X-Men: Days of Future Past
Fijn om onze vrienden-mutanten terug te zien – but why so serious?
Wat regisseur Bryan Singer – terug nadat hij de regie van ‘First Class’ overliet aan Matthew Vaughn – met ‘Days of Future Past’ beoogt, is niet min: een fusie tussen de originele franchise met Ian McKellen en Patrick Stewart, en de reboot met Michael Fassbender en James McAvoy.
De mutant die de twee tijdslijnen met elkaar verbindt, is Wolverine: hij wordt vanuit de verre toekomst, waarin de mutanten op het punt staan te worden uitgeroeid door de Sentinels, teruggezonden naar de jaren zeventig, teneinde de oorlog te stoppen vooraleer hij begint. Goed geprobeerd, maar het resultaat voelt meer aan als een apocalyptische robotfilm dan als een ‘X-Men’-film: alleen Sarah Connor, Neo en Morpheus ontbreken nog.
Een andere dikke tegenvaller is dat de beheerste gravitas die de vorige ‘X-Men’-films zo bijzonder maakte, hier al te vaak omslaat in ondraaglijke pompeuze ernst. Teken aan de wand is dat McAvoy hier zijn mondwerk niet kan openen of er zweven esoterische uitspraken uit als: ‘De pijn zal je sterker maken, op voorwaarde dat je de pijn aanvaardt.’ Sorry, Professor X, maar zoiets kreeg zelfs Yoda niet uit z’n bek. Hoe vreemd ook om Oscarwinnares Jennifer Lawrence hier in een bijrol te zien als de staalblauwe shapeshifter Mystique. Ons mag ze altijd eens komen shapeshiften.
Bekijk de trailer: