FILM★★★1/2☆
‘Antebellum’: Katoen, brandijzers en silly walks
Van Gerard Bush en Christopher Renz, met Janelle Monae, Jena Malone, Eric Lange en Jack Huston
Godallemachtig, wat is me dat toch voor een geweldige trackingshot waarmee ‘Antebellum’ opent! Met de camera glijden en zweven we minutenlang mee door een kolkend en kletterend legerkamp uit de tijd van de Amerikaanse Burgeroorlog, om uiteindelijk halt te houden bij een gruwelijk tafereel op een stoffig landweggetje – een zwarte slavin probeert te ontsnappen, een boosaardige gozer in een confederaal uniform richt zijn pistool. Een schot, een kreet, een lijk. Onze afschuw voor het beestachtige lot van die slavin was even groot als onze bewondering voor het fraaie camerawerk én voor de knappe regie van Gerard Bush en Christopher Renz, die u vanaf de eerste scènes hebben waar ze u hebben willen: midden in de weerzinwekkende gruwel van een 19de-eeuwse katoenplantage, waar gloeiende brandijzers à volonté in zwarte onderruggen worden gedrukt en waar de slaven alleen maar mogen praten als hun meesters hun daar de toestemming voor geven. Koude rillingen!
Net toen we ons mondmaskertje naar beneden wilden trekken om een versterkend slokje uit onze heupflacon te kunnen nemen, kwestie van toch éven te bekomen van al die gruwel, gebeurde er iets geheimzinnigs: tussen het kanongebulder door meenden we, net als de verbaasd opkijkende slaven op de plantage, in de lucht een langgerekte ‘Sssshhhhtt!’ te horen. En het is op dat bevreemdende moment dat zelfs onze heupflacon zich realiseerde dat het verhaal nog alle kanten kon uitgaan. Zitten we hier in een historisch drama à la ‘12 Years a Slave’, of in een satirische griezelfilm in de trant van Jordan Peele? Zal ‘Antebellum’ zich ontpoppen tot een zeemzoeterige liefdesfilm waarin Eden, het vrouwelijke hoofdpersonage, tussen de katoenplanten aan de scharrel gaat met een glimmende, gespierde slaaf? Of krijgen we een pure sexploitationfilm te zien in de trashy stijl van ‘Women in Cages’, waarbij Eden zich in navolging van Pam Grier zal laten kennen als een sadistische lesbienne met een spectaculair decolleté? En wat is dat met dat rare loopje dat Eden stiekem in haar hut oefent, alsof ze een job ambieert bij The Ministry of Silly Walks? Wij kennen intussen de antwoorden, maar we hebben geen toestemming om te praten. Of u meegaat in de logica van ‘Antebellum’, hangt misschien af van uw eigen ingesteldheid. Zelf vinden we het best spannend om niet altijd vanaf de eerste scène te weten in welke richting het balletje zal rollen, maar wie van vertrouwde verhaalpatronen houdt, zal zich door ‘Antebellum’ wellicht uit z’n hengsels geslagen voelen.
Eén ding kunnen we wel nog kwijt: ‘Antebellum’ doet u niet alleen beseffen hoe verschrikkelijk het eraan toeging op die katoenplantages, maar maakt u tegelijk met een welgemikte por in de ribben duidelijk dat de Verenigde Staten ook vandaag nog vastzitten in een nooit eindigende cyclus van wreedheid, geweld en racisme. Bij het zien van de hallucinante scène waarin de zuidelijke soldaten ’s nachts met walmende toortsen door de bossen marcheren onder het roepen van ‘Bloed en bodem! Bloed en bodem! Bloed en bodem!’ wisten we het wel: beangstigend filmpje.