null Beeld

100 beste films

#31: 'Deliverance' (John Boorman, 1972)

Humo's filmjournalist Erik Stockman presenteert: de 100 beste films aller tijden! Of liever: een hoogstpersoonlijke, dwarse hitparade van films die, althans volgens (es), de blikkerende tand des tijds hebben doorstaan. Een onconventioneel rariteitenkabinet waarvan de deuren telkens op woensdag, vrijdag en zondag wijdopen zwaaien. Vandaag: 'Deliverance' van John Boorman. Licht, camera, actie!

Erik Stockman

‘Weeeeeeeeee! I bet you can squeal like a pig! Weeeeeeeee!’ De beroemde scène waarin Bobby (Ned Beatty), één van de vier vermetele kanovaarders uit het wildwatermeesterwerk van John Boorman, door een hillbilly met rottende tanden achterwaarts in de schacht wordt genaaid, is in de loop van de geschiedenis zo vaak geparodieerd dat iemand die de film allang niet meer (of nog nooit) heeft gezien, zou kunnen denken dat het om een campy, tot grinniken aanzettende sketch gaat. Maar neen: de anale verkrachtingsscène uit ‘Deliverance’ is en blijft één van de schokkendste, strafste, meest oncomfortabele scènes die we kennen; vergeleken met ‘Squeal, piggy!’ lijkt de kontnaaiscène met Marsellus Wallace uit ‘Pulp Fiction’ op een tedere vrijpartij. Maar wacht, we lopen op de feestelijkheden vooruit!

Hoewel wij allesbehalve avontuurlijk zijn aangelegd – alleen al bij het horen van de woorden ‘backpack’ en ‘tentzeil’ breekt het koud zweet ons uit – zijn wij om de één of andere reden wél dol op wat we gemakshalve ‘mannen-versus-de-natuur’-films zouden willen noemen; volledig op locatie opgenomen, liefst in barre weersomstandigheden gedraaide epossen over stadskerels die (meestal na een vliegtuigongeluk) in de wildernis belanden en ondervinden wat voor een helleveeg Moeder Natuur kan zijn; films als ‘The Edge’ (Anthony Hopkins en Alec Baldwin op survivaltocht in Alaska), ‘Alive’ (de leden van een in de Andes neergestort rugbyteam laten het zich smaken), ‘Jeremiah Johnson’ (Robert Redford op de dool in de Rocky Mountains) of – de meest intense van allemaal – ‘Deliverance’.

Het verhaal, geschreven door James Dickey, kent u vast: vier mannen – schitterend vertolkt door Burt Reynolds, Jon Voight, Ned Beatty en de onvolprezen Ronny Cox – varen de ongetemde, door dodelijke stroomversnellingen en scheermesscherpe rotsformaties gekenmerkte Cahulawassee River af (de film werd in realiteit gedraaid op de beruchte Chattoogarivier die door North Carolina en Georgia kolkt). Boorman, tevens de regisseur van de nr. 91 in onze Top 100, sleurt je mee in een stormstroom van memorabele taferelen, van de ongewild grappige ‘Wonen hier nog hillbillies?’-openingsdialoog tot de merkwaardige, elegische epiloog met de rijdende kerk en de doodskisten die uit de aarde worden getrokken.

Eén van de mooiste scènes, de terecht legendarisch geworden ‘duelling banjos’-scène, zit helemaal vooraan, vlak voordat de vier mannen aan hun hellevaart beginnen, wanneer Drew (Ronny Cox) in een aftands benzinestation zijn gitaar staat te stemmen en verwikkeld raakt in een onvergetelijk muzikaal duel met een banjo spelende albino (achteraf krijgt u die bluegrassklassieker van Arthur ‘Guitar Boogie’ Smith uit 1955 met de beste wil van de wereld niet meer uit uw hoofd). Heel even lijkt het alsof de metropoolbewoners en de wildernismensen een moment van vreugde delen (één van de rednecks waagt zich zelfs aan een dansje), maar tegelijk voorvoel je al de duisternis waarin we straks gaan terechtkomen.

Wat opvalt, is de trillende levensechtheid van het hele avontuur; ‘Deliverance’ is één van die zeldzame films die je het gevoel geven dat de acteurs niet zomaar stonden te acteren, maar daar en toen in die diepe bossen in de Appalachen écht iets hebben beleefd, een échte beproeving hebben doorgemaakt. En reken maar dat ze ook echt hebben afgezien: omdat het in die tijd nog niet mogelijk was om iets te faken met digitale effecten, en omdat er geen budget was voor stunt doubles, deden de hoofdacteurs hun stunts meestal zelf; Reynolds en co. peddelden zich – ‘Daar heb je een rots! Rechts, opgepast! Yee-ha!’ – écht een weg door de woeste stroom; en dat is Jon Voight zélf die u daar die duizelingwekkend hoge klif ziet beklimmen.

Welke acteur zou zoiets vandaag nog aandurven? Welke acteur zou het vandaag aandurven om zichzelf voor de camera zo te laten vernederen als Ned Beatty in de ‘Piggy, squeal!’-scène? Niet Brad Pitt, oh neen! De ironie is dat die hondsbrutale verkrachtingsscène – door Boorman in praktisch één take opgenomen – net heel veel innigheid en toewijding vergde van de twee acteurs: voordat ze aan de opname begonnen, trokken Beatty en Bill McKinney zich geruime tijd terug om de ‘choreografie’ van de verkrachting, als we het zo eens mogen noemen, tot in het kleinste gebaartje en tot in de luidste gil te repeteren; ‘Komaan, biggetje, geef me ‘n ritje!’

Confronterend of niet, ‘Deliverance’ groeide in 1972 uit tot een ferme hit; de film ontketende een golf van horrorfilms waarin hillbillies met scheve gebitten afschuwelijke dingen doen (‘The Texas Chainsaw Massacre’!); en het is ook vermeldenswaard dat er in het jaar na ‘Deliverance’ dertig kajakkers, die het kunstje van de hoofdfiguren wilden nadoen, in de Chattoogarivier verdronken.

Of we ‘Deliverance’ nu moeten lezen als een soort metafoor, zo vragen de betekeniszoekers onder u zich nu misschien af. Wel, volgens sommigen verkondigt de film dat je de ongerepte natuur maar beter met rust kunt laten; anderen trokken een parallel tussen de nachtmerrie van de vier kanovaarders en de horror van de Vietnamoorlog. Zelf behoren we niet echt tot het slag toeschouwers dat zich afvraagt waar het nu allemaal voor zou kunnen staan; wij laten ‘Deliverance’ – zijn duistere kracht, zijn ontregelende impact, zijn majestueuze fotografie, zijn opspattende water – liever zintuiglijk, emotioneel en lijfelijk op ons inwerken. Met de billen stijf dichtgeklemd uiteraard.


Bekijk de trailer:

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234