Wetenschap en Wetstraat reageren op de 7 kwalen van onze democratie volgens Luc Huyse: 'Veel jongeren zouden het liefst à la carte stemmen, per thema'
‘We kunnen nog wel van regering veranderen, maar nauwelijks nog van beleid.’ In zijn vlijmscherpe essay ‘Red de verkiezingen’ maakt socioloog Luc Huyse (80) filet americain van onze huidige democratie. Hij legt uit waarom de kiezer in een permanente staat van ontgoocheling verkeert. ‘Denk niet dat de democratie met één of andere big bang kan sterven. Ze zal stapvoets verdwijnen, en het is nu al bezig.’
'De politici doen steeds straffere beloften die ze steeds minder kunnen waarmaken. Waardoor de bevolking almaar kwader wordt'
De opkomst van het Vlaams Blok, Geert Wilders en Marine Le Pen, de verschrompeling van de traditionele partijen, de brexit, de triomf van Donald Trump: voor Luc Huyse zijn het symptomen van een dieper liggend probleem. Het hart van de democratie is ziek. Zwáár ziek. Verkiezingen doen niet meer wat ervan mag verwacht worden. De kiezer voelt zich zoals de doorsnee ‘Temptation Island’-deelnemer na twee weken in wodka-Redbull gedrenkte praatjes: te vaak bedrogen. Hij wordt moe, cynisch en rebels. Hij haakt af of klampt zich vast aan elke partij die de Grote Verandering belooft. Tot die ook faalt en de desillusie nog groter wordt.
Huyse duidt zeven kwalen aan die het democratische hart beknellen. Om zijn stellingen te beoordelen, schakelde Humo een panel van professionele Wetstraatwatchers en academische wijzen in die verder kijken dan de waan van de dag.
1. ‘Zelfbediening als systeem lijkt wel onuitroeibaar.’
De Leuvense socioloog vindt dat de cultuur van zelfbediening de geloofwaardigheid van politici ondermijnt. Hij verwijst naar de politieke benoemingen, het creëren van vetbetaalde postjes voor politieke medestanders en de graaicultuur bij de intercommunales die begin dit jaar aan het licht kwam. ‘De apothekersschaal die de verdeling van de privileges regelt, is geijkt om iedereen in het bad te trekken. Elke partij weet dat na een verblijf in de oppositie een inhaaloperatie gedoogd zal worden. De N-VA maakt daar gulzig gebruik van. En ook de jonge politici die de oude garde komen aflossen, zijn vaak al besmet.’
Liesbeth Van Impe (hoofdredactrice Het Nieuwsblad) «Ik vind het mooi dat een man van 80 jaar daar nog altijd zo kwaad van wordt. Het zelfreinigend vermogen van de politiek is zeer klein. Er is vooruitgang, maar het gaat tergend traag. Een Vlaamse socialist vertelde me ooit dat je PS-kopstuk André Cools vroeger niet uitgelegd kreeg waarom zijn partij geen geld van Agusta mocht aannemen, aangezien ‘de partij dat toch zou inzetten voor de goede zaak’. Vandaag snapt iedereen dat dat niet kan, maar er is telkens een crisis nodig om het politieke fatsoen te verhogen. Mensen accepteren het argument ‘het is altijd zo geweest’ almaar minder.»
Noël Slangen (communicatiespecialist) «Men beschuldigt politici al duizenden jaren van zelfbediening. Vooral als het slecht gaat, worden die geldkwesties een issue. Als politici morgen alleen nog een homp brood zouden krijgen, zal men nóg klagen over de grootte van dat brood. De essentie is de kloof tussen burger en politiek.»
Luc Van Der Kelen (oud-politiek commentator Het Laatste Nieuws) «Politici doen de kritiek op de graaicultuur nogal gauw af als nestbevuiling. Ze hebben blijkbaar nog altijd niet begrepen dat die praktijken eruit moeten. Ze werken met geld dat ze hebben opgehaald bij de burgers, ze kunnen daar niet mee doen wat ze willen.»
Frank Van Massenhove (manager FOD Sociale Zekerheid) «Uit studies blijkt dat 85 procent van de bevolking razend is over die graaicultuur. Politici onderschatten dat schromelijk. Bij de PS zaten ze altijd hautain toe te kijken hoe de Waalse stemmen als vanzelfsprekend binnenliepen. Na de schandalen rond Publipart en Publifin stellen ze verbaasd vast dat die zekerheden wegvallen.
»Die arrogantie was ook zichtbaar in Frankrijk. Nagenoeg alle presidenten zijn in opspraak geraakt door gesjoemel, en bij de recente verkiezingen kon je met moeite één onbesproken kandidaat vinden. Dan moet je niet verbaasd zijn dat mensen hun geloof in de politiek verliezen.»
Van Impe «Dé blinde vlek van politici is hun eigen gedrag. Ze zetten hele theorieën op over de opkomst van het populisme, maar zien niet dat ze dat populisme zelf in de hand werken: door allerlei mandaten op te stapelen, nutteloze postjes en comités te creëren, en na hun politieke carrière fortuinen te gaan verdienen in het bedrijfsleven.
»Ik zit te wachten op de eerste Belgische politicus die kritiek geeft op Barack Obama, omdat hij zich 400.000 euro laat betalen voor een speech. Er is een collectief besef nodig dat je zoiets niet doet. Telkens hoor je dezelfde argumenten: ‘De regels verbieden het niet.’ En zolang regels het niet verbieden, doen politici het. We zouden hoger moeten mikken dan het niet overtreden van de wet. Wat je ook vaak hoort: ‘In de privé zouden we nog meer verdienen.’ Gá dan in de privé, hè, in plaats van te zeggen dat je de publieke zaak dient en ondertussen als een schooier in allerlei bestuursraden en intercommunales te gaan schnabbelen.»
Van Massenhove «De meeste politici kunnen zulke bedragen niet verdienen in de privé: zo getalenteerd zijn ze nu ook weer niet (lacht). Velen stappen niet in de politiek voor het geld, maar ze blijven er wel in voor het geld.
»Van de commissie Politieke Vernieuwing, die na het intercommunalesschandaal werd opgericht, verwacht ik niets. In plaats van diep na te denken over de kern van het probleem, begonnen de partijen elkaar daar meteen vliegen af te vangen. De vertrouwenscrisis bij de bevolking zit zo diep dat een gezamenlijk mea culpa van alle partijvoorzitters aan de bevolking het minste is wat je zou verwachten. Daar wordt niet eens aan gedácht.»
Carl Devos (politicoloog) «Omdat de verontwaardiging niet heeft geleid tot enorme betogingen. Individuele politici hebben me verteld dat ze op straat wel merkten hoe kwaad de mensen waren, maar er was geen collectieve golf van walging. En alle partijen zijn bij die intercommunales betrokken. Dat maakt het minder bedreigend: geen enkele partij kan ermee scoren.»
Slangen «Men gaat de kleine garnalen aanpakken door te wieden in het aantal postjes bij die intercommunales, terwijl de grote kleppers ermee wegkomen. In het parlement zijn er extra vergoedingen voor fractieleiders, commissievoorzitters en quaestoren. Dat gaat niet over 205 euro per vergadering, maar over duizenden euro’s per maand. Een goede oplossing zou een decumul van de lonen zijn: elke politicus krijgt één loon. Wil hij meer mandaten uitoefenen? Dat kan, maar zonder extra vergoeding.»
Van Massenhove «We moeten het aantal politici verminderen en ze beter betalen. Eén loon, zonder extra’s. Het probleem is dat sommige gemeenten zo klein zijn dat burgemeesters en schepenen te weinig verdienen als ze er hun job voor moeten opgeven. Dat kun je verhelpen door gemeenten te fuseren.»
2. ‘Volksvertegenwoordigers, zo noemen we de mensen die we naar een parlement sturen, in de hoop dat zij in onze naam het land zullen besturen. Maar wat vergissen wij ons.’
Van Der Kelen «Het basisbeginsel van onze democratie is dat het parlement alle macht bezit. De regering moet uitvoeren wat dat parlement – en dus het volk – beslist. Vandaag is dat omgekeerd, en het ligt volledig aan de parlementsleden.»
Ivan Van De Cloot (econoom) «Als je de werking van de Belgische democratie zou quoteren, krijg je een onvoldoende. Ex-premier Herman Van Rompuy zei ooit dat een parlementslid van de meerderheid moet zwijgen en een parlementslid van de oppositie niks te zeggen heeft. Geen enkel parlementslid durft vandaag nog de rug te rechten en voor z’n eigen overtuiging te kiezen. Dat krijg je als je personeel vooral bestaat uit beroepspolitici, met als voornaamste doel: opnieuw verkozen worden. Daarvoor moeten ze in een goed blaadje staan bij de partijtop.»
Van Der Kelen «Ze laten zich niet alleen dicteren hoe ze moeten stemmen, maar ook hoe ze moeten praten en denken. Van de debatfiches die ze meekrijgen, mogen ze amper afwijken. Dat wordt de dood van de politiek. Het is tijd voor een fatsoenspact tussen de partijen, waarin de partijtucht wordt afgeschaft en de macht van het parlement in ere wordt hersteld.»
Devos «De media hebben die partijtucht mee gecreëerd. Als een verkozene in een uithoek van Vlaanderen iets zegt wat afwijkt van de partijlijn, heb je binnen het uur een nationale rel. Het gevolg is dat partijen voortdurend aan schadebeperking doen en zo weinig mogelijk risico’s nemen in hun communicatie. Die debatfiches doden de vrije meningsuiting, maar ik ken ook politici die zich daar geen fluit van aantrekken.»
Van De Cloot «Het drama is dat we de machteloosheid in het parlement als normaal zijn gaan beschouwen. We moeten op zoek naar recepten om de democratie in ere te herstellen. Misschien moeten de kieskringen opnieuw kleiner worden, zodat politici minder afhankelijk worden van hun partij en de plaats op de lijst.»
Slangen «Met de huidige technologie is het mogelijk om de volgorde op de kieslijsten niet te laten meespelen, zodat je plaats op de lijst onbelangrijk wordt. Ik pleit ook voor een maximumtermijn van twee legislaturen, zowel voor parlementsleden als voor ministers. Politiek ís geen job, maar een tijdelijk mandaat dat je krijgt van de bevolking. Die maatregel zal de partijtrouw temperen. Politici zullen zich minder focussen op herverkiezing en meer op realisaties. Het is geen toeval dat Barack Obama in zijn tweede ambtstermijn meer heeft verwezenlijkt dan in de eerste.»
Van De Cloot «Een zinnig voorstel. Er zijn nogal wat onaantastbaren in de politiek. Hoe lang is Didier Reynders al minister? Zulke figuren kunnen doen wat ze willen. Ze worden beschermd door hun partij, omdat ze te veel weten – ze kennen de vuile was.»
Van Der Kelen «We hebben ook fusies nodig in het partijlandschap. De versnippering is te groot. Er zou meer samenwerking moeten zijn.»
Slangen «Laat bij de verkiezingen de drie grootste partijen doorgaan naar de tweede ronde. De andere moeten zich bij één van die drie aansluiten, waardoor je feitelijke kartels krijgt.»
3. ‘De democratie lijdt onder de obsessie voor verkiezingen. Er zijn nauwelijks nog periodes zonder electorale stress.’
Van Der Kelen «Met deze regering is het vanaf dag één misgelopen. Eindelijk hadden we een ideologisch eensgezinde coalitie, die vier jaar verkiezingsvrij kon besturen. Tot ze vaststelden dat ze elkaars grootste concurrenten waren. Ze hadden beter eerst drie jaar bestuurd. Dan hadden ze nog een jaar lang op elkaar kunnen kloppen voor de gemeenteraadsverkiezingen. Niemand wint bij die constante campagnesfeer. De kiezer haakt af door al die onbeduidende relletjes.»
Van Impe «Het is veelzeggend dat deN-VA meer mensen inzet op haar communicatiedienst dan op de studiedienst. Ze hebben geleerd dat ze kunnen rechtpraten wat scheef is.»
Dries Deweer (filosoof Tilburg University) «Door die permanente campagnesfeer zijn de partijen alleen bezig met kortetermijnstrategie. Ze krijgen geen tijd om ruimer na te denken over waar ze met de samenleving naartoe willen. De opeenvolging van belachelijke mediarelletjes die gewonnen moeten worden, gaan ten koste van onderzoek, vernieuwing en frisse ideeën.»
undefined
undefined
'Ivan Van de Cloot: 'Figuren als Didier Reynders (foto) kunnen doen wat ze willen. Ze worden beschermd door hun partij, omdat ze te veel weten.'
4. ‘Kiescampagnes staan bol van marketing, valse beloften en kiezersbedrog. De verpakking is belangrijker dan de inhoud.’
Van Impe «De beloftecultuur is doorgeslagen. Politici realiseren steeds minder, hebben steeds minder macht, maar doen wel alsof ze nog altijd de hele wereld gaan veranderen. Trump heeft de Amerikanen wijsgemaakt dat hij een muur zou bouwen die de Mexicanen zouden betalen, dat hij het moeras van Washington zou droogleggen en massa’s jobs naar Amerika halen. Allemaal dingen die hij waarschijnlijk niet kan en zal uitvoeren.»
Van Der Kelen «In plaats van absurde zaken te beloven, moeten politici veel meer uitleggen hoe de zaken werken, en hoe moeilijk het is om de tanker te keren. En ze moeten meer contact maken met de gewone mensen. Organiseer ontmoetingen, fiets naar het werk, neem de tram, ga lunchen in een taverne en niet in sterrenrestaurants…»
Devos «De factchecks en programmabecijferingen zijn alleszins een stap in de goede richting: een politicus kan niet meer om het even wat beloven. Journalisten en wetenschappers gaan meer dan ooit na of de plannen uitvoerbaar zijn en de slogans wel kloppen.»
Slangen «Daarmee zullen we het vertrouwen niet herstellen. In Nederland doet men dat al jaren: is het vertrouwen in de democratie daar zoveel groter? Een anti-establishmentkiezer gelooft die berekeningen niet eens. Mensen willen geloven wat past in hun denkraam.
»Ik vind dat de kiezer de campagnes krijgt die hij verdient. Hij bepaalt toch in het stemhokje of wilde beloftes en holle slogans aanslaan of worden afgestraft?»
5. ‘De kiezer levert een nauwelijks te ontcijferen boodschap af.’
Huyse vergelijkt het tijdperk van de verzuiling – toen de kiezer nog hondstrouw was aan zijn partij, vakbond en ziekenkas – met de wispelturigheid van de 21ste eeuw, waarin de politieke opinie van mensen een lappendeken van uiteenlopende opvattingen is. De boodschap van de kiezer is een ingewikkelde puzzel, waardoor verkiezingsuitslagen bijna onvertaalbaar worden.
Van Impe «De kiezer heeft nooit een to-dolijstje meegegeven. Het is de job van politici om een verkiezingsuitslag te interpreteren en het beleid daarnaar te richten. De volgende verkiezingen zullen wel duidelijk maken of die interpretatie juist was.»
Van De Cloot «Bij de verkiezingen van 2014 heeft de kiezer een duidelijk mandaat geleverd voor structurele ingrepen om de schuld niet langer door te schuiven naar toekomstige generaties. Maar zodra partijen eenmaal aan de macht zijn, proberen ze toch weer kiezers te paaien met cadeaus en hogere overheidsuitgaven. Men durft geen duidelijke keuzes te maken, de kiezer doet dat vaak wel. En die keuzes worden steeds extremer.»
Van Massenhove «Kiezers zijn geen hokjesdenkers meer. Vergelijk het met muziek: vroeger was je voor house óf voor rock, vandaag kun je Netsky, Major Lazor én System Of A Down goedvinden. En mensen zijn ook heel categoriek in wat ze níét willen: ‘Geen hiphop voor mij.’ In de politiek gaat dat ook zo: bepaalde standpunten willen ze zelfs niet meer horen. Dat valt vooral de traditionele partijen zwaar. Die zitten nog vast in hun 19de-eeuwse ideologieën. Maar: een theorie voor alles, wie gelooft daar nog in? De wereld is te hard veranderd, ze is ook te complex. Veel jongeren zeggen me dat ze het liefst à la carte zouden stemmen, per thema. Daar hebben partijen geen antwoord op.»
Devos «Ik zou ook het liefst per thema stemmen. Maar je hebt partijen en mensen nodig die dat kunnen uitvoeren. Anders krijg je nooit een stabiel bestuur. Op nationaal en regionaal niveau zie ik geen alternatief voor ons huidige systeem, op lokaal niveau kunnen burgerlijsten en -comités wel mee besturen.»
Deweer «Vroeger had je een middenveld dat zijn programma via de zuilen in de politieke besluitvorming injecteerde. Nu die zuilen minder populair zijn, is het aan burgerbewegingen om de partijen te beïnvloeden. Hart Boven Hard, Ringland en de actiecomités rond het Oosterweel-dossier zijn goede voorbeelden. Democratie moet méér zijn dan om de vier jaar een bolletje kleuren.»
Slangen «Die comités zijn een typisch welvaartsverschijnsel. Wie heil verwacht van burgerbewegingen, moet eens de bestuursraad van een fanfareclub of een appartementsgebouw bijwonen. Daar wordt minstens evenveel geruzied en geblokkeerd als in de politiek.»
undefined
'Politici moeten de mensen helpen zich aan te passen aan de veranderende wereld, in plaats van te beweren dat zij de wereld gaan aanpassen aan hun kiezers'
Van Massenhove «In Groot-Brittannië zie je toch burgercomités die gemeenten en steden besturen. Daar moeten we naartoe: het zal leiden tot meer langetermijnbeleid en beslissingen in het algemeen belang.»
Bart Somers (burgemeester Mechelen) «Meer macht naar het lokale niveau halen is zeker één van de oplossingen. Alle studies wijzen uit dat de burger daar nog het meeste vertrouwen in heeft. Lokaal beleid is vaak oplossingsgericht, en wordt minder geplaagd door ideologische dogma’s. In het parlement kun je uren palaveren over het ideale rioleringsstelsel, maar als er in mijn stad morgen een riool kapot is, moet ik wordt zorgen dat die zo snel mogelijk gemaakt.
»In onze hoogopgeleide maatschappij zit er veel knowhow bij de burgers, en die willen meebeslissen. Dat vraagt een andere besluitvorming. Politici moeten regisseurs worden die dat proces sturen en zoeken naar een draagvlak. In Mechelen hadden we een extern bureau ingeschakeld om een plan te ontwikkelen voor een grote autoluwe zone. Een buurtcomité verwierp dat plan en bleek over betere inzichten en zelfs betere software te beschikken om de verkeersstromen in kaart te brengen. We hebben die mensen uitgedaagd om twee breed gedragen alternatieven te ontwikkelen, waarvan we er één hebben uitgevoerd. Als men dat in het Oosterweel-dossier had gedaan, was dat project vandaag misschien al klaar. Als je mensen betrekt, zie je dat ze meestal ook hun individuele belang overstijgen en oplossingen bedenken die goed zijn voor iedereen. Pas als ze het gevoel hebben dat ze niets te zeggen hebben, komt het eigenbelang naar boven.»
6. ‘Wat politici na een stembusslag in handen hebben, lijkt steeds meer op Monopoly-geld: het is er wel, maar je kunt er bitter weinig mee kopen.’
Volgens Huyse hebben politici steeds minder gezag, omdat ze vaak gebonden zijn aan beslissingen die elders zijn genomen of omdat ze grensoverschrijdende problemen, zoals de klimaatverandering, niet alleen kunnen oplossen. Dat brengt de socioloog tot een vernietigende conclusie: ‘Regeringen zijn verzeild in een dilemma waarin aan falen niet te ontsnappen valt. Ofwel beloven ze verandering en veroorzaken ze onvermijdelijk ontgoocheling in het kiezerskorps. Ofwel voeren zij het door anderen opgelegde beleid uit en keert de bevolking zich van hen af.’
Van Impe «Sinds de Tweede Wereldoorlog hebben we altijd een centrumbeleid gehad. Links of rechts, het maakte weinig verschil. Dat centrumbeleid is saai, maar heeft ons veel welvaart gebracht. Het grootste probleem is nu dat politici heel veel beloven en weinig realiseren.»
Van Massenhove «Politici hebben wel macht, maar durven ze nog amper te gebruiken. De Wetstraat zit in een angstkramp. Neem de bedrijfswagen. Iedereen weet hoe nefast dat systeem is: files, luchtvervuiling, verkeersonveiligheid… Maar geen enkele partij durft daar iets aan te doen, bang voor de reactie van de kiezers die hun firmawagen verliezen.»
Deweer «Hetzelfde geldt voor het Europese niveau. Inzake fiscaliteit spelen de multinationals de verschillende lidstaten tegen elkaar uit, waardoor ze nergens eerlijke belastingen betalen. Op Europees niveau zou je dat perfect kunnen regelen, maar de politieke wil ontbreekt.»
undefined
'De opeenvolging van belachelijke mediarelletjes die gewonnen moeten worden, gaan ten koste van onderzoek, vernieuwing en frisse ideeën'
Van De Cloot «Het drama van de Belgische coalitieregeringen is dat de ene regeringspartij niet verdraagt dat de andere scoort. De tegenstander is niet de oppositie, maar de eigen coalitiepartner. Zo verlammen ze elkaar.
»Blijkbaar hebben weinig mensen baat bij verandering, ook de N-VA niet. Bij Itinera leveren wij maandelijks rapporten, studies en beleidsadviezen af. De kabinetten hebben daar geen enkele interesse in. De meest succesvolle politici zijn meestermanagers van het status quo. Ze zijn op die plek geraakt omdat ze hebben bewezen dat we met hen geen avonturen zullen beleven. Zogenaamde vernieuwers als Macron hebben wel een frisse stijl, maar hun programma is meer van hetzelfde. Blijkbaar is het systeem te sterk.»
Devos «Politici winnen geen jackpot, maar ze krijgen toch meer dan Monopoly-geld. Het asiel- en migratiebeleid van Theo Francken is toch duidelijk anders dan dat van Melchior Wathelet? En een centrumlinkse regering zou in België een ander beleid voeren dan de regering-Michel. Oké, Di Rupo heeft ook gemorreld aan de pensioenen en de wachtuitkeringen, maar de verschillen zijn er.
»Ook in Europa kunnen landen tegen de stroom in roeien. Alle lidstaten zijn verplicht om vluchtelingen op te nemen. De Hongaarse premier Orban veegt daar zijn voeten aan. Hij heeft zelfs opnieuw muren en grenzen opgetrokken. Dan kun je toch niet zeggen dat politici geen impact meer hebben?»
Van Impe «Mensen zien ook dat de politiek heel slecht heeft gewerkt voor de uitdagingen van de toekomst. Bea Cantillon zegt dat er op het vlak van armoede in België al twintig jaar niks verandert. Volgens Paula D’Hondt is ons integratiebeleid compleet mislukt. De vergrijzing is niet voorbereid. En met de klimaatverandering is het ook al vijf voor twaalf. De ziekte in de politiek is dat er pas iets lukt als het écht van moeten is. Dat is onhoudbaar.»
Van De Cloot «Dat gebrek aan langetermijnbeleid is hét drama van onze politiek. In Finland bestaat er al jaren een parlementaire commissie voor de toekomst, die al verschillende ministers heeft geleverd. In Nederland is er een ombudsman voor de toekomstige generaties. Misschien zijn dat symbolen, maar er is op z’n minst een erkenning van het belang van de lange termijn.»
7. ‘Je kunt nog wel van regering veranderen, maar niet meer van beleid.’
‘Zou het dus kunnen,’ vraagt Huyse zich af, ‘dat het niet de verzuring is die vele burgers sceptisch, verbitterd en opstandig maakt, maar het gevoel dat hen iets ontstolen is?’
Slangen «In het boek ‘De nieuwe revolutionaire golf’ legt Rob de Wijk uit dat politici voor twee dingen moeten zorgen: veiligheid en welvaartstoename. In een geglobaliseerde wereld komt de veiligheid in het gedrang en vallen zekerheden weg. Nu het geld op is, kunnen politici ook de welvaart niet meer garanderen. Het resultaat is dat ze almaar straffere beloftes doen, waarvan ze er steeds minder kunnen waarmaken. Dat maakt de bevolking nog kwader, en zo krijg je een vicieuze cirkel. Daarom is er behoefte aan politici die de mensen helpen zich aan te passen aan de veranderende wereld, in plaats van te beweren dat zij de wereld gaan aanpassen aan hun kiezers.»
undefined
undefined
'Dries Deweer: 'Het is aan burgerbewegingen als Hart Boven Hard en Ringland om de partijen te beïnvloeden. Democratie moet méér zijn dan om de vier jaar een bolletje kleuren.'
Somers «Tegen problemen zoals de vluchtelingencrisis en de terreur zijn natiestaten in hun eentje weerloos, die moet je op grotere schaal aanpakken. De populisten vinden dat we ons op onze natiestaat moeten terugplooien, alsof de problemen stoppen aan de grenzen. Het tegendeel is waar: we hebben een sterker federaal Europa nodig.»
Van Der Kelen «Politici hebben zelf schuld aan het gebrek aan geloof in Europa bij de bevolking: als ze een onsympathieke maatregel uitvoeren, zeggen ze altijd: ‘Het moet van Europa.’ Dan moet je niet verbaasd zijn dat anti-Europese partijen het goed doen.»
Van Impe «Maar het economische eenheidsdenken in Europa is niet gezond. Men doet alsof er geen alternatief is voor het westerse marktkapitalisme, maar dat model zal uitgedaagd worden. Net zoals het eenheidsdenken over diversiteit wordt uitgedaagd.
»In Griekenland heeft Syriza moord en brand geschreeuwd tegen de Europese agenda. Nu het aan de macht is, is het die agenda aan het uitvoeren. Ofwel plooi je, zoals premier Tsipras, ofwel stap je uit de politiek, zoals Yanis Varoufakis (de flamboyante ex-minister van Economie, red.). Maar de Griek ontsnapt blijkbaar niet aan de Europese dogma’s. Je vraagt je af waar dat toe zal leiden bij de volgende verkiezingen.»
Van Der Kelen «Ik vrees voor een grote clash in Europa. Het is twee voor twaalf voor de politiek. Als men de onvrede bij de bevolking nu niet aanpakt, zullen er nieuwe bewegingen opstaan, zoals die van Beppe Grillo in Italië of Podemos in Spanje. Dat zijn bewegingen rond één mens die het goed kan uitleggen.»
Van Impe «Als we na de verkiezing van Macron achterover gaan leunen en denken: ‘Hèhè, we zijn toch nog niet de VS,’ krijgen we over vijf jaar in Frankrijk Le Pen versus Mélenchon. En dan staat de EU opnieuw op de rand van de afgrond. We hebben al veel wake-upcalls gemist. Op het Vlaams Belang is ook te lang geen antwoord gekomen. Men bleef doof voor de onvrede en beschimpte hun kiezers.
»Marine Le Pen heeft dubbel zoveel stemmen gehaald als haar vader in 2002. Tel daarbij het enorme aantal blancostemmers en thuisblijvers. De toestand is alarmerend.»
Van Massenhove «Europa wordt bestuurd vanuit ouderwetse economische paradigma’s. De liberalen gaan ervan uit dat, als de economie aantrekt, die groei ook zal doorsijpelen naar de onderste lagen van de samenleving. Maar Thomas Piketty heeft aangetoond dat die onderste lagen er de voorbije vijfentwintig jaar niet meer op vooruit zijn gegaan. Die mensen uiten hun woede en pessimisme in de stembus. Zij voelen ook dat hun jobs onder druk staan door de digitalisering en robotisering. De socialisten geloven dat we die mensen kunnen redden met een basisinkomen, maar dat is niet genoeg. We moeten de verliezers van de globalisering uit hun mistroostigheid halen en perspectief bieden. Die mensen willen erkenning, iemand zijn. Als dat niet kan, uiten ze zich door in de stembus tegen hun eigen belang te stemmen, zoals we hebben gezien bij de brexit en de Amerikaanse presidentsverkiezingen.»
undefined
'Veel jongeren zouden het liefst à la carte stemmen, per thema. Daar hebben partijen geen antwoord op'
Deweer «Laten we ophouden met kankeren en niet doen alsof politiek alleen gaat over die paar honderd beroepspolitici. Niets verhindert ons om onze macht als consument te gebruiken, of om een coöperatieve voor windmolens op te richten en in onze eigen energie te voorzien. We hebben allemaal moord en brand geschreeuwd na de bankencrisis, omdat die banken met ons geld werden gered. De banken moesten gezonder worden en er moest een duidelijke opdeling tussen spaarbanken en zakenbanken komen. De lobbyisten uit de sector hebben die wetten grotendeels kunnen afblokken, maar ook de consument laat het afweten. Hoeveel mensen zijn er van bank veranderd? Hoeveel mensen hebben nog altijd een rekening bij grootbanken zoals Fortis? Dan moet je in de spiegel kijken, toch?»