BOEK★★★½☆
Zijn nieuwe boek volgt weer de typische Brusselmans-formule, al is dat in deze tijden weleens verfrissend
Een nieuwe roman van Herman Brusselmans met Louis Tinner in de hoofdrol, en andermaal hoeft u voor wereldschokkende vernieuwing dit boek niet open te slaan. Zoals haast alle Brusselmans-protagonisten is Tinner een flink gezwollen eikel zonder sociale filter, met in dit geval een fascinatie voor de Tweede Wereldoorlog, explosieve darmproblemen en een zopas overleden vrouw en zoon.
Ook de vloedgolf aan gezeik die uit Tinners mond stroomt, volgt de typische Brusselmans-formule – al is dat in deze tijden weleens verfrissend. Zoals een stilstaande klok twee keer per etmaal juist staat, is de baldadigheid en brutaliteit van Brusselmans tegelijk afgezaagd en vernieuwend, afhankelijk van de tijden waarin we leven. Een soort omgekeerde barometer van de maatschappij, zeg maar.
Hoe dan ook: voor de fans zal dit boek van nog geen tweehonderd pagina’s de gebruikelijke cc’s azijnpisserij injecteren en naar intrigerende vondsten hoeft u zeker niet ver te zoeken (‘longen als koeienvlaaien’ is een beeld om te onthouden), maar de plot fladdert heen en weer en redelijk wat moppen zijn niet bijster origineel. Een hoogtepunt in het oeuvre valt ‘Maanlicht van een andere planeet’ dus niet te noemen. Al zal dat Brusselmans aan z’n reet roesten.