William Boyd - Rusteloos
In een rist romans, kortverhalen, fictie en non-fictie, televisie- en filmscenario's werpt William Boyd zich op als chroniqueur van de twintigste eeuw. Hij bestudeert hoe geschiedenisfeiten ingrijpen in individuele levens en gaat op zoek naar de kern van Englishness in Groot-Brittannië en ver daarbuiten.
Het genre van zijn nieuwste roman 'Rusteloos' (Mouria) is very English indeed. Van de boeken van John le Carré tot good old James Bond, een Brit kun je steeds strikken met een stevige spionagethriller.
undefined
Voor 'Rusteloos' heeft mister Boyd zijn huiswerk braaf gemaakt. In een afsluitend hoofdstuk legt hij haarfijn uit op welke waar gebeurde feiten hij zijn boek baseert. Hij focust op een minder bekende - maar daarom niet minder verbijsterende - spionageactie aan het begin van WOII. De Britten zagen nog slechts één uitweg uit de klauwen van Hitler: het isolationistische Amerika moest en zou zich in de oorlog mengen. Om de Amerikaanse publieke opinie te doen kantelen, werd een ingenieus netwerk van mediamanipulatie op poten gezet. Dat allemaal vóór Pearl Harbor in één klap korte metten maakte met de transatlantische onverschilligheid.
Boyds verhaal begint bij de 27-jarige Ruth die in de broeierige zomer van 1976 haar moeders échte levensverhaal krijgt voorgeschoteld. Blijkt dat oma Sally geen duffe Engelse tante is, maar een heuse spionne met Russische roots. Eind jaren '30 werd zij, toen nog onder de naam Eva Delectorskaya, gerekruteerd door de charismatische Lucas Romer van de Britse geheime dienst. Via een tussenstop in Oostende voert de missie naar New York. Maar het spionageavontuur eindigt bitter: 'Het speciale, unieke lot van de spion, om in een wereld zonder vertrouwen te leven.' Boyd tekent met verve de paranoia die voorgoed Eva's denken binnensluipt. Of zoals Ruth zich realiseert: 'Mijn moeder zou altijd naar het Heksenbos kijken zoals nu, wachtend en verwachtend dat iemand haar weg zou komen halen.'
De hoofdstukken over dochter Ruth zijn - hoe kan het anders - minder overweldigend, maar ze bereiken in hun alledaagsheid een aangename complexiteit. Vernemen dat je moeder zowat aan haar vijfde schuilnaam toe is, doet een mens al eens peinzen: 'Het toonde aan dat we niets van anderen af wisten, dat alles omtrent iedereen mogelijk en denkbaar is'. Boyd kan het overigens niet laten om ook in Ruths relaas een vage spanning in te bouwen. Het vermoeden rijst dat twee logés uit Duitsland linkse activisten zijn. Maar die vraag blijft open. Zo is in 'Rusteloos' niets of niemand wat ze pretenderen te zijn, behalve het boek zelf dan: rechttoe; rechtaan een degelijk spionageverhaal.