100 beste films
#10: 'Bitter Moon' (Roman Polanski, 1992)
Humo's filmjournalist Erik Stockman presenteert: de 100 beste films aller tijden! Of liever: een hoogstpersoonlijke, dwarse hitparade van films die, althans volgens (es), de blikkerende tand des tijds hebben doorstaan. Een onconventioneel rariteitenkabinet waarvan de deuren telkens op woensdag, vrijdag en zondag wijdopen zwaaien. Vandaag: 'Bitter Moon’ van Roman Polanski. Licht, camera, actie!
‘I always had a suspicion it would be extremely pleasurable to be humiliated by a beautiful woman. But it was only now I realised what this could entail...’ Van alle films uit de Top 100 is ‘Bitter Moon’ de enige, maar dan ook de énige waarvan we alle, maar dan ook álle dialogen van de eerste tot de laatste letter kunnen meezeggen.
Wat niet zo leuk is voor onze huisgenoten – niets of niemand is irritanter dan een iets te enthousiaste filmfan die met een triomfantelijke grijns op de smoel de dialogen uitspreekt een nanoseconde voor de personages dat doen. Bovenstaande zin krijgen we overigens in voice-over te horen terwijl we zitten te kijken naar een in erotische lingerie gehulde vrouw die met een vers geslepen scheermes in de handen afstapt op een man die vastgekneveld in een stoel zit. Welkom in de kinky, donkere, diep confronterende maar o zo onweerstaanbare wereld van Roman Polanski’s zwaar onderschatte meesterstuk ‘Bitter Moon’.
Het verhaal begint onschuldig, met een Brits koppeltje dat net op cruisevakantie is vertrokken. ‘We doen dit omdat we zeven jaar getrouwd zijn,’ leggen Nigel (Hugh Grant) en Fiona (Kristin Scott Thomas) in de eetzaal van de luxeboot uit aan een Indische medereiziger (Victor Banerjee), die het ogenschijnlijk gelukkige stel onmiddellijk doorgrondt: ‘Aha, een soort huwelijkstherapie!’ Maar Nigel en Fiona hoeven zich geen zorgen te maken: ze zullen tijdens de reis meer dan hun lief is uit hun huwelijkssleur worden gezogen.
Wat volgt, is een roetzwarte komedie die bárst van de onvergetelijke, schitterend geregisseerde, grenzeloos entertainende grinnikmomenten (al zal het lachen u in de laatste vijf minuten wel vergaan). Nigel en Fiona die aan de Indiër, door Polanski voorzien van een gigantische tulband, uitleggen waarom ze Bombay als eindbestemming hebben gekozen (‘In India valt zo veel te leren. Innerlijke rust en zo.’), waarop de tulband hen vierkant uitlacht: ‘Hahaha, het karma-nirvanasyndroom!’ Nigel die in de late uurtjes zonder Fiona nog even naar de bar afzakt, een whisky-soda bestelt en – in wat de gênantste versierpoging aller tijden moet zijn – een praatje probeert te slaan met een knappe dame (Emmanuelle Seigner) die op haar eentje aan de toog zit (een vrouw die ons in een bar vraagt om iets grappigs te vertellen: sinds ‘Bitter Moon’ is het onze grootste nachtmerrie). Nigel die aan dek nog even een frisse neus gaat halen, een beetje naar de maan staat te turen, en ineens, in één van de onvergetelijkste momenten uit de filmgeschiedenis (althans volgens onze eigen onbetrouwbare mening), een krakende stem in de donkerte hoort: ‘Romantic, isn’t it?’
En daar is hij dan: Oscar (Peter Coyote), een in een rolstoel vastgekluisterde Amerikaan die de echtgenoot blijkt te zijn van die knappe dame in de bar; Oscar, de gerateerde schrijver die in onze Galerij der Favoriete Personages een absolute ereplaats inneemt. En net als die Indische gentleman van daarstraks heeft ook Oscar meteen in de gaten hoe Nigel in elkaar zit: ‘Doe niet zo Brits, Nigel. Geef toe. Ze bezorgt je een stijve. Je wilt haar neuken.’ Nigel volgt de verlamde Amerikaan naar diens kajuit, waar hij met een mix van fascinatie en afkeer luistert naar Oscars verhaal; het verhaal van een té heftige liefdesrelatie. Een door en door schokkend verhaal dat wij in een reeks heerlijk lange flashbacks te zien krijgen: hoe de nog kwieke Oscar de mooie Mimi leert kennen in Parijs, op bus 96 tussen Montparnasse en Porte des Lilas; hoe de passie in de eerste weken van de relatie hoog oplaait; hoe hij haar na verloop van tijd minder en minder begint te begeren (eigenlijk is ‘Bitter Moon’ de perfecte illustratie van iets wat Clint Eastwood ooit heeft gezegd: ‘No matter how hot a girl is, there’s always someone tired of fucking her’); hoe Oscar en Mimi, in een poging om de spanning uit die eerste weken terug te halen, op zoek gaan naar steeds extremere seksuele kicks; en we zien ook hoe Oscar uiteindelijk door haar toedoen in die rolstoel belandt.
Het perverse spel dat Oscar en Mimi in de flashbacks met elkaar spelen, en het nóg perversere spel dat Oscar en Mimi aan boord van het cruiseschip met Nigel en Fiona spelen, levert een onwaarschijnlijk vermakelijk spektakel op, maar in de kern smaakt ‘Bitter Moon’ – zoals álle films van Polanski – ontzettend bitter. Het gitzwarte mensbeeld van de Poolse cineast en overlever van de Holocaust, laat zich in ‘Bitter Moon’ nog het beste samenvatten door één van Oscars vele onvergetelijke oneliners: ‘Iedereen heeft een sadistisch trekje. En niets brengt dat trekje beter naar boven dan iemand die overgeleverd is aan jouw genade.’ Of wat dacht u van deze: ‘Elke relatie, hoe harmonieus ook, draagt de zaadjes in zich van een farce of een tragedie.’ En zo slingert ‘Bitter Moon’ de ene onverbiddellijke waarheid na de andere in uw bakkes.
Soms klinken de dialogen zelfs iets té plastisch – zoals wanneer Oscar het vrouwelijke geslachtsdeel omschrijft als ‘een babymondje, dat gretig op m’n vinger zuigt’ (waarop de lichtelijk in verlegenheid gebrachte Nigel: ‘Rustig aan, beste kerel!’). In wezen duwt Polanski ons in de huid van Nigel: we vinden Oscar een monster, en wat hij ons vertelt, bezorgt ons rode oortjes, maar net zoals Nigel op de één of andere manier niet kan vertrekken uit die kajuit, zo blijven ook wij gebiologeerd aan Oscars lippen hangen.
Eén van de redenen waarom wij in opperste fascinatie naar ‘Bitter Moon’ blijven kijken, is misschien wel dat Oscars verhaal zo vertrouwd aandoet. Want geef toe: in iedere man schuilt een gloeiende romanticus die droomt van die Ene; en tegelijk schuilt in iedere man een onverzadigbare wellusteling die zich het liefst in vrouwen wil wentelen zoals varkens in de modder. Ja, ook in u, beste lezer, niet hypocriet zijn! Naast een grote dosis wrangheid bevat ‘Bitter Moon’ ook heel veel fraaie beelden: kijk maar eens hoe Polanski, in een reeks onwezenlijk mooie overvloeiers, de af- en aanrijdende bussen van lijn 96 in beeld brengt. En dan die vertolkingen! Iedereen die ‘Rosemary’s Baby’, ‘Chinatown’ of ‘Carnage’ ooit heeft gezien, weet dat Polanski een meesterlijke acteursregisseur is, maar in ‘Bitter Moon’ overtreft de maestro zichzelf: in de jonge Hugh Grant zien we een onvermoede kern van duister venijn (‘Les rosbifs!’); Kristin Scott Thomas ademt mysterie; Emmanuelle Seigner – Mevrouw Polanski – gaat fysiek en emtioneel all the way; en de grote Peter Coyote, de Amerikaanse dichter-acteur die we al tegenkwamen in het prachtige #87, is zó goed dat iedereen die hem hier bezig ziet, fan voor het leven wordt.
Ten slotte kunnen we met grote trots melden dat ‘Bitter Moon’ ook een klein beetje Vlaams kleurt. Want die enthousiaste bandleider die tijdens het oudejaarsfeestje op het cruiseschip, wanneer Polanski zijn verhaal naar een uitzinnige climax voert, tussen de feestballonnen en de slingers geweldige covers staat te brengen van onder meer ‘Never Can Say Goodbye’, ‘Hello’, ‘Slave to Love’ en ‘My Cherie Amour’ is niemand minder dan ‘De Notenclub’-pianist Danny Wuyts, ook wel bekend als Danny Garcy! Wat ons dan weer toelaat om onze bespreking van ‘Bitter Moon’ af te ronden met een welgemeende: goed gedaan, Danny!
Bekijk de trailer van 'Bitter Moon'