interviewanthony hopkins
‘Als ik terugkijk, kan ik moeilijk trots zijn, want ik heb veel schade aangericht’
‘Het was de hel op aarde als je in mijn buurt was: ik zoop me laveloos en had voortdurend een kater.’ Maar na de black-out te veel, intussen 45 jaar geleden, heeft Anthony Hopkins de booze afgezworen en is hij de vleesgeworden minzaamheid geworden. Die gespletenheid is vanavond te zien in ‘Hannibal Hopkins & Sir Anthony’ op NPO 2 en kan je ook bewonderen in zijn nieuwste film, ‘The Father’, waarin de Welshe acteur een dementerende man speelt. ‘Niemand van ons stelt iets voor. En zodra je denkt dat je een beetje speciaal bent, is het afgelopen met jou.’
In zijn huis tussen de heuvels van Santa Monica en de Stille Oceaan opent Sir Anthony Hopkins graag Google Maps, waarna hij virtueel gaat wandelen in de straten van Margam, het industriestadje in Zuid-Wales waar hij 83 jaar geleden op oudejaar is geboren. ‘Ik begin telkens bij het huis van mijn grootvader, aan Caernarfon Road, en dan ga ik helemaal naar Port Talbot. Het is gewoon een spelletje.’
Als kind hing hij graag achteraan op de bus die naar Port Talbot reed en wilde hij dat het opschoot. Hij is nog altijd ongeduldig – ‘Maak toch voort, we gaan allemaal dood, hoor!’ – en moet dat soms bekopen. ‘Ik heb de voorbije jaren een paar blessures opgelopen door te snel te willen zijn, of te veel te willen doen. Mijn vrouw zegt me dat ik het trager aan moet doen, en nu luister ik eindelijk naar haar.’
Toen hij vier decennia geleden in Amerika aankwam, was hij een rusteloze jongeman met een minderwaardigheidscomplex die zich nergens thuis voelde. Nu is hij één van de meest bewonderde en gelauwerde acteurs in Hollywood. Ook voor zijn laatste film, ‘The Father’, was hij genomineerd voor een Golden Globe en kan hij volgende maand een Oscar winnen.
‘The Father’ vertelt het verhaal van de aftakeling van een man die aan dementie lijdt. De rol van zijn dochter wordt vertolkt door Olivia Colman: zij zet een doodvermoeide vrouw neer die zich aan haar vader ergert en zich voortdurend druk maakt. Het script van Christopher Hampton is gebaseerd op het bekroonde toneelstuk van de Franse auteur Florian Zeller, die met ‘The Father’ als regisseur debuteert. In de verstikkende atmosfeer van een luxueus ingericht appartement wordt één enkele namiddag gerekt tot een eindeloze chaos. In de flat probeert Anthony – Florian Zeller heeft het personage Hopkins’ naam gegeven – zich vast te klampen aan de werkelijkheid, maar de grond schuift voortdurend onder zijn voeten weg. En ook onder die van de kijker. Net wanneer je het gevoel hebt dat je een betrouwbare wegwijzer hebt gevonden, slaat de tijdslijn op hol en word je gedwongen Anthony’s desoriëntatie en verwarring te ondergaan, en zijn woedeaanvallen, ongehoorzaamheid en kwetsbaarheid van binnenuit te beleven. De kijker moet zelf alle onderdelen van de vertelling bij elkaar puzzelen, wat ook de bedoeling van Zeller is. De schrijver is grootgebracht door zijn grootmoeder, die de eerste tekenen van dementie begon te vertonen toen hij 15 was. Hij wilde niet gewoon het verhaal van de aftakeling vertellen, de toeschouwers moeten het proces bijna aan den lijve kunnen ervaren.
Door de dementie laat Anthony zich helemaal gaan: het ene moment is hij charmant en erudiet, het volgende wreed en meedogenloos. De film gaat niet alleen over de grenzen waar liefde tegenaan kan botsen wanneer de verhoudingen tussen ouder en kind plots op hun kop staan, maar ook over de verschrikkelijke waarheid dat er grenzen zijn aan iemands uithoudingsvermogen en geduld.
– Is deze rol aan u blijven kleven toen u na de opnames naar huis ging?
ANTHONY HOPKINS «Het hoofdpersonage heeft me nog bewuster gemaakt van mijn eigen sterfelijkheid en de broosheid van het leven in het algemeen. Ik beoordeel anderen nu minder streng. We zijn allemaal kwetsbaar, we zijn allemaal gekneusde zielen. We kunnen anderen met de vinger wijzen en veroordelen – dat is tegenwoordig zo makkelijk, want de wereld is een gekkenhuis geworden – maar ik probeer nu vooral mijn mond te houden en zoveel mogelijk van het leven te genieten.»
– Wat voelde u toen u de slotscènes opnam?
HOPKINS «Ik had plots een glasheldere herinnering aan mijn vader, die bakker was geweest, toen hij in het ziekenhuis op sterven lag. Ik herinnerde me hem als een sterke, robuuste kerel die wegkwijnde en depressief werd, en erg bang. Hij was prikkelbaar en opvliegend, hij wilde geen gedoe. Ik ben ook zo. Ik keek naar de foto van mezelf en mijn dochter op het nachtkastje op de filmset, naar de radio en het notitieboekje, en ik wist wat hij op het einde gevoeld moet hebben. De angst. De onuitsprekelijke somberte, het verdriet en de eenzaamheid. We doen alsof we het niet zijn, maar in de kern zijn we allemáál alleen. Succes is leuk en fijn, het is een manier om te overleven, maar finaal zijn we zo vreselijk eenzaam en alleen. En dat is voor mij de pijnlijkste conclusie van ‘The Father’.»
– Wat zijn uw eigen ervaringen als vader? U hebt een dochter, Abigail (52), met uw eerste echtgenote, Petronella Barker (78). Maar jullie zouden van elkaar vervreemd geraakt zijn?
HOPKINS «Daar ga ik niets over zeggen. Het verleden is het verleden. Ik heb spijt van één en ander, ja. Maar sommige dingen kun je nu eenmaal niet ongedaan maken. Je moet verder met je leven – leef het en kijk niet achterom.»
– U groeide zelf op als enig kind, een wantrouwige eenzaat die moeilijk vrienden maakte.
HOPKINS «Ik was geen goede leerling op school, en nog slecht in sport ook. Ik had er geen idee van waar de anderen de hele tijd over praatten. Een paar jaar geleden vroeg mijn vrouw aan een oude leraar van mij, die nu diep in de 90 is: ‘Hoe was Tony op school?’ En hij zei: ‘Hopeloos!’
»Ik had geen greintje zelfvertrouwen. Ik was er rotsvast van overtuigd dat ik oliedom was. Ik stond aan de ene kant van de straat op mijn mouw te kauwen, terwijl de rest aan het andere einde van de straat vrolijk samen speelde.»
– Uw moeder stuurde u op tekenles bij Bernice Evans, een kunstenares die lesgaf in haar studio boven het post- kantoor van Port Talbot.
HOPKINS «Op een dag was ik een piraat aan het tekenen, toen haar vriendje de trap op kwam. Hij keek over mijn schouders naar mijn tekening en zei: ‘Ik vind die laarzen wel mooi.’ Dat was Richard Burton, die toen als acteur aan de bak probeerde te komen. Jaren later ben ik met lood in mijn schoenen naar zijn huis in Caradog Street gegaan om een handtekening te vragen: hij was intussen een wereldberoemde filmster geworden. Toen ik hem zag wegrijden in zijn grijze Jaguar, dacht ik: ik wil ook een ster worden.
»Die ene ontmoeting heeft mijn ambitie gewekt. Ik heb daarna jaren op de planken gestaan, en plots werd ik uitgenodigd om bij het National Theatre in Londen te gaan spelen, bij Sir Laurence Olivier. Hij werd mijn mentor. Ik denk dat hij me wel mocht omdat ik fysiek sterk was, een tikje brutaal, en ook wel hard werkte.»
45 JAAR NUCHTER
– Dat doet u nog altijd: u repeteert elke scène wel tweehonderd keer en u traint uw brein als een atleet, tot de tekst er als vanzelf uitkomt.
HOPKINS «Zo zit ik nu eenmaal in elkaar, ik ben vrij obsessief wat dat betreft. Ik heb in het theater geleerd wat discipline is, maar ik ben nooit een teamspeler geweest. Ik functioneerde niet in een toneelgezelschap omdat ik me niet aan de anderen wilde aanpassen. Ik hoorde nergens thuis. In die tijd kon ik niet snel genoeg uit de kleedkamer wegraken en de pub naast het theater induiken.»
– Sir Laurence Olivier maakte zich zorgen over dat destructieve trekje van u, en vooral uw drankverbruik, en hij raadde u aan een psychiater op te zoeken. In 2018 noemde u uw alcoholisme ‘een groot geschenk, want waar ik ook ga, volgt de afgrond mij’. Voelt het nog steeds als een geschenk aan?
HOPKINS «Het is vooral de dreigende leegte die me motiveert. Als ik op mijn leven terugkijk, kan ik moeilijk trots op mezelf zijn, want ik heb behoorlijk wat schade aangericht. Het is ongezond om met dronkaards om te gaan, en ik was één van hen. Ik zou niet meer opnieuw zo vreselijk veel drinken, omdat ik mensen heb gekwetst. Maar de rusteloosheid en de woede waren tegelijk een drijvende kracht in mijn leven. Ik heb enkele knettergekke beslissingen genomen die achteraf gezien erg positief zijn uitgedraaid.»
– Die energie vond u ook terug in New York, waar de bars 24 uur per dag open waren.
HOPKINS «Verschrikkelijk en tegelijk fantastisch, die bars. Ik speelde toen in stukken op Broadway, zoals ‘Equus’ van Peter Shaffer, en ik stond al pinten aan de toog te hijsen vóór de eerste toeschouwer het theater had verlaten. Ik dacht dat ik lol had. En dat was ook zo, bizar genoeg. Maar ik was ook erg vervelend om mee samen te werken, want ik had voortdurend een kater. Op feestjes kon ik iedereen de deur uitjagen door ze te beledigen. Ik herinner me er eigenlijk niet zoveel meer van, behalve dat het de hel op aarde was als je in mijn buurt was. Drinken is een heerlijke manier om even weg te zijn. Je voelt meteen het effect, daarom doen we het ook. Maar het was alsof ik niet in mijn eigen lichaam thuishoorde. Ik voelde me schuldig en beschaamd, en dacht het niet waard te zijn dat ik zoveel geluk had als acteur.»
– Richard Burton had dezelfde dubbelzinnige gevoelens over zijn eigen talent. Op het einde van zijn leven gaf hij toe dat hij zich schaamde een acteur te zijn, en hij heeft zichzelf doodgedronken.
HOPKINS «Precies. Maar ik besloot iets aan mijn alcoholverslaving te doen op 29 december 1975, toen ik in een hotelkamer in Arizona wakker werd en geen flauw idee had hoe ik daar was terechtgekomen. Ik ben naar een bijeenkomst van de AA gegaan en sindsdien heb ik geen druppel meer gedronken. Ik heb er ook geen behoefte meer aan. Toen ik hulp zocht en besefte dat ik niet de enige was, dat er duizenden waren die in dezelfde situatie verkeerden, gingen al mijn angsten als vanzelf in rook op.»
– Hoe bent u er eigenlijk in geslaagd te stoppen met drinken? Dat lijkt me toch een hele prestatie?
HOPKINS «Ach, ik vind het vervelend om erover te praten. Ik zuip niet meer, ik ben er helemaal klaar mee. Ik ben geen heilige, hè.»
– Op 29 december 2020 stuurde u een berichtje naar uw 750.000 volgers op Twitter om te vieren dat u exact 45 jaar nuchter bent. Het filmpje ging snel viraal. Door de lockdowns is de alcoholconsumptie wereldwijd gestegen, en veel mensen zijn in een jaar tijd probleemdrinkers geworden.
HOPKINS «Ik kan dat wel begrijpen. Miljoenen mensen hebben het nu niet makkelijk. Ze zitten opgesloten in hoge flatgebouwen met hun kinderen en hebben niets omhanden. Ze staan onder zware druk, natuurlijk zoeken ze dan iets om hun zinnen te verzetten. Iemand die verslaafd is aan sigaretten of drank of wat dan ook, herken je meteen aan zijn koppigheid en blindheid. Ze denken: ik kan er wel mee om. Wel, euh, néén. Bel om hulp. Doe alles wat je kunt om iemand te pakken te krijgen die je ervan af kan helpen, want die verslaving is een vorm van zelfmoord. Ik heb de drank afgezworen, en mijn levenskwaliteit is er alleen maar door verbeterd.»
STEMMETJES IN HOOFD
– De voorbije decennia hebt u de successen aan elkaar geregen. U won in 1992 een Oscar voor uw rol van de moordende psychiater Hannibal Lecter in ‘The Silence of the Lambs’.
HOPKINS «Dankzij die Oscar kon ik afscheid nemen van enkele stemmetjes in mijn hoofd, die almaar zeiden: ‘Je bent dom, je bent nergens goed voor, je verdient dit niet.’ Terwijl ik het script van ‘The Silence of the Lambs’ las, wist ik al hoe ik Lecter tegelijk beminnelijk en wreed kon neerzetten. Ik wist hoe ik de maskers van FBI-agente Clarice Starling (gespeeld door Jodie Foster, red.) kon lospeuteren.»
– U hebt sindsdien talrijke onderscheidingen gekregen, waaronder een BAFTA-award voor uw hele carrière en de Cecil B. DeMille-award, en u bent geridderd.
HOPKINS «Tja... Die prijzen zijn natuurlijk fijn, maar zodra je denkt dat je een beetje speciaal bent, is het afgelopen met jou, want je bent niet speciaal. Geniet van het talent dat je hebt gekregen, maar ga niet naast je schoenen lopen.»
– U bent in 2003 voor de derde keer getrouwd, nu met Stella Arroyave (64), een actrice en regisseur van Colombiaanse afkomst.
HOPKINS «Ze is voortdurend in de weer met handgel en mondmaskers. Ze zorgt erg goed voor me en straalt positiviteit uit. Als ik me eens laat ontvallen dat ik mezelf toch maar dom vind, zegt ze: ‘Hou daarmee op. Je bent niet dom, je bent gewoon anders dan de anderen.’ Zo kun je het ook bekijken, hè.»
– Ik moet steeds weer aan dat kleine jongetje in Wales denken, dat nergens bij hoorde. Bent u nooit onderzocht op ADHD of autisme of zo?
HOPKINS (wuift weg) «Dat zijn ook maar etiketten die ze graag op iemand kleven. Met de jaren heb ik wel geleerd mezelf niet te kleineren, of te minimaliseren wat ik doe. En Stella heeft me het vertrouwen gegeven om te beginnen schilderen. Grote landschappen, surrealistische portretten en abstracte werken. En die gaan voor duizenden dollars de deur uit (glimlacht). Ze acteert en regisseert niet alleen, ze runt ook ons bedrijfje, Margam Fine Art. En ze beheert mijn accounts op sociale media. Ze heeft een buitengewone neus voor zakendoen. Maar ik zou nog niet de helft willen doen van wat zij allemaal verzet.»
– Gaat u nog op stap met andere acteurs?
HOPKINS «Ik hou wel van vrolijk gezelschap, maar eigenlijk ben ik niet zo sociaal ingesteld. Vroeger, lang geleden, ging ik naar party’s en naar bars, ik dronk me lazarus en kreeg dan een black-out. Nu ben ik even gelukkig in mijn eentje. Als een producer vlak vóór het begin van de filmopnames zegt: ‘Jullie zijn vanavond uitgenodigd voor een diner, dan kunnen jullie elkaar wat beter leren kennen’, denk ik bij mezelf: mja, het zal wel. Ik ga dan toch, en als ik daar om me heen kijk, zie ik allemaal mensen die er ook liever niet zouden zijn. We doen allemaal maar alsof, het is niet meer dan normaal.»
– U hebt het coronavaccin al toegediend gekregen. Kijkt u uit naar het rijk van de vrijheid?
HOPKINS «Ja, maar die lockdowns waren niet zo erg, hoor. Ik zat gewoon thuis bij Stella en onze honden en katten. Dat was geen marteling. Ik kon doen wat ik altijd doe: ik sta elke ochtend op, eet een bordje havermoutpap en ga naar de gym, terwijl mijn vrouw gaat zwemmen. Ik schilder, ik lees en ik speel moeilijke stukken op de piano, omdat ik mijn hersenen soepel wil houden. En ik dol wat met mijn kat. Ik ben eigenlijk niet zo geïnteresseerd in wat zich daarbuiten afspeelt.»
– Had u uw jongere zelf kunnen uitleggen dat hij ooit die rust en voldoening zou vinden?
HOPKINS «Nee, dat komt maar met de jaren. Die tevredenheid heeft zich pas de laatste tien jaar in mijn DNA genesteld.»
– Denkt u soms aan de dood?
HOPKINS «Ja, maar niet op het ziekelijke af. Ik hoop dat ik overal vrede mee zal hebben als mijn tijd gekomen is. Gek genoeg put ik veel troost uit mijn eigen nietigheid. Toen ik pas de drank had afgezworen, vroeg een vriend me: ‘En hoe voel je je nu?’ En ik antwoordde: ‘Onbeholpen.’ En toen besefte ik dat we dat allemaal zijn. Niemand van ons stelt iets voor. In het gigantische universum waarin we leven, zijn we niks. Socrates zei het al: ik weet dat ik niets weet. Dat was een ongelofelijk moment: plots voelde ik me bevrijd.»
© The Sunday Times