Wannes Cappelle & Broeder Dieleman & Frans Grapperhaus in de Minardschouwburg (Gent)
‘Zonder gêne gaan we zingen, zingen alsof het de laatste keer is, omdat het leven toch zo teer is’: met die missieverklaring begonnen Wannes Cappelle, Broeder Dieleman en Frans Grapperhaus eraan. Dat doel bereikten zij in Gent, want ruim een uur lang brachten ze fragiele, maar ook sterke en franjeloze liedjes over het doen en laten van de mens. Niemand blies er de kraaienmars, maar of het drietal ook echt veel nieuwe volgelingen won is ook niet zeker.
‘Limieten overstijgen’: dat is wat Wannes Cappelle en Broeder Dieleman moesten doen toen de organisatoren van het Rotterdamse festival Motel Mozaïque hen in 2017 vroegen om samen aan nieuwe muziek te werken. De frontman van Het Zesde Metaal is een Belg, die andere songsmid een Nederlander, en dus keken ze toen wel een beetje over het muurtje. Wel maar een beetje, want op de eerder dit jaar verschenen ep ‘Dit is de bedoeling’- die ze samen met cellist Frans Grapperhaus maakten- blijven ze binnen het door hen al eerder verkende pop-folk-kleinkunstland. Let wel, muzikanten moeten natuurlijk absoluut niet grensoverschrijdend zijn om ons te boeien, want R. Kelly’s lopen er al genoeg rond, nietwaar? We kunnen hier ook niet bevestigen dat de Zeeuwse troubadour als eens iets van die jonge meisjes bepotelaar oplegt, maar menen we te weten dat Dieleman graag naar hiphop luistert.
Woensdagavond kregen we van hem en zijn twee homies geen beats, rhymes, ho’s en grrratatatapowpowpows, maar wel mooie, authentieke cantates. En een verhaal over Benny, het klasgenootje van Cappelle dat door die zanger-gitarist in het vierde studiejaar gepusht werd om zijn bril van ‘onbreekbaar’ glas van zo hoog te laten vallen dat er niets meer van overbleef. En dan kreeg dat arme jongetje ook nog eens twintig bladzijden straf! Volgens de metallo gaat nu alles goed met Benny, maar toch voelt hij nog wroeging. ’Vergeving is een prachtig ding, vind je niet?/Voor wie ontvangt en voor wie schenkt/ Vergeving is een prachtig ding, vind je niet?/Het vraagt misschien wat oefening/ Maar vergeving is een prachtig ding, vind je niet?’. Het leek alsof Cappelle van schuld en boete verlost wilde worden: in ‘Vergeving’ tokkelde Dieleman zo mooi op zijn banjo, en cellosliertjes kringelden zo elegant op, dat die oude man op een wolk niet anders meer kan dan verlossing geven. Mooie lalala’s ook, daar op het einde!
Het klonk tot dan allemaal wel melancholisch, en toen de banjokerel ‘Arme Jezus’ inzette, gleed ook die Willem Vermandere- cover weg in weemoed. Dieleman noemde deze ballade ‘het mooiste Vlaamse lied ooit’, en het moet gezegd worden dat zijn warme stem en de droevige snaren er een pareltje van maakten. Ook ontroerend was ‘Bouwt Ip Mie’ van Het Zesde Metaal: het moest wel zijn piano missen, maar wat Grapperhaus uit zijn klankkast toverde, compenseerde dat royaal. ’t Is bijna lente, maar in de Minardschouwburg leken de herfstblaadjes met hopen van de balkons te dwarrelen.
Maar Freddy De Vadder was een stand-up comedian, toch? En Cappelle schreef mee aan het scenario van ‘Bevergem’, right? Tussen de nummers door werd er dus gegrapt en gegrold, en dat lustten ze daar wel! In dat prachtige, neoclassicistische gebouwtje wordt er ook veel toneel gespeeld, en dus babbelden de snarenmannen ook veel. Misschien wel iets té veel, en dat haalde jammer genoeg wel eens de vaart uit het concert.
Dieleman blijkt in het dagelijkse leven een heel ernstig man, en noemt zijn lolbroekerij zelf alleen maar een handige manier om zich door dit bestaan te werken. Zijn ‘Gloria’ klonk ook serieus, en meanderend en verstild. En niet hij, maar Cappelle zong het prima! De cello en gitaar gingen van tsjaktsjaktsjak tijdens ‘Je Verdriet Is Echt’, en ook een uitgepuurde ‘De ballade van Lanza’ zette er nog wat meer vaart achter. Of ’t echt gebeurd is wat de minnezangers daarin vertellen konden we niet googelen, maar het staat wel vast dat Lanza del Vasto echt heeft bestaan, en dat die geweldloosheidsactivist zo’n tachtig jaar geleden in India met Mahatma Gandhi rondhing, is eveneens waar.
Ghandi, die wilde dat hindoes en moslims vriendjes werden, en religie is natuurlijk ook belangrijk voor de Zeeuwenaar: ‘Ik zal nooit de erfenis van religie kwijtraken, maar nu heb ik het gevoel dat ik daar meer balans in heb’, zie hij daar eens over. In ‘O.L.V. Van De Polder’ richtte hij zich tot Maria: dat is durven, dat is zelfs heel stout volgens Johannes Calvijn en zo! Dieleman, die opgroeide in een streng gereformeerd gezin, trok het zich niet aan, en wilde dat iedereen ‘laat ons niet alleen’ meezong. Hartverwarmend!
Daarvoor en daarna waren er nog wel meer country-folk-blues-popdingen, en die hadden te vaak wat hetzelfde ritme en klankkleur. Hey: dat is wat Cappelle en co nu eenmaal doen, en ja we zijn misschien in een pietepeuterige bui! En toch: het was goed, het ging er bij de fans allemaal wel in als zoete koek, maar echt omverblazen deed dit trio ons niet. Daarvoor was het tot in de bissen opgespaarde Violent Femmes-achtige te slap. ‘That Look You Give That Guy’ van Eels klonk wel nog mooi, zo in het West-Vlaams, maar ‘t mag ne kjè stek’n. Voor de slechte verstaander: dat is Bevergems voor ‘het mag eens prikken’.