiek niet op zijn handen zal blijven zitten.
Dat wordt dus hetzelfde liedje als afgelopen lente? Niet helemaal. ‘De kenmerken van de tweede golf lijken wat anders’, zegt hoogleraar inwendige geneeskunde Joost Wiersinga (Amsterdam UMC). ‘In de VS zien we nu meer jonge mensen en mensen met een migratieachtergrond. Waarschijnlijk omdat degenen die weten dat ze tot de kwetsbaarste groepen horen zich beter beschermen.’
Dat zal de druk op de zorg verminderen: jongere mensen belanden immers minder vaak in het ziekenhuis en op de intensive care, en gaan minder vaak dood. Bovendien zijn er intussen de eerste werkzame geneesmiddelen: de ontstekingsremmer dexamethason, antistollingsmiddelen, het antivirale middel remdesivir. ‘Ik denk dat we beter voorbereid zijn’, zegt internist-infectioloog Frank van de Veerdonk (Radboud UMC). ‘We weten wat dit voor ziekte is, we gaan niet meer verrast worden door heel gekke dingen.’
Het gevolg is een verschuiving: minder ic-opnames, meer verpleging. ‘Misschien zullen we zalen moeten openen voor extra bedden, maar er zullen niet meer zoveel mensen aan de beademing liggen’, verwacht Kompanje.
Maar wacht eens. Zouden we het virus onderhand niet op zijn beloop kunnen laten, zónder ontwrichtende extra maatregelen? Er zijn immers aanwijzingen dat de epidemie wellicht sneller stilvalt dan men dacht: al wanneer een procent of 40 besmet is, moet de groepsimmuniteit voelbaar worden, blijkt uit een recente analyse.
‘Alleen zitten we daar toch wel een eindje vanaf’, constateert Heesterbeek. ‘Er zijn hele enclaves waar het virus nog niet is geweest’, zegt Heesterbeek. ‘En in de gebieden waar het zich nu verspreidt, heeft het kennelijk toch veel potentieel.’
Vaccins: teleurstellingen en tegenwind
Vol verwachting klopt ons hart: nog even en er is een vaccin en dan is de crisis voorbij. Toch?
Nou, nee. ‘Het wordt belangrijk het publiek ervan te doordringen dat de eerste generatie vaccins slechts een van de werktuigen zijn in de algehele publieke respons, en waarschijnlijk niet de ultieme oplossing die velen verwachten’, aldus Gabriel Leung en Malik Peiris van de Universiteit van Hongkong donderdag in The Lancet. Sterker nog: ‘Zulke vaccins bereiken waarschijnlijk geen groepsimmuniteit’, gaan de twee in tegen het mantra van minister Hugo de Jonge.
Zeker, de eerste golf vaccins is in aantocht. Farmaceut Pfizer wil eind oktober al in zijn nu nog ‘geblindeerde’ cijfers kijken of het is gelukt proefpersonen met zijn vaccin te beschermen tegen corona. Fabrikanten Moderna en AstraZeneca volgen naar verwachting de maanden daarna.
Het is alleen zeer de vraag wat men in die cijfers aantreft. De meeste vaccinologen gaan ervan uit dat een coronavaccin niet opeens, pats boem, tegen corona beschermt. Verwacht eerder vaccins die de ziekteverschijnselen wat dempen, die alleen werken bij bepaalde subgroepen of die – dat ook – zo weinig effect hebben dat ze de prullenbak in kunnen.
‘Dat is gewoon realistisch’, zegt hoogleraar immunologie Huub Savelkoul (Wageningen Universiteit). ‘In de laatste onderzoeksfase vallen altijd veel kandidaten af, omdat het de fase is waarin je zo’n vaccin voor het eerst test op een grote groep mensen die met het virus in aanraking komt.’
En vlak de bijwerkingen niet uit. Zo lijkt het vaccin van AstraZeneca al twee patiënten zeldzame verlammingsverschijnselen te hebben bezorgd, gelukkig slechts tijdelijk. Maar vragen om een terugslag is het wel. Vooral jongeren zullen niet staan te springen om zich in te laten enten met een vaccin waarover griezelige verhalen de ronde doen, tegen een virus waarvan ze weinig klachten krijgen. In de onderzoeken blijkt nu al zo’n 10 tot 30 procent niet voor zo’n prik warm te lopen.
Wellicht gaat het met het coronavaccin als met de griepprik: vooral voor ouderen en kwetsbaren, die er echt iets aan hebben. ‘En een vaccin heeft psychologische betekenis: we kunnen het virus de baas, we hebben weer handelingsperspectief’, zegt Heesterbeek. ‘Als een vaccin er is, kun je plannen maken om dit langzamerhand beheersbaar te maken.’
Gaandeweg zal het medicijnkastje voller raken, naarmate meer vaccins de eindstreep halen en de fabrieken hun productiecapaciteit op orde krijgen. Zo wordt er meer maatwerk mogelijk: voor ouderen vaccin zus, voor zwangeren vaccin zo, en in warme ontwikkelingslanden liever een vaccin dat niet in de diepvries hoeft.
Maar dat is de wat verdere toekomst. Experts verwachten dat het al snel jaren (jaren!) duurt voordat er een betrouwbaar, flexibel en duurzaam vaccinatieprogramma is tegen het nieuwe virus. Verwacht deze winter vooral veel gedoe over de werkzaamheid, de bijwerkingen en wie voorrang krijgt.
Het eindspel: een golf van chronisch zieken?
De coronacrisis zal niet eindigen met een mooie grande finale, een slotevenement waarin we de doden herdenken en elkaar plechtig weer in de armen sluiten. Denk eerder aan een gestaag proces van gewenning, als de ziekte gaandeweg normaler en minder schadelijk wordt.
Want de meeste wetenschappers denken onderhand wel dat corona een blijvertje is. Wie het virus heeft gehad, kan het waarschijnlijk nogmaals krijgen, al is de ziekte dan wellicht minder ernstig. Zo zou er, als de seizoenen verstrijken, een patstelling ontstaan zoals we die ook hebben met de griep: een seizoensziekte waarvan je verkouden of ronduit ziek kunt worden, en waartegen kwetsbaren zich maar beter kunnen vaccineren omdat corona elk jaar toch ook weer levens eist.
Daardoorheen speelt het probleem van de long haulers (letterlijk: voortslepers), mensen bij wie de ziekte zich openbaart met vaak heftige, chronische klachten, zoals extreme vermoeidheid, geheugenverlies, overgevoeligheid voor licht en geluid, hartkloppingen en hoofdpijn. Het zou weleens de winter kunnen zijn waarin ‘langdurige covid’ het beeld van covid-19 voorgoed verandert.
Soms gaat het daarbij om ziekenhuispatiënten die longschade hebben of langdurig moeten revalideren. Maar vaak gaat het om mensen die niet erg ziek zijn geweest. Zo had bij een groep van 270 mild zieke Amerikaanse patiënten een op de drie na weken nog klachten – bij griep is 90 procent na een paar weken weer beter. Wordt dat soms golf nummer drie: een golf van chronisch zieken?
Misschien, denkt Erwin Kompanje, is ‘langdurige covid’ gewoon de verwoestende echo die infecties soms nu eenmaal achterlaten in het lichaam. ‘Infectieziektes doen iets met je lichaam, en soms geeft dat je hele leven schade’, zegt hij. ‘Kijk maar naar de ziekte van Lyme.’ Anderen vermoeden dat er sprake is van een stoornis van het autonome zenuwstelsel, of van het hart: volgens sommige virologen is covid-19 eerder een hart- en vaatziekte dan een longaandoening, omdat het virus zo goed in vaatwanden gedijt.
Kompanje sluit niet uit dat ‘langdurige covid’ ook een eigen leven gaat leiden, als meer en meer patiënten hun klachten gaan toeschrijven aan corona. Veelzeggend: bij een bloedonderzoek van 1.400 Amerikaanse ‘long haulers’, bleek tweederde geen antistoffen tegen het virus in het bloed te hebben. ‘Mensen gaan het ook voelen als de naam van een aandoening alsmaar wordt herhaald’, zegt Kompanje. ‘Begrijp me goed: hun klachten zijn ongetwijfeld echt. Maar misschien zijn ze wel depressief, hebben ze een burn-out, of gaat hun relatie helemaal niet goed.’
Los nog van alle andere slepende langetermijngevolgen. Patiënten die onbehandeld bleven voor heel andere aandoeningen. Gezondheidsschade bij mensen die door de coronacrisis economisch zijn geraakt. Overgewicht en ongezond leven bij de thuiswerkers.
Kompanje, filosoof van huis uit, mijmert over de gevolgen voor de jeugd die nu is veroordeeld tot beeldschermonderwijs en een verschraald sociaal leven. ‘We gaan voor een deel voorbij aan onze natuur als groepsdier. En de indirecte gevolgen zijn misschien indrukwekkend’, zegt hij. ‘Wie weet zijn we wel getuige van het ontstaan van een nieuwe mens, een die niet meer knuffelt en zoent, en zich voortplant via de iPhone.’
Hij lacht er niet eens bij. ‘Dat mág hoor. Ik sta er open voor.’
Met dank aan Jacco Wallinga (RIVM) en Cécile van Els (RIVM, Universiteit Utrecht)
(VK)