alles overvriendschap
Wie zijn onze vrienden? Sociologe Beate Volker over hoe we onze vriendengroep samenstellen
Een vriendenkring bestaat doorgaans uit drie of vier hechte vrienden, tien tot vijftien wat lossere. Hoe komen we aan die vrienden? Hoogleraar Beate Volker legt het uit.
Veertig jaar leeftijdsverschil en toch bevriend, dat is zeldzaam. Zo’n vijf jaar leeftijdsverschil is misschien nog gangbaar in vriendengroepen, vertelt Beate Volker. ‘Maar dat is het wel zo’n beetje’, zegt de hoogleraar stadssociologie van de Universiteit Utrecht.
Al jaren doet zij onderzoek naar vriendschappen en sociale netwerken. En daarom weet ze dat vrienden elkaar niet alleen qua leeftijd weinig ontlopen, ze zijn ook nog eens vaak van hetzelfde geslacht, hebben dezelfde opleiding gedaan of komen uit dezelfde omgeving.
Er is dus één fenomeen waar Volker in al haar onderzoeken niet omheen kan: vrienden lijken op elkaar. Hoe komt dat? Door samen op te trekken groeien vrienden naar elkaar toe. Vriendenclubjes inspireren elkaar als het om hun kledingstijl gaat. ‘Maar je kiest elkaar ook uit op gelijkenis’, zegt Volker. Birds of a feather flock together, is het prachtige Engelse spreekwoord dat ze daarvoor gebruikt.
Vriendschap kan magisch aanvoelen
Het is misschien een wat onttoverend facet aan de vriendschapswetenschap, geeft Volker toe. Vriendschap kan magisch aanvoelen, maar volgens sociologen is die beroemde ‘klik’ deels een besef dat je in bepaalde dimensies op elkaar lijkt. Waarom we bevriend raken met mensen die op ons lijken, kan Volker best verklaren.
Allereerst maken mensen makkelijk contact met gelijken, vertelt ze. ‘Dat begint met heel basale dingen: sekse, leeftijd, opleiding, etnische achtergrond, godsdienst.’ Vanuit de psychologie is bekend dat mensen een sterke voorkeur voor gelijken hebben en zich veilig voelen bij herkenning. Het is makkelijker om een praatje te maken met iemand die op je lijkt. ‘Je weet dan wat er terugkomt als reactie’, zegt Volker. ‘Je hebt aanknopingspunten. ‘Heb je gisteren ook die film gezien?’ Meteen heb je een gesprek.’
Dat we graag met gelijken omgaan, heeft ook een dieperliggende reden. Als je anderen tegenkomt die op je lijken, doet dat iets met je. ‘Je voelt je daardoor bevestigd en gezien in je bestaan. Iemand die heel anders is dan jij, zeker als dat op belangrijke dimensies is, plaatst daar voortdurend vraagtekens bij. En dat is niet comfortabel.’
Dé fase om vrienden te maken: net na de middelbare school
En dan is er nog de praktische reden waarom onze maatjes op ons lijken. De kans is simpelweg groter dat je ze tegenkomt in je leven. ‘De poule waaruit je vrienden maakt, is al voorgeselecteerd door de samenleving’, zegt Volker. ‘In ieder café waar jij heengaat, daar zitten meer mensen zoals jij dan in een willekeurig ander café.’
Er is volgens Volker geen betere levensfase om nieuwe vrienden te maken, dan vlak na de middelbare school. ‘Tijdens je opleiding zit je sowieso in een transitiefase van je leven, en dat maakt dat je openstaat voor nieuwe mensen. Daarna ben je bijna nooit meer met zo veel mensen samen die ongeveer op dezelfde manier in het leven staan. Daarom had ik ook zo te doen met de studenten in coronatijd.’
Zelf verhuisde Volker na haar studie vanuit Duitsland naar Nederland, en het duurde even voordat ze bevriend raakte met Nederlanders. Het viel haar op dat de weg naar een vriendschap in Nederland vaak op dezelfde manier verloopt. Eerst een keer op neutraal terrein afspreken, in een café bijvoorbeeld. Daarna misschien nog een keer uit eten, en daarna, als dat goed voelt, spreek je bij iemand thuis af en kan een vriendschap ontstaan.
Dat kan echter nog langzamer, weet Volker. De Oostenrijkers en Hongaren staan steevast onderaan de lijstjes van wanneer iemand een vriend genoemd wordt. Nederland staat ergens in de middenmoot. Amerikanen, Australiërs en Italianen sluiten een friend of amico het snelste in de armen.
Maar enkelen die je ten diepste vertrouwt
Volker bestudeert onder meer de gegevens die voortkomen uit de Survey of the Social Networks of the Dutch, een onderzoek waarvoor sinds 1999 zo’n duizend mensen regelmatig worden ondervraagd over hun sociale netwerk. Uit die studie blijkt dat Nederlanders gemiddeld zo’n drie tot vier mensen tot hun hechtste vriendenkring rekenen.
De meeste mensen laten niet veel metgezellen heel dichtbij, zegt ze. ‘Er zijn maar enkelen die je ten diepste vertrouwt.’ Daar omheen zit echter een schil die iets verder van mensen afstaat, gemiddeld zo’n tien tot vijftien mensen.
Of je er nu veel of weinig hebt, het bijzondere aan hechte vriendschappen is dat ze relaties vormen die vrij hoog scoren op intensiteit. Goede vriendschappen komen zelfs in de buurt van de waarde van een partnerrelatie, zegt Volker. En voor veel mensen scoren vrienden als het gaat om het belang van de relatie in hun leven ook hoger dan familie.
Een heel mooi kenmerk van vriendschap is volgens Volker dat de inhoud van die relatie niet voorgevormd is. In een partnerrelatie staat al veel vast, er zijn verwachtingen, taken, het huishouden, het kerstdiner en in de zomer kamperen met het gezin. ‘Het is een relatie waar je voor kan kiezen. Bij vrienden kun je iedere keer opnieuw uitvinden: wat gaan we met elkaar doen? Dat geeft vrijheid.’
Soms laat je elkaar eventjes gaan
Een opvallende conclusie aan het twintig jaar durende onderzoek naar sociale netwerken is volgens Volker ook dat vriendennetwerken dynamisch zijn en af en toe van samenstelling veranderen. ‘We denken vaak dat vriendschappen die er zijn, ook zo blijven’, zegt Volker. ‘Maar dat is niet zo. Zelfs in die hechte kring van vrienden heb je fases, waarin bepaalde vrienden tijdelijk, of voor langere tijd, naar de achtergrond schuiven. Je laat elkaar eventjes gaan en misschien haal je elkaar weer terug, misschien ook niet.’
Volker wilde graag meer te weten komen over die dynamiek, maar dat bleek nog niet zo makkelijk. ‘Vriendschappen verwateren soms, maar het is niet zo duidelijk waarom. Mensen geven redenen als: we komen elkaar minder vaak tegen.’
Een metgezel uit een heel andere snit
Wel blijken juist de vrienden die ietsje meer van elkaar verschillen, elkaar ook eerder los te laten. ‘De meeste mensen hebben misschien wel één iemand in hun vriendenkring die een beetje anders is. Dat is prikkelend, daar komt innovatie uit voort’, zegt Volker. ‘Maar als je data analyseert, blijkt toch weer dat verschillen een voorspeller zijn voor de kortere duur van een relatie.’
Toch zijn ze er, de mensen die een metgezel vinden die uit heel ander snit zijn gesneden. Zegt dat iets over hen? De wetenschapper zou daar graag nog eens wat meer onderzoek naar doen. Maar ze heeft wel een vermoeden: ‘Als jij een heel diverse vriendenkring hebt, zegt dat waarschijnlijk iets over jouw mentale openheid’.
(Trouw)