Wanneer wordt een hulpverlener medeplichtig aan mensensmokkel?
Hoever mag je gaan om vluchtelingen uit de nood te helpen? Wat als blijkt dat de vluchteling die je onderdak biedt, in werkelijkheid een mensensmokkelaar is? Rond die vraag draait het ophefmakende ‘proces van de solidariteit’ dat vorige week in de Brusselse rechtbank is begonnen.
'De hulpverleensters voelen zich niet misbruikt: ze hebben nog altijd een relatie met de smokkelaars'
Op de beklaagdenbank: negen vermeende mensensmokkelaars en drie hulpverleners die in 2017 migranten in huis hadden genomen. Vóór het justitiepaleis: een honderdtal sympathisanten die een steunactie hielden onder de leuze ‘Solidariteit is geen misdaad’. Twee van de drie, onder wie journaliste Myriam Berghe van het weekblad Femmes d’Aujourdhui, zijn volgens het Openbaar Ministerie medeplichtig aan mensenhandel, de derde hulpverleenster gaat vrijuit.
‘Dit proces is beladen omdat het aan het licht kan brengen hoe mensensmokkelaars ook burgers kunnen manipuleren en in hun modus operandi inschakelen,’ zeggen advocaten Luc Arnou en Stien Dijckmans. Zij treden op voor het federaal migratiecentrum Myria en stelden zich burgerlijke partij tegen de negen smokkelverdachten – níét tegen de drie hulpverleensters.
HUMO Myria kreeg veel kritiek omdat het zich in dit proces burgerlijke partij stelde. Het zou mensen criminaliseren die migranten onderdak bieden.
Stien Dijckmans «Die kritiek is er nog steeds, omdat de negen andere beklaagden op dezelfde boot willen springen als de hulpverleners. Ze proberen zich als slachtoffers voor te doen. Maar op basis van een grondige lezing van het dossier menen we dat het wel degelijk om een misdaadbende gaat die mensen smokkelde via parkeerterreinen langs de autosnelweg in Wetteren en Waasmunster. Ze transporteerde vluchtelingen in koelwagens, een levensgevaarlijke praktijk. Er zit een telefoongesprek in het dossier waarin een smokkelslachtoffer vanuit een koelwagen om hulp vraagt. In totaal kon de politie 95 slachtoffers uit Eritrea en Soedan identificeren, onder wie twaalf minderjarigen. Er waren ook reistrajecten naar Canada met valse documenten. Voor een smokkeltraject werd tot 2.000 euro per persoon betaald.»
Luc Arnou «‘Solidariteit is geen misdaad’ is een mooie slogan, maar als je wordt betaald om te smokkelen, is het geen solidariteit meer. Dan is het gewoon keiharde business. Let wel, de drie hulpverleensters hebben nooit geld verdiend met smokkel, en daarom hebben we ons ook geen burgerlijke partij tegen hen gesteld. Ze zijn misschien wel gemanipuleerd door smokkelaars die zich anders voordeden.»
HUMO Twee hulpverleensters hadden een relatie met twee van de beklaagden. Eén van hen is zelfs zwanger. Smokkelaars die hulpverleners versieren om hun smokkelpraktijken te vergemakkelijken: dat doet denken aan een loverboytechniek.
Arnou «Ik begrijp de vergelijking, maar we kunnen onmogelijk weten of die mannen bewust een relatie met de vrouwen zijn begonnen met het oog op hun smokkelbusiness. Een loverboy gaat op zoek naar zwakke, kwetsbare meisjes, en hulpverleners zijn met hun open geest ook ontvankelijker voor hulpvragen en kwetsbaar in hun wil om goed te doen. Maar tot vandaag heb ik niet de indruk dat de twee vrouwen zich misbruikt voelen. Ze hebben nog steeds een relatie met de beklaagden.»
HUMO Myriam Berghe heeft haar gsm en haar laptop aan haar vriend Hassan E. uitgeleend, en ze wist dat hij ze gebruikte om zijn smokkelpraktijken te regelen. Dat maakt haar volgens het Openbaar Ministerie wel medeplichtig, maar het eist slechts een lichte straf.
Arnou «Het is afwachten hoe de rechter zal reageren. Het proces wordt in politieke en gerechtelijke kringen met argusogen gevolgd, want het is een testcase: hier moet een rechter voor het eerst de grens trekken waar hulpverlening eindigt en mensensmokkel begint. Het college van procureurs-generaal werkt ook aan een omzendbrief over de materie en zal ongetwijfeld met spanning naar het vonnis uitkijken. Vandaag bestaat er nauwelijks rechtspraak over strafbare hulp bij illegale migratie, en dat plaatst burgers en organisaties die migranten humanitaire hulp bieden voor heel concrete dilemma’s. Hoever kun je gaan? Dat daar eindelijk duidelijkheid in komt, is een goede zaak.»