White God
Portret van den hond.
Eerste scène: een meisje fietst door een spookstad, dreigende muziek doet het bloed stollen, en ineens barst er een stormloop los van een meute razende, grollende, voortsnellende honden.
Cool, dachten we, we zijn vertrokken voor een entertainende horrorflick waarin de dieren in goede B-filmtraditie nog eens in opstand komen tegen de mensheid; iets als ‘The Birds’, ‘Piranha’, ‘Them!’, ‘The Bees’ of ‘Frog-g-g!’, maar dan met viervoeters.
Ondanks die openingsscène hoort ‘White God’ dan toch niet helemaal in bovenvermeld rijtje thuis: de Hongaarse regisseur Kornél Mundruczó zit, zeker in het eerste uur, en met typische Oost-Europese zwaarte, vooral een portret van een verweesd meisje te maken. Pas wanneer de cineast het meisje even buiten beeld laat en de lotgevallen van haar hond Max begint te volgen – zo zijn we getuige van een spannende klopjacht op een groep straatmormels – komt er een beetje vuur in de plot. Een beetje laat, als u ’t aan Fikkie vraagt.
Bekijk de trailer: