Yves Tumor (★★☆☆☆) en Gaika (★★★★☆) op Les Nuits Botanique
Zonde dat Gaika (★★★★☆) tot nog toe altijd onder de radar is gebleven. Gisteren in Botanique opende de Zuid-Londenaar voor (de wél gehypete) Yves Tumor, maar eigenlijk had híj het hoogste plekje op de affiche verdiend - al lag dat ook deels aan Tumor zelf. Zelden lagen stijlvol en trashy zo dicht bij elkaar als tijdens het eerste uurtje in de Rotonde. En geef toe: wie droomt nu niet van een glaasje Dom Perignon in zijn Adidastraining?
Je merkte bij het begin van Gaika’s set dat een groot deel van het publiek voor de hoofdact was gekomen. Net als hen oogde de Brit aanvankelijk nogal statisch terwijl hij de neerslachtige rapsong ‘1800 FENDI’ inzette, maar Tavares (zo luidt z’n achternaam) kwam helemaal los tijdens derde song ‘Heco’ . Zijn blinkend gebit liet met mondjesmaat slimme autotune toe, die naarmate het concert vorderde alsmaar extravaganter werd – heerlijk, met dat accent van hem. Soms hoorden we verfijnde toetsen die uit de moderne, alternatieve pop leken geplukt, om vervolgens in het gezicht geslagen te worden door grootse, knarsende synths zoals we die hoorden in Kanye’s ‘Blood on the Leaves’. Reken daar de opzwepende dancehallbeats en reggaetonritmes bij, en je had één van de meest eclectische - maar toch coherente - optredens die we in lange tijd zagen. En het publiek, dat was ondertussen helemaal mee.
Toch werd het niet vermoeiend dankzij rustpunten als ‘Glad we Found it’ - de betere emorap. Het was op zulke momenten dat de twee jongens achter de knoppen, waarvan eentje met knalgeel haar, mochten shinen als achtergrondzangers. Maar het was toch vooral Tavares zelf die de show stal naar het einde van de set toe: hij maande de Rotonde aan om gsm’s te doen oplichten, kwam op zijn knieën in het publiek zitten en eindigde met bombastische drums waar Bonnie Tyler jaloers op zou zijn. Damn.
Yves Tumor (★★☆☆☆) is altijd een beetje een mysterie geweest en wilt dat ook nog even blijven. Toen hij het podium betrad in een flauw blauw lichtschijnsel, konden we enkel een silhouet ontwaren van de grote man, getooid in een gekke professorjas, met haren als Robert Smith en een grote bril als professor Trelawney uit Harry Potter. Opener ‘Honesty’ klonk meteen volledig zoals verwacht. Tumors ijzersterk geproducete songs lijken constant in de verte te echoën; iets wat hem één van de boeiendere muzikanten van het moment maakt. Op plaat alleszins, niet live.
Aan zijn performance zal het niet meteen gelegen hebben. Het was leuk - op zijn minst voor even - hoe de Amerikaanse producer zich op extravagante wijze uitleefde over de hele breedte van het podium én in het publiek begon rond te slenteren. Beste moment: toen hij lichtjes struikelde over een trapje en je door de boxen een stille, echoënde ‘o fuck’ hoorde. Want ja: Tumor maakt gretig gebruik van stemvervorming, en zijn favoriete effect is delay. De bindteksten hoorden we 5 keer op rij wegebben, en het bijhorende je m’en foutisme was behoorlijk amusant. Minder genietbaar was de overduidelijke karaoke die hij opvoerde tijdens hitje ‘Noid’.
Ja, Yves Tumors concert begon na een kwartier iets té veel rond performance te draaien. Het geluid mocht, los van de occasionele noise-uithalen, dan wel kraakhelder zijn; toch begon het voorgeprogrammeerde aspect snel te irriteren. De slackerhiphop van ‘Licking an Orchid’ klonk krak hetzelfde als op ons appartement, en dat is doodzonde. Tumors muziek is te goed en complex om gereduceerd te worden tot achtergrondmuziek. In de zomer treedt hij met band op, en oh, wat kijken we daarnaar uit.
25 minuutjes ver in de set verraste Yves Tumor met een nieuwe song. Eentje die in het verlengde lag van meest recente plaat ‘Safe in the Hand of Love’, maar dan eerder een boring b-side. Nee, gezapige hiphopbeats met wat experimentele achtergrondgeluiden zijn geen garantie voor een goede song – tenzij je DJ Shadow heet misschien. Tijdens de lyrics van ‘Applaud’ leek hij zichzelf even niet meer serieus te nemen (‘I’m just a rock and roll baby / Coming with my rock and roll lady / Top-shelf, driving me crazy / Like a Mercedes’), alleszins: dat hopen we voor hem.
En kijk: 35 minuutjes ver in de set en Yves Tumor verliet na het matige ‘Applaud’ flamboyant het podium met een kushandje. En nee, tot grote verbazing van sommigen kwam hij niet meer terug (zij die hem aan het werk zagen op Different Class 2018, wisten ondertussen al dat een set van Tumor soms ook maar 25 minuten kan duren). We vingen ergens op dat hij tijdens de soundcheck reeds zijn onvrede uitte over de decibellimiet, en dus vroegtijdig was gestopt omdat het niet ‘louder’ mocht. Misschien moeten we voor één keer de geluidsnormen van Joke Schauvliege dankbaar zijn.