Zin in zen: Thomas Vanderveken'Liefhebben en jezelf zinvol maken, dat is de zin van het leven'
Thomas Vanderveken, de polyvalente VRT-presentator, bezoekt concertzalen ter lering en vermaak, ter ontroering en beroezing.
Hij hoefde niet lang na te denken over zijn favoriete schuiloord voor introspectie: ‘Niets biedt me zoveel rust als live klassieke muziek. Ik heb de mooiste momenten meegemaakt in concertzalen, hier regeert echt het moment.’ Hij fluistert het met door de omgeving afgedwongen eerbied, maar zijn stem neemt een vlucht in het akoestische wonder van de bonbonnière: ‘Dat is het geweldige aan opera in een zaal als deze: je hebt direct contact met de zanger, zonder versterker. Wat uit die keel komt, belandt recht in je oor.’ Hij vertelt over ‘Der Rosenkavalier’: ‘In de bewuste aria bezingt het huwbare meisje een gekregen roos. Op een gegeven moment brengt die sopraan een heel mooie noot, waarna ze – geheel tegen mijn verwachtingen in – niet lager, maar een halve toon hoger gaat. Meteen zit ik te janken als een kind, kippenvel op de armen. Gewoon door de pure schoonheid, nog eens uitgediept door het onverwachte.»
HUMO Zoek je aldoor ontroering tijdens concerten?
Thomas Vanderveken «Ik heb ook al inzichten over de zin van het leven gekregen. Zo heb ik András Schiff een sonate horen spelen van één van de grootste genieën die de mensheid ooit heeft voortgebracht: Beethoven. Een middelmatige pianist snapt maar deels de echte inhoud van de partituur die voor hem staat. Maar Schiff heeft én het brein om te snappen wat Beethoven over vrijheid geschreven heeft én de techniek om mij dat door te geven. Op een gegeven moment bevat die sonate een passage met één noot, te spelen met één vinger – ping ping ping. Heel willekeurig, zo lijkt het. Eigenlijk meldt Beethoven daar dat het er allemaal niet toe doet, dat hij best een beetje kan spelen met het grote en belangrijke kunstwerk dat hij aan het maken is. Dat Schiff me dat heeft doen voelen, was fantastisch en heeft me echt geïnspireerd; sindsdien weet ik dat je het ook in kleine dingetjes moet durven zoeken. Dat je moet durven blijven spelen, plezier maken, vooral als je op zoek bent naar het allergrootste. Dat soort levenslessen zijn de reden waarom ik concerten bezoek.»
HUMO Zitten we nu in je favoriete zaal?
Vanderveken «Dat is wellicht de Henri Le Boeufzaal in Bozar, al probeer ik in verschillende zalen muziek te ervaren. Als ik in Milaan ben, ga ik bijvoorbeeld naar de Scala. Dat kost me een bom geld, maar dat is die ervaring me waard.
»Hier zitten we op de kritische grens tussen schoonheid en kitsch, maar wel aan de goeie kant (lacht). Ik ben blij dat we dit mooie zaaltje in Antwerpen hebben, al zou er iets meer geld tegenaan gegooid mogen worden om het helemaal op te knappen. ’t Is een zaal op maat van de meeste opera’s, hier kan een schone Puccini gebracht worden. Het publiek zit net dichtbij genoeg voor het contact met de zangers en toch kunnen er 1.030 mensen binnen.»
HUMO De zaal doet er dus wel degelijk toe.
Vanderveken «Ik heb Schiff in Carnegie Hall in New York gezien. Een mythische plaats waar alle grote sterren gespeeld hebben, maar eigenlijk te groot voor de muziek die hij bracht. Hij zat dan ook aan een piano die te groot was voor de stukken die hij speelde: late Beethoven, Haydn, Mozart en Schubert – allemaal geschreven voor kleinere piano’s en niet voor de Steinways die vandaag gebruikt worden. Maar hij kon niet anders in die grote zaal. En dan nog moest het publiek heel stil zijn, anders overstemde het kuchen en schuifelen de muziek.
»Ook de Bastille in Parijs, waar pakweg 3.000 man binnen kan, vind ik te groot. Ik heb er onlangs ‘De toverfluit’ gezien. Geen geweldige opvoering – de koningin van de nacht, één van de personages, was een vervangsopraan – maar toch was ik ontroerd. Omdat ik die beroemde aria (imiteert niet kwaad, olijk hahahaháhahahahááá’end) voor het eerst live gehoord heb. Want op één of andere manier kijk ik op dat moment recht in de ogen van Mozart, die in 1791 op geniale wijze hysterie heeft weten weer te geven.»
HUMO Het gaat je dus om het moment waarop een gevoel openbarst?
Vanderveken «Grote sterren als Schiff kunnen ontzettend goed het geheel blijven overschouwen: wanneer ze de eerste noot van hun sonate spelen, kennen ze ook al de laatste noot van hun concert. Zo brengen ze zichzelf in het moment. Dat is het allerbeste wat er is. Het lukt me soms zelf ook aan mijn piano – een Bechstein van 1978, een concertvleugel. Als het echt goed gaat, komen lichaam en geest samen. De hersengolven stemmen zich af op wat het lichaam aan het doen is, en intussen komen er klanken – een soort drie-eenheid: luisteren, uitvoeren en denken tegelijk. Dat is echt ultiem in het moment zijn. Zoals een tennisser tijdens een topmatch, of een gamer die GTA speelt en bijna aan het winnen is. Dát moment.»
Loopbaan met gaatjes
HUMO Vorige week leerde onderzoek dat 28,2 procent van de Belgische werknemers ‘geregeld last van stress van een onaanvaardbaar niveau’ heeft.
Vanderveken «Af en toe heb ik het professioneel razend druk, dan vind ik het ook niet leuk meer. Maar ook op andere momenten heb ik het gevoel dat het leven voorbijsnelt en dat ik te weinig tijd heb om alles te doen wat ik zou willen. Ik vind het leven stresserend, ja, maar ik vraag me wel geregeld af of we het onszelf niet aandoen. Ik ken nogal wat mensen die altijd zeggen dat het drukdrukdruk is, maar die het op hun werk eigenlijk niet zo druk hebben. Maar ze vinden wel dat elke zondagmiddag goed besteed moet worden, met de juiste vrienden en de juiste barbecueset. En ze worden opgeslorpt door de zorg voor hun kinderen, met 105 hobby’s, op verschillende plaatsen ter wereld. We plannen onze agenda vol, maar dat is volgens mij niet hetzelfde als het druk hebben.»
HUMO Het boze oog van de sociale media?
Vanderveken «Daar heb ik zelf weinig last van. Ik geloof wel dat de technologie van vandaag – de elektronische agenda die voortdurend geüpdatet en tot op het halfuur bijgewerkt kan worden – ons in de mogelijkheid stelt om alles nog compacter te plannen. Daardoor worden de snelheid en densiteit van ons leven en werk onvermijdelijk heftiger.
»Onze psychische draagkracht wordt dus wel degelijk op de proef gesteld. Dat valt op telkens als Paul Verhaeghe of Dirk De Wachter op die knop drukken: ze hebben duidelijk de zere plek gevonden. In het boek van De Wachter over de liefde komt voortdurend terug dat we verveeld met elkaar mogen zijn, dat het belangrijk is af en toe niks te doen, dat even geen seks ook oké is. De geruststelling dat je imperfect mag zijn, verschaft veel mensen zuurstof – wat betekent dat ze daarnaar hebben lopen snakken. Dat bewijst dat we de lat voor onszelf psychologisch ontzettend hoog leggen.»
'De autonomie van de tv-makers verkleint. 'Alleen Elvis blijft bestaan' is een gezegende uitzondering, een eilandje dat ik autonoom gecreëerd heb.'
HUMO Houdt de burn-out niet danig huis bij de VRT?
Vanderveken «Burn-outs ontstaan door fout lopende intermenselijke relaties, méér dan door te veel werk. Al is het dus echt wel mogelijk om jezelf ziek te werken. Een topmanager van een groot overheidsbedrijf vertelde me dat hij in zijn auto zat – uitzonderlijk reed zijn chauffeur niet – en plots besefte dat hij de weg naar huis niet meer kende. Hij heeft zijn vrouw gebeld om te zeggen in welke straat hij stond en zij is ’m komen ophalen. Twee dagen later lag hij vastgebonden op een bed in de psychiatrie. Stoppen doorgeslagen door te veel werk.
»Maar verder denk ik dat veel mensen met burn-outsymptomen geen verantwoordelijkheden krijgen in hun job, zich door hun baas niet geapprecieerd voelen, door hun collega’s gepest worden. Dat heeft niet te maken met de drukte van deze tijden, wél met de manier waarop wij vandaag ons werk organiseren: heel top-down, met grote vloeren genivelleerd werkvee dat geen autonome beslissingen mag nemen.
»Bij de VRT had je vroeger een paar producers die programma’s bedachten en ontwikkelden en samen met een team op de kaart zetten. Dat verschilt toch wel wat van de corporate manier waarop vandaag tv gemaakt wordt. Ik wil niet afdingen op dat professionele organisatiemodel, dat slim denkt vanuit onderzoek en marketing, maar de menselijke gevolgen zijn wel dat de autonomie van de maker verkleint. ‘Alleen Elvis blijft bestaan’ is een gezegende uitzondering: het is een eilandje, dat ik redelijk autonoom met een paar gelijkgestemden gecreëerd heb.»
undefined
HUMO Vier jaar terug heb je vijf maanden rust ingebouwd, waarmee je een plaatsje in deze reeks verdiend hebt. Was dat om de burn-out te vlug af te zijn?
Vanderveken «Het moment was ernaar. Ik had twee jaar de ochtend op Klara gepresenteerd en dat opstaan om halfvier ’s nachts was er echt te veel aan. Vervolgens had ik weer kunnen doen wat ik altijd gedaan had: reportages maken voor ‘Vlaanderen vakantieland’. Maar ik vond het beter eens na te gaan waar mijn hart lag en waar ik écht zin in had. Dus heb ik vijf maanden tijdskrediet opgenomen, om uit te rusten, allerlei leuks te doen, en na te denken over de toekomst. Heerlijk! Ik hoop oprecht dat ik ook in de toekomst af en toe ruimte kan creëren om te genieten – meer dan gewoon twee weken vakantie aan de Turkse kust. Omdat ik me niet kan inbeelden mijn hele leven alleen maar in die werklogica te zitten, ik stel me een loopbaan met gaten voor.»
undefined
'Tijdskrediet is preventie: het is nuttiger dat de staat betaalt om ziekte te vermijden dan om ze te genezen'
HUMO Het heeft zelfs rendementsverhogend gewerkt.
Vanderveken (knikt) «In die maanden is de kiem gelegd voor zowel ‘Elvis’ als ‘Voor hetzelfde geld’. En voor meer dat er nog aankomt, ook buiten de tv-wereld.
»Tijdskrediet ligt tegenwoordig politiek gevoelig, maar het is géén luxeverzuim. Het kost inderdaad geld, maar de ziekteverzekering kost meer. Volgens mij is tijdskrediet voor veel mensen preventie, en dan vind ik het nuttiger dat de staat betaalt om ziekte te vermijden dan om ze te genezen.»
HUMO Hoe kom je in afwachting van dat volgende loopbaangaatje tot rust?
Vanderveken «Tot rust komen hoeft niet per se rusten te betekenen. Een lange zware draaidag voor ’Voor hetzelfde geld’ kan ik van me af zetten door in de voorbereiding van een concertpresentatie voor de dag nadien te duiken. Of door een vraag van mijn vriendin over haar boekhouding uit te vlooien. ’t Is zoals bij een kind dat zeurt om een snoepje: attendeer het op een passerende auto of een konijntje en het snoepje is vergeten.
»Ik ben ook beginnen te lopen, met een vriend uit de buurt. Zoals telkens de laatste vijf jaar, heb ik me op 1 januari voorgenomen meer te gaan sporten. Maar dit jaar heb ik het ook echt gedaan. Drie keer per week sta ik om zeven uur op, stap ik in mijn loopschoenen en ben ik vertrokken. ’t Is echt geweldig: ik voel me beter, kan kortere nachten aan, heb geen namiddagdips meer. Van mijn ochtend bij Klara had ik onthouden: wie fysiek op zijn tandvlees zit, verliest ook zijn psychische veerkracht. Selah Sue zei het ook al: ze voelt zich beter door pillen én sport. Wie mentaal weerbaar wil zijn, moet fysiek in orde zijn.»
HUMO Doe je mee aan de yoga-hype?
Vanderveken «Nee, maar ik voel wel wat voor de levenskunst die ermee gepaard gaat. Ik heb het erg voor Zuidoost-Azië en de manier waarop daar de levensbeschouwing in het dagelijkse leven beland is. Een heel mooie poging om lichamelijkheid en spiritualiteit te verbinden. Daar zijn wij hier niet goed in, het christendom heeft lichamelijkheid eruit geklopt. Op dat punt zouden we nog vooruitgang kunnen boeken, ikzelf incluis.
»Toen mijn vriendin (Véronique Leysen, red.) en ik in Peru waren, heeft een sjamaan in de bergen buiten Cuzco samen met ons een ritueel gedaan. Zij was meteen mee, ik stond daar een beetje ironisch naar te kijken. Ik vond dat verschrikkelijk van mezelf, maar ik kon niet anders. En toch voelde ik dat het iets met me deed dat iemand, die me volledig vreemd was, prevelde, me in de ogen keek en mijn hoofd aanraakte. Daar heb ik beslist: we moeten minstens meer met andere mensen rond een vuur gaan zitten.»
HUMO Je gaat je ratio terzijde schuiven?
Vanderveken «’t Is dubbel, ik grijp rationeel in mijn rationele denken in (glimlacht). Door Véronique te leren kennen – wij zijn op veel vlakken tegenpolen – heb ik geleerd dat je je eigen manier om naar het leven te kijken moet bewaren. Meer nog: erkennen wie je bent, is ook deel van gelukkig zijn. Ik heb rust gevonden in het feit dat ik iets rationeler en cognitiever dan gemiddeld ben. Ik ben een beetje een betweter, ja, maar ik ben nu eenmaal goed in ‘de dingen iets beter weten’. Laat mij maar doen, ik zal proberen mijn verstand juist in te zetten (lacht).»
Lieveheersbeestjes overal
We zitten intussen op de rand van het podium. Vanderveken kent de bekoring van de spotlights, vroeger als pianist en cabaretier, tegenwoordig als presentator. Ooit wilde hij Toon Hermans worden, nu droomt hij van een ander soort muziekprogramma voor het theater. De roep van de planken heeft hij wellicht van zijn vader, de acteur Ugo Prinsen: ‘Theater stond thuis op één. Mijn vader had mijn moeder leren kennen toen hij haar regisseerde. Hij was 42, zij 24 – heel fout allemaal (lacht). Máár: een goed huwelijk.’ De dood van zijn vader, in 2004, is het zwarte gat in het verder voorspoedige bestaan van het zondagskind Vanderveken.
Vanderveken «Mijn jeugd was nagenoeg perfect. Maar op een gegeven moment viel mijn vader op de grond: eerst in het Louvre in Parijs, vervolgens nog twee keer in de tuin. Twee dagen later was het doodsverdict er: longkanker. Na die diagnose heeft hij nog anderhalf jaar geleefd. Ik ben blij dat we nog uitgebreid afscheid hebben kunnen nemen, maar ik ben niet blij over dat laatste halfjaar: het had vroeger moeten kunnen stoppen. Op een gegeven moment werd mijn vader door de morfine ontoerekeningsvatbaar en wilde hij dood, maar dat kon niet omdat hij de euthanasieaanvraag vroeger had moeten regelen.
»We hebben dat toen niet goed aangepakt, dat ga ik zelf anders doen. De afgelopen vijftig jaar heeft de mens geleerd veel langer te leven, nu is het echt tijd om te leren op tijd te sterven. Onderzoek leert dat we in ons laatste levensjaar veruit het meest aan de gezondheidszorg kosten. Ik wil de zaak niet louter economisch bekijken, maar het is wel een duidelijk bewijs dat we – even – te lang leven. We moeten het zelf tijdig zien te stoppen.»
undefined
'Ik betreur dat ik ooit zal sterven, want ik leef keigraag'
HUMO Heeft het geloof je gezin geholpen om de dood van je vader te verwerken?
Vanderveken «Mijn ouders waren ongelovig. Maar mijn vader, geboren in 1938, was in zijn collegejaren dagelijks opgedraafd als misdienaar en dat had wel degelijk sporen nagelaten. Toen hij ziek werd, stak de hang naar die kerk toch terug op. De angst voor de dood was zo heftig dat hij toch nog een goed leven geleid wilde hebben, om alsnog een toegangsticket tot de hemel te krijgen. Dat was er dus blijkbaar grondig ingeramd.
»Het bewijst bovenal hoe groot onze doodsangst is. Ik begrijp heel goed waarom mensen altijd weer naar godsdienst grijpen: we willen niet dood. Als ik eraan denk dat ik ooit zal sterven, word ik onwel. Zuivere doodsangst. Ik probeer me te troosten met de gedachte dat ik niet ongelukkig was vóór mijn geboorte: ik was er niet en die toestand ervoer ik niet als erg. Ik zal dus ook niet zelf kunnen betreuren dat ik er niet meer ben. Maar op dit moment, nu, betreur ik wel dat ik ooit zal sterven. Het blijft onwezenlijk en verschrikkelijk. Want ik leef keigraag.
»Ik snap dus dat het handig is om niet met die angst te hoeven leven, maar ik snap niet dat je je aan allerlei achterlijke regels wilt onderwerpen. Zo verspeelt een gelovige vanwege zijn angst voor de toekomst immers het heden, om te beginnen: zijn kans om vrij te denken. En de dood van mijn vader heeft me net geleerd te investeren in vandaag. Door met de neus op het feit gedrukt te worden dat het plots afgelopen kan zijn, heb ik geleerd te genieten van het nu. Ook dat lag aan de bron van die vijf maanden tijdskrediet.»
HUMO Ben je als kind nooit verleid door de prachtige sprookjes in de godsdienstles?
Vanderveken «Ik ben naar een protestantse lagere school geweest – een klein schooltje in de buurt, waar ik heen gestuurd werd omdat ik het eerder in een grotere school lastig had om me aan te passen. Ik heb daar veel geleerd over de bijbel. Fijn, want het helpt om te weten wie Johannes de Doper is als je schilderijen gaat interpreteren. Toen ben ik een beetje gelovig geweest, waar mijn ouders nooit tegenin gegaan zijn. Wel hebben ze bijgestuurd, bijvoorbeeld als de leraar godsdienst, een Nederlander die nogal direct in contact stond met de Heer Jezus, verkondigde dat we eigenlijk niet hoefden te kijken als we de straat overstaken omdat God wel zou beslissen wanneer onze tijd gekomen was. Dan zeiden mijn ouders dat het misschien toch beter was om naar links én rechts te kijken (lacht).»
HUMO Logisch dat het een fijn, klein schooltje bleef.
Vanderveken «’t Was een heel toffe periode, mijn weerstand tegen godsdienst is pas nadien gekomen. Door meer van de geschiedenis af te weten, door vandaag naar de wereld te kijken en te zien hoe beknottend geloof is. Het knipt de vleugels van mensen, beperkt vrijheden. In Europa zijn we over het algemeen erg bang, schuld en boete zitten op één of andere manier in ons collectieve onderbewustzijn gestampt. En in Saoedi-Arabië is de islam echt een problematische domper op veel mensenlevens. Die mensen leven ook maar één keer, en hun leven gaat naar de haaien door de interpretatie van een boek!»
HUMO Je maakt je echt druk.
Vanderveken «Het taboe vind ik het ergste. Er is vandaag geen open gesprek mogelijk over de historische en huidige schuld van de katholieke kerk en andere godsdiensten. Ik moet uitkijken wat ik zeg over de islam of ik moet voor mijn leven vrezen. En het blijft moeilijk in het openbaar te zeggen dat het allemaal niet waar is. Terwijl je toch niet anders kunt dan vaststellen dat de in de bijbel beschreven God een menselijke constructie is – die dus niet bestaat? En daarom heeft niemand het recht om in Zijn naam ook maar iets af te dwingen. Nooit. Een gelovige is als een klein kind dat zijn schoen zet voor Sinterklaas: hij gelooft in iemand die niet bestaat. Mij best, maar dan moet hij mij en de rest van de maatschappij wel met rust laten.
»Eén van mijn beste vriendinnen is een Turkse van de tweede generatie. Ze is gelovig en uiteraard sla ik dus niet uitsluitend varkensvlees in als zij komt barbecueën. Maar als ik een worstje wil eten, doe ik dat en heeft zij daar geen problemen mee. Als ik haar een pintje presenteer, zegt ze: ‘Nee, maar drink er vooral zelf één.’ En toen ze me als peter van haar kind vroeg, heb ik gezegd dat ik nooit zal beweren dat ik het normaal vind te verbieden om varkensvlees te eten. Maar ik ga mijn petekind ook geen spek met eieren serveren. Zo gaan wij in goede verstandhouding met elkaar om: het is iets persoonlijks en we houden het ook persoonlijk. Prima.»
HUMO Als rationalist weiger je te denken dat er meer is tussen hemel en aarde?
Vanderveken «Véronique had onlangs een lieveheersbeestje op de mouw van haar jas en vroeg zich af of dat zou weten dat het op haar zat. Natuurlijk niet. Zo zitten wij ook op de wereld, in het universum. Ik ben ervan overtuigd dat ik een lieveheersbeestje op een jas ben – hopelijk die van Véro – en dat ik dus vanalles fundamenteel niet begrijp. Logisch: we hebben maar vijf zintuigen en een breintje en daarmee moeten we het doen. Dat te kunnen beseffen, is ik-weet-niet-hoe-schoon. Het oneindige is zo schoon. Spiritualiteit is zo schoon. Dat wij niet weten waarom we hier zijn is zo formidabel poëtisch. Kunnen we religie dan niet als voorbije geschiedenis aan de kant zetten en bekijken hoe we die grote kracht op een andere manier kunnen benaderen? Kunnen we geen mooie manieren vinden om alles te beschrijven en ermee om te gaan, zonder onnozele regels die verbieden om varkensvlees te eten of seks te hebben met iemand met wie je niet door een priester getrouwd bent? Hoe triviaal is dat soort regels in het licht van die grote onvatbare kracht?»
undefined
In bed bij Véro
We wandelen het geluk tegemoet. De liefde is ondernemend en runt een kleine kilometer verderop koffiebar Maurice. Vanderveken gidst me richting Véronique over een druk beklante Meir vol jeugd die naarstig het etiket schoolgaand probeert af te schudden. Gestolen pubertijd: de van vrijheid vervulde dagen tussen de proefwerkenreeks en het eindrapport. Ik tel drie personeelsleden, bemerk een witte kassa en weet dat Maurice geen vanzelfsprekende goudmijn aanboort. Véronique begroet ons alsof dat het minste van haar zorgen is, showt het denkbeeldige lieveheersbeestje op haar mouw, en serveert koffie met een koekje en bereidwilligheid: ‘Thomas is minder spontaan dan ik. Je mag het allemaal ook gewoon aan mij vragen, ik weet veel over hem.’
HUMO Welk gebrekje houdt hem het meest van zen weg?
Vanderveken (snel) «Véronique heeft me gisteren verweten een materialist te zijn, omdat ik zei dat ik mijn boeken nooit zou willen wegdoen. Voor mij gaat dat dan helemaal niet om het materialisme van die boeken, maar juist om iets geestelijks: me aan kennis laven, herinneringen ophalen, woorden bij de hand hebben.
»Tot op zekere hoogte word ik wel gelukkig van bezit, ik ben best blij met mijn huis en mijn auto. Maar over het algemeen geef ik liever geld uit aan ervaringen dan aan objecten. Als ik geld uitgeef aan een reis, voel ik me nooit schuldig. Als ik een duur paar schoenen koop, knaagt er altijd iets. Mijn broer, Sam, gaat daar behoorlijk ver in: hij wil aldoor uitsluitend bezig zijn met een artistieke zoektocht, naar zijn wereldbeeld en hoe hij dat kan uitdrukken in een kunstvorm. Dat vind ik indrukwekkend, omdat het veronderstelt dat hij materieel met weinig tevreden moet kunnen zijn. Ik heb niet voor zijn weg gekozen: deels omdat ik niet de behoefte voel om dat soort onderzoek te voeren, deels omdat ik die onthechting niet aankan. Maar als het in de toekomst met wat minder zal moeten, zal me dat – denk ik – wel lukken. In elk geval maak ik nooit keuzes in functie van geld.»
HUMO Die houding sluit aan bij een maatschappelijk trendje: het harde kapitalisme lijkt wat minder de norm te zijn dan twintig jaar geleden.
Vanderveken «Denk je dat het einde al ingezet is?»
HUMO Ik stel hier de vragen: denk je dat het einde al ingezet is, Thomas?
Vanderveken «Ik ben er wat bang voor. In ‘Alleen Elvis blijft bestaan’ had ik Joris Luyendijk te gast, die na twee jaar interviewen in The City tot de conclusie is gekomen dat een nieuwe crisis onvermijdelijk is en dat die erger zal zijn dan de vorige. Dat is beangstigend en ik hou rekening met dat apocalyptische doembeeld, maar ik bereid me er niet op voor.»
HUMO Ben ik dan naïef als ik diverse signalen hoopvol samenknoop: transparantie, sharing, ecologisch bewustzijn, burgerbewegingen?
Vanderveken «Ik merk in het dagelijks leven in de stad inderdaad een zekere tendens naar sharing, naar nadenken over alternatieven. Ik denk dat de maatschappij wel degelijk mee verandert met de technologische vooruitgang. Maar terzelfdertijd zie ik nog altijd veel mensen die in korte tijd heel veel geld willen verdienen. De mens is goed genoeg om te willen wat goed is voor de wereld, maar de mens is ook slecht genoeg om egoïstisch te doen wat voor hem het beste is. Waarschijnlijk is ook dat biologisch nuttig om als soort te overleven. Maar we hebben dus een zekere aanmoediging nodig om iets effectief ten goede veranderd te krijgen. ’t Is als met het ritsen op de snelweg: pas toen het bij wet verplicht werd, werkte het. Terwijl het altijd al de efficiëntste manier was.
»’t Zou zeer sterk zijn en écht een verandering teweegbrengen, als we allemaal zouden zeggen: ‘Nee, wij hoeven die bedrijfsauto niet.’ Maar dat gebeurt niet. Nochtans zouden we dan kleinere of zelfs elektrische auto’s kunnen kopen. Wij zijn dus allemaal samen schuldig, want wij zijn niet massaal elektrische auto’s aan het kopen. Ook ik pleit schuldig met mijn benzineslurpende oldtimer. Dan vraag ik me af: willen we die betere planeet nu of niet?
»Ik heb niet de indruk dat de massa uit zichzelf uit de kapitalistische logica zal stappen. Waarom doen conservatieve partijen het zo goed? Omdat mensen bang zijn te verliezen wat ze hebben. Terwijl we aan alles voelen dat we gaan verliezen, dat good old Europe geen riante toekomst tegemoet gaat, dat het drama in Griekenland geen toevallig incident is. We zijn er als de dood voor, we willen het niet. En toch zullen we ons geluk anders moeten organiseren: minder rond hébben en meer rond zíjn.»
undefined
'Mijn relatie draagt erg bij tot mijn geluk; ik ben blij dat ik 's avonds bij Véro in bed kan kruipen'
HUMO Zou je jezelf gelukkig noemen?
Vanderveken «Véro heeft me weleens liefdevol verweten dat mijn gemoed weinig schommelingen kent. Bij haar is het meer met ups en downs, ik ben doorgaans tevreden. Dat is de aard van het beestje, maar die stemt me blij: ik heb er aldoor zin in, zie de toekomst hoopvol tegemoet – op zekere apocalyptische voorstellingen na – en ben vooral heel dankbaar.
»Ik vind: je bent het als westerling aan jezelf verschuldigd om gelukkig te zijn. Anders moet je maar wat in de tuin van je geest gaan schoffelen en intussen bedenken hoe je het anders kunt aanpakken. Il faut cultiver son jardin. Ik geloof in dat soort groot onderhoud: je kunt leren om helder te denken en eigenlijk moet je dat ook gewoon doen. Als ik ongelukkig zou zijn, zou ik een pedant en zelfingenomen jong zijn: ik ben in wereldwijd perspectief top of the foodchain, ik heb een fantastisch beroep, ik verdien mooi mijn geld, ik hoef nooit bang te zijn voor honger, ik heb een tof lief… Ik heb echt alles, het is mijn plicht daar dankbaar voor te zijn.»
HUMO Jaag je het geluk bewust en doelmatig na?
Vanderveken «Ik probeer wel controle over mijn leven te krijgen, maar ik denk dat ik iemand als Véronique gezocht heb om ervoor te zorgen dat het niet obsessief-compulsief wordt. Dat gaat simpelweg niet met haar. Net zoals zij iemand gezocht heeft om haar chaos een beetje te structureren. Yin en yang.
»Mijn relatie draagt erg bij tot mijn geluk; ik ben blij dat ik ’s avonds bij Véro in bed kan kruipen. Niet voor al wat de katholieke kerk verbiedt, maar om me te slapen te kunnen leggen tegen een warm lichaam. Dat het dat van haar is, maakt het helemaal prima. Goeie relaties zijn cruciaal voor mensen, omdat je anders opgesloten raakt in jezelf: un homme seul est toujours en mauvaise compagnie. Ik heb tien echt goeie vrienden, ik besef dat ik daar heel blij om moet zijn.
»Het meest dankbaar ben ik mijn ouders voor hun onvoorwaardelijke liefde. Dat ik zo onvoorstelbaar en onvoorwaardelijk graag gezien werd en wordt, is het fundament van mijn permanente gevoel van geluk. Ik ga hetzelfde proberen met mijn kinderen: eindeloos liefhebben. Dan maakt al de rest eigenlijk niet uit, daardoor heb ik het gevoel dat mijn leven niet stuk kan.»
HUMO Is dat liefhebben de zin van het leven?
Vanderveken «Ik denk het wel. Maar terwijl ik daar dan toch mee bezig ben, wil ik het liefst ook nog een soort maatschappelijke taak vervullen. Mezelf zinvol maken in en voor het geheel van de maatschappij, zonder een richting te willen aangeven. Zoals ik wil nadenken en praten over godsdienst, omdat ik denk dat het goed is dat we daar met z’n allen beter over leren nadenken en dan niet omdat ik anderen wil zeggen dat mijn weg, die van het atheïsme, de enig juiste is. Zo wil ik ook proberen na te denken en te praten over hoe we de maatschappij met z’n allen beter kunnen maken, zonder iets op te dringen. De opening maken, daar gaat het me om. Dat wil ik dan toch het liefst proberen via de televisie, het medium dat het mijne is en dat een krachtige impact kan hebben. Ik merk dat ik het fijn vind dat tv-werk steeds meer een maatschappelijke dimensie heeft. Die omschakeling naar sharing en die zoektocht naar andere maatschappijmodellen houdt me tegenwoordig erg bezig; dat zou ik graag op tv willen vangen.
»Misschien gaat het me er uiteindelijk om de doodsangst te counteren met betekenis, met iets zinvols. Ook al lijken goed en slecht in het licht van de oneindige melkweg details, ik wil iets bijdragen. Er bestaat immers wel degelijk zoiets als goed en slecht, ook voor een lieveheersbeestje.»