Een grafdelver van de begraafplaats Vila Formoso in het Braziliaanse São Paulo, afgelopen maandag. In twaalf uur tijd vonden daar 62 uitvaarten plaats.  Beeld Fernando Bizerra / EPA
Een grafdelver van de begraafplaats Vila Formoso in het Braziliaanse São Paulo, afgelopen maandag. In twaalf uur tijd vonden daar 62 uitvaarten plaats.Beeld Fernando Bizerra / EPA

AnalyseCoronacrisis

Welk land heeft de beste coronastrategie? Vijf lessen over de eerste coronagolf

De Belgische gezondheidszorg wordt internationaal geprezen, maar toen het coronavirus aanklopte, werden ook wij overrompeld. Hoe hebben we, in vergelijking met de landen om ons heen, de eerste slag doorstaan? En is daar wel iets zinnigs over te zeggen? Een vergelijking in vijf lessen.

Maarten Keulemans en Serena Frijters

1. Pas op met winnaars aanwijzen

Het lijkt zo simpel. Zet de sterftecijfers op een rij, en je krijgt een indruk wie er het beste in is geslaagd het virus een toontje lager te laten zingen. In België, Italië en Spanje ging het mis. In Nederland was men slechter af dan in de VS. En in Duitsland en China ging het een stuk beter. Toch?

Wel, nee. Schijn bedriegt, zelfs als het gaat om toch zoiets simpels als het tellen van het aantal doden. Zo telt ons land alle ook maar enigszins verdachte sterfgevallen mee als coronadode. Dat drijft de cijfers op, zegt hoogleraar infectieziektemodellering Sake de Vlas (Erasmus MC). ‘De Belgen telden bij wijze van spreken iedereen die bij overlijden wat snotterig was al mee.’

Of neem Zweden, op papier een land waar de sterfte meevalt. ‘De sterfte is er nog volop aan het toenemen,’ zegt vergelijkend bestuurskundige Dimiter Toshkov (Universiteit Leiden). ‘Wie weet hoe het over een halfjaar is, na een tweede of derde golf. Het is echt nog te vroeg voor dit soort vergelijkingen.’

En er is zoiets als botte pech. ‘De verschillen die je hier ziet, hebben vooral te maken met verschillen in de beginsituatie,’ zegt epidemioloog en wiskundig modelleur Luc Coffeng (Erasmus MC). ‘In sommige landen begon de uitbraak eerder dan in andere, en dat zie je dan terug in de sterfte. Ik zou daar niet te vingerwijzerig over doen.’

Zie het virus ook als een natuurramp, een blikseminslag die overal kan inslaan. Dat beeld dringt zich in elk geval op als je de landsgrenzen wegdenkt en de wereld indeelt naar regio’s, zoals datajournalist Jelmer Visser van Innovation Origins deed voor Europa. Opeens zie je dan dat de uitbraak sterk lokaal is, met brandhaarden als kraters op de kaart: Lombarbije en de Aosta-Vallei in Italië, Madrid en Castille La Mancha in Spanje.

‘Nu de eerste dreun voorbij is, wil iedereen graag weten wie de winnaars zijn en wie de verliezers,’ zegt hoogleraar epidemiologie Frits Rosendaal (LUMC). ‘Verstandige epidemiologen zeggen: sorry, maar dat weten we nog niet. Alleen is dat niet een boodschap waarmee je in de talkshows komt.’

Dat signaleert ook hoogleraar bestuurskunde Kutsal Yesilkagit (Universiteit Leiden). ‘De keuze voor maatregelen wordt langzaam onderdeel van het politieke debat, en de verschillen tussen landen politieke munitie,’ zegt hij. ‘Ik zie de meest aparte types met de statistieken schermen.’

2. Iedereen deed ongeveer hetzelfde (ja, ook Zweden)

In Italië sloot men winkels, in Duitsland ging men volop testen, in België patrouilleerde de politie op straat. Maar kijk van een afstandje naar de maatregelen en wat opvalt, is dat elk land vooral min of meer hetzelfde deed: het openbare leven platleggen, volgens de filosofie die ‘sociaal afstand nemen’ heet.

Zie dan maar eens te achterhalen welke maatregel precies welk effect heeft gehad. ‘Dat wordt de komende jaren de grote uitdaging’, zegt Yesilkagit, die net met onder meer informatici en epidemiologen een voorstel heeft ingediend om dat te ontrafelen. Hij is de enige niet: zo heeft men in Groot-Brittannië liefst 1.100 vrijwilligers aan het werk om in detail in kaart te brengen welk land op welk moment welke maatregelen nam – de grafiek hieronder geeft hun ‘strengheidsindex’ weer.

Dan nog is er ‘diepe kennis’ en ‘enorm veel onderzoek’ nodig om greep te krijgen op de zaak, zegt Yesilkagit. ‘Er zijn subtiele verschillen, bijvoorbeeld in hoe een maatregel wordt gehandhaafd. In Frankrijk wordt veel beboet. In Nederland heeft de politie dezelfde bevoegdheden, maar maakt men er minder gebruik van.’

Elk land kiest wat daar het beste past, denkt Yesilkagit. Oók Zweden, waar de horeca en de scholen open bleven, en dat in sommige media al werd uitgeroepen tot ‘een voorbeeld voor de wereld’. ‘Als je puur kijkt naar de cijfers, wijkt Zweden niet veel af van andere landen,’ zegt Yesilkagit. ‘Ook in Zweden zijn alle grote evenementen verboden en is het openbare leven ingeperkt. Dat past daar ook: het is een uitgestrekt land, je kunt er uren rijden zonder dat je iemand tegenkomt. Het is nog maar de vraag wat er was gebeurd als we de Zweedse aanpak in de dichtbevolkte Randstad hadden geprobeerd.’

3. Beleid heeft minder invloed dan je denkt

Het dappere Azië, dat strijdlustig het virus bestreed. Het luie Italië, dat natuurlijk weer eens te langzaam in actie kwam. Het bureaucratische Nederland, dat zo dom was het verkeerde draaiboek erbij te pakken (dat voor de griep) terwijl dit een ander virus is.

Begin over het coronabeleid, en al snel vliegen de stereotypen over tafel. De strenge Duitsers. De relaxte Zweden. De verdeelde Britten. Terwijl er veel meer toeval in het spel is dan beleidsmakers graag toegeven, zegt De Vlas. ‘Ik heb de indruk dat sommige landen zich op de borst kloppen terwijl ze gewoon geluk hadden. En dat andere landen zich de put in praten terwijl ze vooral pech hadden.’

Neem Nederland. ‘Eén land, met overal dezelfde maatregelen’, zegt De Vlas. ‘En toch zie je dat het zuiden het heel slecht heeft gedaan, en het noorden nauwelijks is getroffen. Hoe kan dat?’ De Vlas geeft zelf het antwoord: omdat Noord-Brabant is waar de uitbraak begon, vanwege het carnaval, en omdat de voorjaarsvakantie in het noorden een week eerder viel, zodat men de stroom besmette wintersporters er net misliep.

Maar wacht. In Zuid-Korea dragen ze mondkapjes, testen ze veel, zijn ze strenger – én zijn er minder sterfgevallen. Dat bewijst toch het succes van die maatregelen? ‘Ik zou daar zeer voorzichtig mee zijn,’ zegt Yesilkagit. Er is immers veel meer dat de sterfte door corona beïnvloedt: verschillen in leeftijdsopbouw en in volksgezondheid, verschillen in gezondheidszorg, in inkomen, mobiliteit, bestuur en in samenstelling van het huishouden. ‘De sterftecijfers per land zijn in zekere zin de samenvatting van deze, en waarschijnlijk nog heel veel andere factoren. Een stip op de grafiek, zonder dat we precies weten waarom hij precies op die plek verschijnt.’

Zo wordt het benoemen van succesfactoren al snel zoiets als een horoscoop lezen: de één meent te herkennen dat het door de traceer-apps komt, de ander ziet het als bewijs voor de werkzaamheid van ruim testbeleid, de volgende denkt dat de mondkapjes erachter zitten. Terwijl de waarheid uiteindelijk ergens saai in het midden ligt. Een beetje van dit, een beetje van dat. Een scheut geluk erbij en een snufje toeval, even roeren, klaar.

‘Het is misschien wat onbevredigend,’ zegt Yesilkagit. ‘Maar we weten gewoon nog niet precies genoeg welke factoren de meeste invloed hebben op de sterfte.’

4. Streng en snel werkt het best

Waarmee natuurlijk niet is gezegd dat beleid dus niets uithaalt. ‘Als we niet hadden ingegrepen, was het hier compleet uit de hand gelopen,’ benadrukt Rosendaal, die begin maart één van de wetenschappers was die aandrong op strengere maatregelen. ‘We zijn rakelings langs de maximale capaciteit van de ic’s gegaan.’

Of kijk naar een analyse van de situatie in Duitsland, die afgelopen vrijdag verscheen in Science. Het schrappen van evenementen en voetbalwedstrijden zal de epidemie zo’n 40 procent hebben geremd, de sluiting van scholen en niet-noodzakelijke winkels weer 40 procent, het samenscholingsverbod voor meer dan twee personen nog eens 7 procent, becijfert een onderzoeksgroep. In Frankrijk moet de lockdown ruwweg driekwart van de besmettelijkheid hebben afgesnoept, berekende een ander onderzoeksteam intussen, in hetzelfde vakblad.

‘We zijn erachter gekomen dat het virus vooral opduikt op plekken waar grote groepen mensen hard naar elkaar roepen,’ zegt Rosendaal. ‘Carnaval, kerkkoren, voetbalstadions, de après-skibar op wintersport.’ En ja, dat betekent dat sommige ingrepen die we hebben genomen wellicht overbodig zijn. ‘Waarschijnlijk is de kans dat je het krijgt van je karretje bij de supermarkt veel kleiner. Maar je voert beleid met de kennis van het moment.’

Vooral de snelheid van ingrijpen lijkt uit te maken. In Italië besefte men pas relatief laat dat het virus in het land was, in de VS en Brazilië keken de leiders aanvankelijk weg van corona. Dat vertaalt zich naar meer sterfte, en kan het succes van landen als Hongkong en Zuid-Korea deels verklaren, denkt Rosendaal. ‘Die stonden al op scherp. Daar hebben ze SARS meegemaakt.’

En, opvallend: een streng landsbestuur lijkt in het voordeel, signaleert Yesilkagit. Dat zou deels verklaren waarom Oost-Europese landen zoals Polen zo’n opvallend lage sterfte hebben. ‘Leunen op experts heeft ook een prijs. Het kan vertraging geven in de besluitvorming.’

Maar vergeet de vorige lessen niet: in de coronacijfers is niets wat het lijkt. ‘In Centraal-Europa is de infrastructuur slechter. Dat kan de verspreiding van het virus mede hebben afgeremd,’ zegt Yesilkagit. ‘Hoe een virus zich precies verspreidt, is uiteindelijk een functie van de mobiliteit.’

5. België is niet het lichtende voorbeeld (maar het is maar hoe je het bekijkt)

In de strijd tegen corona wonen we in een land dat niet vooroploopt. We doen het in elk geval niet beter dan andere landen, laten we het daarop houden.

Neem de acht landen die we in meer detail bekeken (België, Verenigd Koninkrijk, Italië, Nederland, Duitsland, Zweden, Denemarken, Polen). Kijk naar hun oversterfte, hun maatregelen, de economische dreun die ze ervoor krijgen. Wat je dan krijgt is een rangorde, hoe ruw ook. En: België heeft het zwaar te verduren gehad. Ook omdat onze economie meer kromp dan die de Duitse, de Deense of die van onze noorderburen.

Maar kijk naar R, die inmiddels haast iconische maat voor de voortplantingssnelheid van het virus. We rekenden hem uit aan de hand van de sterftecijfers en ontdekten: in België ligt de R al een tijdje onder de 1, wat betekent dat de pandemie afzwakt. Daarmee doen we het beter dan pakweg Nederland of Zweden..

Toch is het ook maar hoe je het bekijkt. Want wat is eigenlijk ‘succes’, in de strijd tegen corona? Is het zo min mogelijk sterfte? Een zo groot mogelijke ‘groepsimmuniteit’? Zoveel mogelijk testen, of zo min mogelijk economische schade? ‘Je zult uiteindelijk moeten kijken naar de verandering door de tijd: de hellingshoek van de grafieken’, zegt Coffeng. ‘De komende weken en maanden zullen leren hoe de aanpak per land heeft uitgepakt.’

Daar staan we dan. Eén-nul voor corona, het virus dat ondanks alle pandemieplannen, goede bedoelingen en maatregelen in 213 landen toesloeg en al tegen een half miljoen mensen doodde. Verliezers zijn er genoeg in de strijd tegen corona. De enige winnaar is voorlopig het virus zelf.

(VK)

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234