man van taalguy mortier 80
Wim Helsen: ‘Plicht’
De man keek naar mij en bleef kijken.
Ik zei: ‘Wat is het probleem?’
Hij: ‘Waarschijnlijk veel dingen, maar ik ben hier om ervoor te zorgen dat jij je plicht doet.’
‘Wat bedoelt u met ‘mijn plicht’?’
‘Ik denk dat je goed genoeg weet wat ik daarmee wil zeggen.’
‘Nee, eigenlijk niet. Het klinkt als iets heel bijzonders.’
‘Ik dacht dat je ermee ingestemd had. Dat was wat ik begrepen had toen ik naar hier kwam.’
‘Als ik er ooit mee ingestemd heb, dan weet ik niet meer wat de plicht was.’
‘Zulke gevallen komen we niet vaak tegen. Normaal gezien onthoudt iemand wat het was als ze hebben ingestemd.’
‘O.’
‘Het gaat om iets dat je graag wilt doen omdat je dankbaar bent. Je hebt leren lezen en schrijven en je wilt iets teruggeven. Ik had verwacht dat je heel enthousiast ‘Graag!’ zou schreeuwen, en mij zou bedanken omdat ik je eraan herinner.’
‘Misschien is uw administratie niet op orde. Misschien was het iemand anders met mijn naam. Een foutje ergens.’
‘Dat is wel ooit gebeurd, maar dat is lang geleden. We maken bijna nooit fouten.’
‘Ik weet dat ik het mij wel zou herinneren als het met plicht te maken had. Plicht is iets heel ernstigs.’
‘Plicht is een blij geschenk.’
‘Dat wist ik niet.’
‘Misschien ben je slecht gevallen. Op je hoofd? Misschien heeft iemand je geslagen? Het kan op allerhande manieren misgelopen zijn. Waarom aanvaard je het niet gewoon?’
‘Dat gaat niet. Ik ben niet opgezet met hoe u mij hiermee lastigvalt.’
‘Maar het is je plicht.’
‘Nee, dat klopt niet.’
‘Ik heb het op papier.’
‘En dan?’
‘Ik ga dit rapporteren aan de commissaris.’
‘Doe maar.’
Hij sloeg de deur dicht, liep naar zijn auto en stoof weg. Ik voelde mij goed over mijn leven. Ik was aan niemand iets verplicht. Nooit geweest. Net toen belde mijn vriend Guy. ‘Ik word 80, morgen. Wil je iets schrijven?’
Ik dacht: ja ja ja ja.
‘Oké?’ vroeg hij.
‘Natuurlijk!’ schreeuwde ik. ‘Graag!’