Wereldkampioen Mathieu van der Poel: 'Ik heb me nog nooit zo ontspannen gevoeld op een WK als in Tábor'
Tijdens de Superprestigeveldrit in Francorchamps stokte de steile opgang van Mathieu van der Poel even. ‘Ik kan precies niet meer met de fiets rijden,’ sprak de jongste wereldkampioen veldrijden aller tijden met de tranen in de ogen.
'Renners vóór mij zien rijden die ik normaal altijd achter mij laat: ik was er niet goed van'
Verscholen in een hotel in de bossen van Kasterlee bereidt Mathieu van der Poel (20) zich met zijn ploegmaats voor op de drukke kerstperiode, met bijna elke dag een cross. Als ik binnenkom, ligt hij nog languit op de massagetafel van verzorger Willy Looverie, langs wiens handen de spieren van generaties wielerkampioenen passeerden. Twee donkere plekken ontsieren zijn knieën: de littekens van een hoop onheil. Alles begon afgelopen zomer met een spectaculaire val in de Ronde van de Toekomst.
Mathieu van der Poel «Het peloton reed zenuwachtig tegen de wind in, toen ik plots over de kop ging en keihard op mijn rechterknie viel. Het zag er niet fraai uit, maar de wonde werd gehecht en de dag erna ben ik toch weer gestart. Ik eindigde de rit nog als tweede, maar ik heb later toch moeten opgeven. De wonde bleek slecht genaaid, ze is zelfs nog opengescheurd toen ik ’s avonds de trap opging. Daarna begon mijn andere knie op te spelen – die was ook geraakt tijdens de val.»
HUMO Ze hebben in je linkerknie twee peesbladen weggenomen. Vreemd, dienen die dan nergens voor?
Van der Poel «Dat bericht klopte ook niet: ze hebben de vliesjes weggenomen die over de peesbladen lopen. Die waren ontstoken en losgekomen. In het begin wist niemand wat er met mijn linkerknie aan de hand was. Rusten bracht geen oplossing en door die knagende onzekerheid begon ik het ergste te vrezen: veel renners zijn moeten stoppen door knieperikelen.
»Het moeilijkste was opstaan, in de zetel gaan liggen en weten dat het voor de rest van de dag zal zijn. En ik kan al niet stilzitten. Onze hond lag de hele tijd naast mij, die was er wel blij mee (lacht). Maar ik heb toch twee maanden gesukkeld. Ze zeggen altijd dat je van zo’n ervaring sterker wordt, maar zo heb ik het niet ervaren. Ik denk er helemaal niet graag aan terug, ik was er liever van in het begin van het seizoen bij geweest. Ik heb wel alle veldritten op televisie gevolgd. Of ik nu keek of niet: de cross werd toch gereden. Maar ik miste het wel héél erg.»
undefined
undefined
'Met uitspraken die je zelf niet gelooft, maak je jezelf zenuwachtig: als ik topfavoriet ben, steek ik me niet weg'
HUMO Wat miste je?
Van der Poel «Terug in dat wereldje zitten en op het parcours rijden, tussen de mensenzee. Ook wij genieten van die unieke sfeer, hè. Soms vind je het vervelend dat al die supporters je om een foto vragen, maar als je er een tijdje niet bij bent geweest, heb je niets liever. In geen enkele sport zijn de deelnemers zo bereikbaar: mensen kijken mee in onze camper en tijdens de wedstrijd voel je hun adem in je nek. Het is eigenlijk een wonder dat ze de renners niet van hun fiets trekken (lacht).
»Mijn eerste wedstrijd van dit seizoen heb ik op 22 november in Koksijde gereden. Ik had nog maar drie weken training in de benen en mijn vader vond het veel te vroeg. Maar ik heb er zelf voor gekozen: ik móést gewoon opnieuw beginnen.»
HUMO ‘Het trok nergens op,’ zei je na Francorchamps gedesillusioneerd. Zo hadden we je nog nooit gezien.
Van der Poel «Als het slecht is, is het ook slecht, hè. Ik wind er niet graag doekjes om.»
HUMO Voelde die twaalfde plaats als een vernedering aan?
Van der Poel «Dat is veel gezegd, maar het was niet leuk om renners vóór mij te zien rijden die ik normaal altijd achter mij laat. Ik was er niet goed van, en het heeft toch even geduurd voor ik dat verwerkt had.»
HUMO Nochtans hield de week ervoor alleen pech je van de overwinning in Essen, en je won in Overijse. Sven Nys liet zich daar ontvallen: ‘Ik ben blij dat ik maar twee maanden meer tegen Mathieu moet crossen.’
Van der Poel «Ik had gezegd dat ik nog veel beter kan, en dat is ook zo. Ik kan alleen moeilijk accepteren dat ik nog veel tijd nodig heb om mijn beste vorm te halen. Zo’n terugval als in Francorchamps is zwaar om te slikken: plots blijkt dat ik niet meer op mijn lichaam kan vertrouwen.»
HUMO Was dat parcours wel representatief? Het leek meer een survivalexpeditie: kniehoog in de modder lopen en een steile helling met handen en voeten opklauteren.
Van der Poel «Dat kon je nog moeilijk een veldrit noemen, ook al ligt het parcours op een mythische locatie. Ik vond het ook jammer dat veel renners er wel commentaar op hadden, maar voor de camera hun mond hielden.»
HUMO Bots je als renner nu voor het eerst op je grenzen?
Van der Poel «Het is de eerste keer dat het zo moeilijk gaat, ja. En ik realiseer me hoe vlot het tot nog toe is gegaan in mijn carrière. In het veldrijden ben ik nog maar één keer geen wereldkampioen geworden, en ik herinner me dat ik ooit eens pech heb gehad tijdens een Nederlands kampioenschap, héél lang geleden (lacht).»
HUMO Je blonk dit jaar ook op de weg uit: ik zag je in mei als 20-jarige bijna de Ronde van België winnen.
Van der Poel «Ik ben nog altijd kwaad op mezelf dat ik op dat laatste klimmetje in de koninginnenrit moest passen, ook al was het tegen Greg Van Avermaet. Het jaar ervoor was het me zeker gelukt. Ik lijk nu wel weer heel kritisch, maar normaal gezien gaat het altijd beter als een koers zwaarder wordt. Het was ook jammer omdat die koers op tv werd uitgezonden: het is de enige keer dat we als veldrijder in beeld komen tussen de grote namen van het wegwielrennen, en dat spreekt toch de verbeelding van het publiek.»
undefined
'Ik begrijp nu beter waarom iedereen Poulidor een eindzege in de Tour gunde: toen ik in Essen door pech verloor, kreeg ik plots méér aanmoedigingen.'
HUMO Ben je zo hard voor jezelf omdat je zoveel talent hebt?
Van der Poel (knikt) «En om mezelf alert te houden. Mensen zeggen me dat ik nog veel beter kan, en dat ik niet hard genoeg train. Vorig jaar heb ik daar wel wat aan gedaan, en meteen won ik de Wereldbekermanche in Hoogerheide. Ik had niet het gevoel dat ik aan het crossen was: ik zwééfde over het parcours. En meteen daarna kwam het WK en bleef ik de beste. Dus ja, misschien heb ik nog meer in mijn mars (lacht).»
HUMO Je lijkt me koppig, zoals je vader. Of luister je naar goede raad?
Van der Poel «Ik ben er al achter gekomen dat mijn eigen mening niet altijd de juiste is, en dus luister ik. Maar als ik dénk dat ik gelijk heb, kan ik koppig zijn.»
HUMO Je blijkt dan toch niet ongenaakbaar. Levert het je sympathie op, zoals destijds bij je grootvader Raymond Poulidor?
Van der Poel «Iedereen gunde hem een eindzege in de Tour. Ik begrijp het nu beter, want toen ik in Essen door pech de overwinning verspeelde, kreeg ik plots veel meer aanmoedigingen. Het doet me plezier dat ik goed lig bij de mensen hier, in het verleden was dat weleens anders bij buitenlanders.»
HUMO Wordt er dan nooit ‘vuilen Ollander’ geroepen?
Van der Poel «Een paar keer per ronde, ja. Maar de meeste supporters zien me als een halve Belg. Ik doe natuurlijk niet zulke uitspraken als Lars Boom (Boom zei onder meer dat de tegenstanders van Nys harder moesten trainen, red.) – dan krijg je een heel land over je heen. Maar dat ligt nu eenmaal in zijn karakter: Lars heeft de confrontatie nodig.»
Flauw ventje
HUMO Iedereen zegt dat je geen druk voelt, dat je het crossen als een spel ziet.
Van der Poel «Klopt. Ik heb me nog nooit zo ontspannen gevoeld op een wereldkampioenschap als eerder dit jaar op het WK in Tábor. Van bij de start heb ik aan de leiding gereden en de tegenstand op 5 à 10 seconden kunnen houden, iets wat kenners heel hoog inschatten. Mentaal is dat moeilijk: elke fout kan je de wereldtitel kosten. Ik vind het nog altijd raar dat ik me toen in zo’n gemoedstoestand bevond, en dan nog in de belangrijkste wedstrijd van het jaar. Zo stond ik nog rustig tussen de supporters te plassen, toen ze mijn naam omriepen. Decompressie ken ik ook niet. Integendeel: als ik op een hoog niveau presteer, zit ik op een wolk en wil ik nog méér.»
HUMO Je bent niet bang dat je een grote prestatie móét leveren, misschien is dat wel je grootste talent.
Van der Poel «Eén keer ben ik toch bijna onder de druk bezweken: op het WK bij de junioren in Koksijde, in 2012. Mijn entourage herkende me niet meer: ik was onaanspreekbaar en kon nergens meer mee lachen. Ik leek de wedstrijd ook te verliezen, maar ik won op het eind toch, vóór Wout van Aert. Sindsdien heb ik er nooit meer last van gehad: ik besef dat het geen zin heeft om me ergens druk over te maken.»
HUMO Dat je de zoon van een succesvol wielrenner en kleinzoon van een wielerlegende bent, lijkt je ook niet uit balans te halen.
Van der Poel «Nee, dat maakt me net heel trots. Ik merk ook dat de buitenwereld er steeds minder over begint en vooral belangstelling voor mij toont. Dat ik meteen veel won, heeft natuurlijk ook geholpen.»
HUMO Heeft jouw broer David er meer last van?
Van der Poel «Dat weet ik niet. David is wel heel belangrijk voor mij: door zijn aanwezigheid word ik rustig, bijvoorbeeld wanneer we samen eten en in de camper naar de wedstrijd toeleven. Het gebeurt onbewust, want hij is daar niet mee bezig. Onze karakters zijn heel verschillend, net als mijn moeder is hij de rust zelve. Ik ben het tegenovergestelde: alles moet snel gaan. Het betert met de jaren, maar vroeger, in de klas, moet ik een vervelend kind geweest zijn.
»Wat mijn genen betreft zie ik alleen maar voordelen: ik heb een vader die veel van koers kent en een moeder die al heel haar leven met wielrenners samenleeft. Al wordt er bij ons thuis nooit over de koers gepraat. Zelfs na een teleurstelling zoals die van afgelopen zondag niet, die verwerk ik in mijn eentje. Mensen geloven dat niet, maar het is echt zo.»
HUMO De Van der Poels hebben genoeg aan hun eigen gedachten.
Van der Poel «Wij zijn geen grote praters. Al durft papa weleens hardop zijn mening te zeggen. Zo zei hij vorig jaar dat Klaas Vantornout een profiteur was, en toen Wout van Aert beweerde dat hij enkel naar het WK in Tábor ging om te leren, vond hij hem ‘een flauw ventje’. Dat was niet diplomatisch, maar hij had wel gelijk: als je al zoveel crossen bij de profs hebt gewonnen, zeg je zoiets alleen om je in te dekken. Natúúrlijk ging Van Aert om te winnen. Maar met uitspraken die je zelf niet gelooft, maak je jezelf net zenuwachtig, vind ik. Als sporter moet je menen wat je zegt en eerlijk blijven tegenover de journalisten. Ik wist dat ik de topfavoriet zou zijn en ik heb me niet weggestoken. Meer zelfs: ik heb mijn favorietenrol omarmd. Zo ging ik er nog meer in geloven.»
HUMO De algemene teneur na het WK luidde: ‘Van Aert was de sterkste en zonder pech had hij gewonnen.’ Vond je ons Belgen slechte verliezers?
Van der Poel «Een beetje wel, ja (lacht). Hij heeft inderdaad bijna elke ronde sneller gereden, al fietste hij na zijn materiaalpech en zijn val op adrenaline en had hij niks meer te verliezen. Zonder die pech was de strijd feller geweest, maar beweren dat hij zeker gewonnen zou hebben, vind ik kort door de bocht. Nu ja, van mij mochten ze schrijven wat ze wilden: ik zat die dag gewoon goed in mijn vel.»
HUMO Vlak voor de finish kreeg je tranen in de ogen.
Van der Poel «Toen ik langs de materiaalpost reed, zag ik alle mensen die me het hele jaar door met de beste zorgen omringen. Ik kon de vreugde op hun gezichten zien, dat moment was voor mij nog mooier dan over de finish rijden.»
HUMO Het bevestigt wat ze in de ploeg over jou zeggen: Mathieu is vooral lief.
Van der Poel (lacht) «Ik mijn ploeg heb ik vooral vrienden. Ik voel me helemaal niet de leider, al ben ik het door mijn prestaties natuurlijk wel. Ik wil gewoon dat ze me beoordelen als persoon.»
Weg van de weg
HUMO Drijft Wout van Aert jou tot het uiterste?
Van der Poel «We maken elkaar beter. Al ben ik meer met mezelf bezig dan met mijn tegenstander. Op dit moment ben ik geen concurrent voor hem, of toch niet elke week. Wout vertoont weinig zwakke plekken.»
HUMO Misschien speelt de stress op kampioenschappen hem parten? Het Belgisch kampioenschap in zijn geboortedorp Lille, over enkele weken, wordt een beslissend moment.
Van der Poel «Met stress kan hij nog niet goed om. Vorig seizoen hij had al Belgisch kampioen moeten worden en ik denk dat het ook dit jaar heel moeilijk wordt voor hem. Hij is de grote favoriet, daar hij kan hij deze keer niet omheen. Maar er zijn er nog die op het kampioenschap focussen.»
HUMO Mik jij op het wereldkampioenschap in Zolder?
Van der Poel «Dat is over anderhalve maand, en dan moet mijn conditie wel beter zijn. Mijn vader heeft gezegd dat dat niet haalbaar is, maar dat zei hij om de druk bij mij weg te nemen. Het wordt sowieso lastig: Zolder is een snel parcours en tot diep in de finale zal er veel volk vooraan zitten. Dan wordt het een mentaal steekspel. Nederland heeft met Lars van der Haar de slimste renner van het peloton. Reken hem ook maar bij de topfavorieten.»
HUMO Wordt het het laatste kunststukje van Sven Nys?
Van der Poel «De Belgen doen altijd alsof ze een team zijn, maar daar geloof ik niet in. Ik geloof ook niet dat Wout van Aert Sven Nys de wereldtitel zou gunnen. Enfin, gunnen misschien wel, maar hij zal er toch alles aan doen om zelf te winnen. En hij heeft gelijk.»
HUMO Moeten we ons zorgen maken over het post-Nys-tijdperk?
Van der Poel «In Overijse reed hij niet en stond er weinig volk langs de kant. Mijn pa zegt altijd dat Nys de enige crosser is die zijn startgeld terugbetaalt.»
HUMO Hij krijgt 10.000 euro. Hoeveel is dat voor jou?
Van der Poel «Als wereldkampioen krijg ik 8.000 euro, mij hoor je dus niet klagen. Maar de cross is zo populair in België dat ik niet inzie waarom het na Nys plots minder zou worden. Er is ook veel aandacht van kranten en televisie. Al vond ik de ophef over de uitzendingen op Telenet terecht, want dat is niet goed voor onze sport: je moet abonnee zijn én voor sommige crossen zelfs extra betalen.»
HUMO Heeft het volk recht op veldrijden zonder betaalmuur?
Van der Poel «Ik vind van wel. Overal waar ze geld kunnen uitslaan, proberen ze het. Het kan zich tegen hen keren, want de kijkcijfers vallen tegen. Maar ze hebben er veel geld voor neergeteld.»
undefined
'Ik train niet hard genoeg, misschien heb ik nog meer in mijn mars'
HUMO Als crosser verdien je meer dan een wegrenner. Is dat een argument om in het veld te blijven?
Van der Poel «Zeker als jonge kerel verdien je meer, maar je moet er ook staan, hè. Geld is zeker geen drijfveer. Ik heb al heel goede aanbiedingen van grote wegploegen gekregen. Die aandacht is leuk: eindelijk zien ze in dat crossers meer kunnen dan in het veld rijden. Mochten de wegrenners eens een cross rijden, dan zouden ze meer respect tonen.
»Het is de buitenwereld die blijkbaar voor mij beslist dat ik binnenkort naar de weg overstap – ík heb die intentie helemaal niet. Zolang ik dit graag doe, blijf ik het doen. Ik ga niet tegen mijn zin op de weg rijden. In 2018 eindigt mijn contract bij BKCP-Corendon, en niets houdt mij tegen om bij te tekenen.»
Populaire Poulidor
HUMO Komt Raymond Poulidor nog op bezoek tijdens de kerstcrossen?
Van der Poel «Helaas niet. Hij sukkelt met zijn rug en dan is het zwaar om 800 kilometer te rijden – dat is sowieso niet evident voor iemand van 78. Maar we zien elkaar in ieder geval op de wereldbeker in Lignières, want hij woont vlakbij.»
HUMO Het viel me op hoezeer jij en je broer op hem gesteld zijn.
Van der Poel «Ja. David lijkt ook als twee druppels water op hem. We zien hem erg weinig en dat maakt het altijd heel speciaal als hij erbij is. Zelf houdt er ook van om bij ons te zijn, hoor.»
HUMO Hij glimt van trots.
Van der Poel «Zo is hij altijd, en daarom is hij zo populair: de mensen zien hem als een normale mens.»
HUMO Na het WK zei je vader: ‘Mathieu heeft het recht om nog een jongen te zijn.’ Wat bedoelde hij daarmee?
Van der Poel «Dat het speels moet blijven. Hij zegt zoiets echt als bezorgde vader, hè: het is snel gegaan voor mij, en ik heb toch wel een paar stappen overgeslagen in het volwassen worden. Daar zijn we ons erg van bewust. En ik zorg er zelf wel voor dat het speels blijft: na het seizoen trek ik altijd het bos in om te gaan dirtbiken (lacht).»