null Beeld

Wat helpt écht tegen armoede: de experimenten van econome Esther Duflo. 'Wat mij verbaast is niet dat er vluchtelingen naar hier komen, maar dat het er zo weinig zijn'

‘Je helpt vluchtelingen meer door ze onderdak te bieden dan door ze geld te geven.’

Mauro Pawlowski

'Een tv is voor sommige armen belangrijker dan een volle maag. Als je dat niet inziet, haalt je goedbedoelde hulp niets uit'

Hoeveel geld ook naar arme landen vloeit, het resultaat lijkt steeds hetzelfde: dorpen raken in verval en bronnen drogen op omdat welmenende hulpverleners geen oren hebben naar wat de plaatselijke bevolking écht nodig heeft. ‘Hoe zorgen we ervoor dat hulp daadwerkelijk haar doel bereikt?’ Van die vraag heeft Esther Duflo (45) haar levenswerk gemaakt. Duflo studeerde Economische Wetenschappen in Parijs en aan het Massachusetts Institute of Technology in Boston. Daar richtte ze in 2003 samen met haar promotor Abhijit Banerjee, met wie ze intussen is getrouwd, het Poverty Action Lab op, een instituut waar vandaag meer dan 120 wetenschappers onderzoek voeren naar wegen uit de armoede. Duflo’s carrière is nog maar halfweg, en toch ontving ze al de hoogste onderscheidingen in haar vakgebied.

– Laat ons beginnen met een vraag die we ons allemaal weleens stellen: moet je iets geven aan een bedelaar op straat?

ESTHER DUFLO «Of het móét, weet ik niet, maar ik doe het vaak.»

– Ook als u niet weet of u hem met dat geld echt helpt? Misschien is hij verslaafd en koopt hij er een fles sterkedrank mee.

DUFLO «Als ik niets geef, wordt hij er óók niet beter van. Maar u hebt gelijk: het is een emotionele impuls. Ik doe het niet voor die bedelaar, maar voor mezelf, zodat ík me beter voel. Ik zeg niet dat dat goed is. Op één of andere manier moet ik ermee in het reine komen dat ik een aangenaam leven leid en hij niet.»

– Toen mijn kinderen in de zomer van 2015 de beelden van de vluchtelingenstroom zagen, smeekten ze ons om een gezin in huis te nemen. Ze waren zelfs bereid om daarvoor hun kinderkamer op te geven.

DUFLO «Ik weet niet of dat bij alle mensen zo is. Zelf had ik als kind ook een sterke behoefte om iets te doen. Ik voelde me verantwoordelijk, gewoon omdat ik in fortuinlijke omstandigheden was geboren en niet in een arm gezin in Afrika.»

– Voor een kind is dat een behoorlijk abstracte gedachte. Wanneer kwam ze voor het eerst bij u op?

DUFLO «Ik kan me niet herinneren dat ik ooit anders heb gedacht. Mijn moeder was arts. In de vakantie reisde ze naar oorlogsgebieden om daar hulp te bieden. Wanneer ze terugkwam, toonde ze ons de dia’s die ze er had gemaakt. Ik zag kindsoldaten met kalasjnikovs. We spraken ook over Moeder Teresa. Toen ik 9 was had ik ergens gelezen dat de mensen in Calcutta zo dicht op elkaar leefden dat er voor iedere persoon maar 1 vierkante meter ruimte was. Ik heb toen aan onze au pair gevraagd hoe die mensen dan sliepen.»

– Was u niet boos op uw moeder omdat ze meer tijd doorbracht bij gewonden in een ver land dan bij haar eigen kinderen?

DUFLO «Nee. Ze legde uit waarom we niet samen op vakantie konden, en dat wij als kinderen met dat offer ons steentje konden bijdragen. Daarmee was voor mij de kous af. Iedereen in het gezin zag het zo.»

– Het voorbeeld van de ouders bepaalt in grote mate hoezeer de hulpvaardigheid van een kind bewaard blijft. Daarom hebben wij ook toegegeven aan de smeekbeden van onze kinderen.

DUFLO «U hebt zelf vluchtelingen in huis genomen?»

– Twee mannen uit Marokko. Intussen heb ik het contact met hen verloren. Of we het lot van onze gasten echt hebben verbeterd, weet ik niet.

DUFLO «Ik denk van wel. Vluchtelingen komen doorgaans snel op hun pootjes terecht als ze in het begin de juiste hulp krijgen. Door mensen in huis te nemen, help je ze alleszins veel meer dan door geld te storten.»

– Zou u die stelling ook als econome verdedigen?

DUFLO «Natuurlijk! Economen houden van goede investeringen. Als je een vluchteling een tijdje onderdak biedt en zo zijn levenssituatie stabiliseert, vindt hij sneller een job. En zodra vluchtelingen werk hebben, verrijken ze hun gastland. Hulpverlening creëert economische waarde. Dat effect is zelfs meetbaar. Je kunt bij wijze van experiment vluchtelingen in drie groepen opdelen. De eerste groep wordt in een woonkazerne ondergebracht, de tweede krijgt een eigen woning en de vluchtelingen in de derde groep worden als onderhuurder in huis genomen bij autochtone gezinnen. Vervolgens vraag je om de paar maanden hoe de proefpersonen op dat moment leven en hoeveel ze verdienen. Dan kun je de antwoorden uit de drie groepen vergelijken.»

– Zo hebt u wel honderden praktijkproeven uitgevoerd, meestal in arme landen. Hoe kwam u daarbij?

DUFLO «Toen ik als studente de extreme armoede van honderden miljoenen mensen in de derde wereld zag, vroeg ik me af wat wél zou helpen. Ik onderzocht dus hoeveel alle industrielanden samen uitgaven aan ontwikkelingshulp. Toen ik die cijfers zag, schrok ik. Het was maar 5 procent van wat de regeringen in de derde wereld zélf betalen voor armoedebestrijding in hun eigen land.»

– Onze bijdragen zijn niet eens een druppel op een hete plaat?

DUFLO «We zouden veel meer moeten geven. Maar we mogen ook niet denken dat we met geld alleen de armoede uit de wereld kunnen helpen. Daarom leek het me belangrijk dat de inspanningen van de armste landen zélf zo veel mogelijk resultaat zou opleveren. Zo sloeg ik eind de jaren 90 de handen in elkaar met een ngo uit India die ervoor ijverde dat scholieren meer zouden leren. We verdeelden 120 scholen willekeurig in groepen en onderzochten in iedere groep de resultaten van een bepaalde onderwijsmethode.»

– Wat bleek daaruit?

DUFLO «Dat 90 procent van de kinderen de druk totaal niet aankon. In ontwikkelingslanden zijn de verschillen tussen scholieren bijzonder groot, maar de leraren geven enkel les voor de besten van de klas. Ik ben zelf eens in een klaslokaal gaan zitten: de lerares probeerde ingewikkelde meetkundige bewijzen uit te leggen aan 8-jarigen! De meeste kinderen zaten gewoon door het raam te staren. Zo ontdekten we dat je de scholieren beter niet volgens leeftijd, maar volgens vaardigheden in klassen indeelt. En dat levert spectaculaire resultaten op.»

– Logisch, toch?

DUFLO «Ja, maar ons gezond verstand komt met een hoop ideeën op de proppen die óók goed klinken: schoolboeken uitdelen, meisjestoiletten bouwen, computerlokalen inrichten, enzovoort. Maar dat levert allemaal veel minder op.»

– U had het ook gewoon kunnen vragen aan scholieren, leraren en ouders.

DUFLO «De mensen zelf hebben meestal geen benul van wat het beste is. Veel Indiase ouders willen bijvoorbeeld dat hun kinderen les krijgen in het Engels. Maar omdat het Engels van die kinderen vaak erbarmelijk slecht is, blijft er nauwelijks tijd over voor andere vakken. Het heeft ons tien jaar gekost om dat te begrijpen. En de leraren raffelen gewoon hun onzinnige leerplan af. Daartoe zijn ze zelfs verplicht volgens de Indiase wet.»

– Ik zou u voorbeelden kunnen geven van soortgelijke absurditeiten in ons onderwijs.

DUFLO «En vast niet alleen in de scholen. Daarom hebben we onze methode uit de ontwikkelingslanden geëxporteerd naar Europa en de VS. Veel EU-landen betalen bijvoorbeeld jonge werklozen om een training te volgen voor sollicitatiegesprekken. We hebben onderzoek gevoerd, en wat blijkt? Werklozen vinden na zo’n training inderdaad sneller een job, maar alleen als niet álle kandidaten die training hebben gevolgd! Zodra die sollicitatietraining een standaardprogramma wordt, is ze dus gewoon weggegooid geld.»

– Wat moet er dan wel gebeuren?

DUFLO «Het treurige antwoord is: we hebben momenteel geen goede programma’s om werklozen aan een job te helpen.»

– En met uw experimenten alleen zullen we er ook geen vinden. Want die tonen voorlopig enkel wat er níét werkt.

DUFLO «En toch is onze methode nuttig. Voor je doeltreffend kunt helpen, moet je eerst heel wat dwaalwegen volgen. En daarbij begrijp je steeds beter hoe alles in mekaar zit. Ieder experiment leidt tot een volgend, en aan het einde komt er soms toch een nuttige oplossing uit de bus.»


DVD-SPELER

– Eén van uw critici is Angus Deaton, die in 2015 de Nobelprijs voor Economie ontving. Hij verwijt u dat al die omslachtige experimenten, waarvoor u duizenden mensen jarenlang moet volgen, veel te weinig opleveren. Want wat op één plaats blijkt te helpen, werkt daarom nog niet elders.

DUFLO «Natuurlijk heb je in Afrika andere strategieën nodig dan in Europa. Wij schrijven geen pil voor die in alle omstandigheden werkt. We zeggen alleen waarop je moet letten opdat een maatregel effect zou sorteren. Al zijn er toch wat inzichten die voor veel plaatsen gelden. Zo werden microkredieten lange tijd voorgesteld als een weg uit de armoede. Maar wij hebben in zes zeer verschillende landen, in uiteenlopende omstandigheden, aangetoond dat dergelijke leningen van een paar honderd euro de armoede níét duurzaam verlichten. Ze geven de mensen slechts tijdelijk wat meer bewegingsvrijheid. En de extreem armen bereik je er nauwelijks mee.»

– Dan hebt u het over de mensen die het dringendst onze hulp nodig hebben: zij die het moeten rooien met minder dan 1,25 dollar per dag.

DUFLO «Maar we hebben in al die landen óók aangetoond dat mensen zich zelfs uit extreme armoede kunnen bevrijden als ze maar de juiste hulp krijgen.»

– Welke hulp is dan de juiste?

DUFLO «Je betaalt gezinnen tijdelijk een klein maandelijks basisinkomen, met een koopkracht die bij ons overeenkomt met 20 tot 60 euro. Daarnaast schenk je hun een paar kippen, geiten of een andere inkomstenbron, en geef je ze wat begeleiding. Om die aanpak te testen, zijn we naar dorpjes getrokken in Ethiopië, Ghana, Honduras, India, Pakistan en Peru. Meestal waren de allerarmsten daar mensen die één of andere rampspoed achter de rug hadden: de man dronk, of hij had zijn vrouw in de steek gelaten, of één van de kinderen was gehandicapt. Ze werkten nauwelijks en aten te weinig. Maar met dit programma, dat ontwikkeld is door een organisatie uit Bangladesh, wisten veel deelnemers uit hun situatie te ontsnappen. En overal ging het na drie jaar nog altijd goed.»

– Armoede lijkt over heel de wereld wel dezelfde nadelige effecten te hebben.

DUFLO «Dat noemen we de armoedeval. Extreem armen lijden er vooral onder dat ze alle hoop hebben verloren. Bewijzen kan ik het nog niet, maar we weten al uit experimenten hoe verlammend angst voor de toekomst kan zijn. Als je het financieel moeilijk hebt, of zelfs alleen maar dénkt dat de zaken slecht gaan, neem je slechtere beslissingen. Als het lang niet geregend heeft, merken we dat kleine boeren zelfs eenvoudige denkoefeningen niet meer kunnen oplossen.

undefined

null Beeld

undefined

undefined

undefined

undefined

undefined

undefined

'Ik geef vaak geld aan bedelaars. Ik doe het niet voor hen, maar voor mezelf, zodat ik me beter voel'

»Daar komt ook nog eens ondervoeding bij. Verrassend genoeg eten arme mensen nog steeds te weinig, zelfs als ze zich drie maaltijden per dag kunnen veroorloven. Ik herinner me een bezoek aan een duidelijk ondervoede man in een afgelegen dorp in Marokko. In het huis waar hij met zijn gezin woonde, ontdekten we een tv, een schotelantenne en een dvd-speler. Daarvoor had hij lang gespaard, zei hij.»

– Ontspanning was voor hem belangrijker dan een volle maag.

DUFLO «Ja. En als je dat niet inziet, haalt je goedbedoelde hulp niets uit.»

– Hoe krijg je iemand zover om tenminste goed te eten?

DUFLO «We hebben alles geprobeerd. We hebben met vitaminen verrijkt meel en jodiumzout verdeeld. De mensen namen het niet aan. En dat terwijl uit andere studies blijkt hoe belangrijk dat is. Tijdens een proef in Tanzania kregen zwangere vrouwen jodiumtabletten. Jaren later behaalden hun kinderen duidelijk betere schoolresultaten dan kinderen van moeders die geen jodium hadden ingenomen. Omdat de hersenen van een foetus zich door een tekort aan jodium slechter ontwikkelen.»

– Het is schrijnend hoe de fysieke gevolgen van armoede zich generaties lang laten voelen. Dat mensen in India doorgaans kleiner zijn dan wij, zit niet in hun genen. Het komt doordat hun ouders en grootouders als kind tijdens de cruciale fases van de groei weinig te eten hebben gekregen. Pas bij de derde generatie verdwijnt dat effect: dan zijn Amerikanen met Indiase voorouders gemiddeld even groot als Amerikanen met Europese wortels.

DUFLO «De eerstgeborenen in het gezin zijn ook bijna altijd groter dan hun broers en zussen. Wanneer zij in de cruciale fase van de groei zitten, kopen hun ouders nog genoeg eten. Vanaf het tweede kind doen ze dat niet meer, dus die kinderen blijven klein. En dat blijven ze hun hele leven lang, en ze geven het door aan hun eigen kinderen.»

– Zitten die arme dorpelingen in India of Marokko niet met hetzelfde probleem als heel wat West-Europeanen? Ook wij slagen er vaak niet in gezond te eten.

DUFLO «Ja. Het cliché wil dat armen totaal anders leven dan wij. Maar er is tegelijk veel dat ons bekend voorkomt: ook zij worstelen met de conflicten van het leven, ook zij willen hun kinderen een goede start bieden, met vrienden omgaan, zin geven aan het leven en plezier maken. Net als wij.»

– Nu doet u me denken aan een conversatie tussen schrijver Ernest Hemingway en zijn collega F. Scott Fitzgerald. ‘De rijken zijn anders dan wij,’ zei die laatste. Hemingway antwoordde: ‘Ja, ze hebben meer geld.’

DUFLO «Precies, en dat beperkt de mogelijkheden van armen. Stel je een moeder in een Keniaans dorp voor. Ze leeft van de verkoop van tassen: extreem arm is ze dus niet. Maar wanneer ze dringend geld nodig heeft, moet ze enorme interesten betalen op een lening, áls ze die al krijgt. Haar kinderen zijn misschien begaafd, maar ze kan de schoolkosten niet betalen. Wanneer ze malaria krijgt, is ze haar inkomen kwijt. En vooral: elke dag moet ze beslissingen nemen over dingen die wij als vanzelfsprekend beschouwen. Hoe kom je aan zuiver water? Daar staan wij niet bij stil: we draaien gewoon de kraan open. Het ziekenfonds herinnert ons eraan dat we onze kinderen moeten laten inenten. En over onze oude dag moeten we ons niet al te veel zorgen maken, daar zorgt de staat wel voor. Die betutteling is een luxe.»

– Die Keniaanse vrouw moet het zonder vangnet stellen. Ze heeft meer gelegenheden om fouten te maken.

DUFLO «En haar fouten hebben zwaardere gevolgen.»


OPTIMISTISCH

– Wat hebt u van mensen in armoede geleerd?

DUFLO «Niets wat ik rechtstreeks in mijn eigen leven kan toepassen. Maar onrechtstreeks wel veel: het tekort aan geld waarmee zij kampen, vertoont veel parallellen met ons tekort aan tijd. En op dat vlak maken wij dezelfde fouten. We zijn zo ijverig in de weer met ieder detail te regelen dat we door de bomen het bos niet meer zien.»

– Bijvoorbeeld als we zo druk met onze carrière bezig zijn dat we niet merken dat onze relatie op de klippen loopt?

DUFLO «Ja. Je kunt nog zo intelligent zijn, het kan iedereen overkomen.»

– Al uw experimenten lijken gericht op één doel: mensen helpen betere beslissingen te nemen.

DUFLO «Dat klopt. Een groot probleem met armoede is het gebrek aan info. De mensen krijgen enerzijds te weinig informatie, en anderzijds hebben ze het moeilijk om uit wat ze wél weten de juiste conclusies te trekken. Net daarom heeft ontwikkelingshulp zo veel met educatie te maken.»

– Verliest u nooit de moed door de onrechtvaardigheid in de wereld?

DUFLO «Als er iets is wat me somber stemt, is het wel de geopolitieke situatie. En natuurlijk zinkt de moed me weleens in de schoenen als goede ideeën schipbreuk lopen op politieke onwil. Maar dan moet je gewoon opnieuw proberen. Over het algemeen ben ik optimistisch. Ik doe dit werk nu al twee decennia, en in die periode is de armoede afgenomen op de plaatsen in de wereld waar er vrede heerst. Ook op andere vlakken gaat het beter.»

– De vraag is of dat snel genoeg gaat. Zo niet, dan krijgen we binnenkort nog heel wat meer vluchtelingen aan onze grenzen.

DUFLO «Wat mij verbaast is niet dat er vluchtelingen naar hier komen, maar dat het er zo weinig zijn! En dan heb ik het nog niet over de miljoenen mensen die bedreigd worden door oorlog. Bedenk maar eens hoe hard het leven is voor mensen in een land als Benin, en hoe goed we het hier in West-Europa hebben. Toch blijven de meesten gewoon waar ze zijn. En dat is niet te danken aan het afschrikkend effect van grenscontroles of opvangkampen. Ook in het thuisland blijven de mensen veel vaker in hun eigen streek dan je zou verwachten. Zelfs als ze weten dat de lonen elders hoger zijn, geven ze de voorkeur aan hun vertrouwde omgeving.»

© Die Zeit / Vertaling en bewerking: Robrecht Vandemeulebroecke

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234