Documentaire'Dancing Inside My Head'
‘Arno is tegelijk een open boek en een enigma: heel benaderbaar, maar je weet nooit écht wat er in zijn hoofd speelt’
In wereldpremière op Film Fest Gent en vanaf 19 oktober in de betere bios: ‘Dancing Inside My Head’, een heerlijk portret van de genaamde Hintjens, Arno door Pascal Poissonnier.
Pascal Poissonnier «In al die jaren zijn er wel meer goeie docu’s over Arno gedraaid – zoals ‘Arno, sauvé des eaux’ uit 1993 – en ik wilde liever niet in herhaling vallen. Tot ik hem in levenden lijve ontmoette: ’t is een ontzettend fascinerende vent, en mijn beeld van hem bleek enigszins gekleurd door de manier waarop de media hem graag opvoeren – als een karikatuur van een rocker. En hij is alles behalve dat. 67 is hij intussen, maar nog altijd méé.»
HUMO Je volgt ’m tot in de studio en de tourbus. Had je werkelijk een ‘access all areas’-pasje?
Poissonnier «Het scheelt toch niet veel. Het handige is dat de artiest Arno voor zowat 90 procent samenvalt met de mens: hij is bijna dag en nacht in de weer met zijn muziek, er blijft dus niet veel privéleven meer over om in te peuteren (lacht). Nu ja: in die 10 procent zitten wél zijn zonen, en die wilden niet met hun kop op tv.»
HUMO De studioscènes zijn bijzonder vermakelijk, al was het maar door de manier waarop hij producer John Parish met handgebaren diets maakt hoe z’n songs moeten klinken.
Poissonnier «Ik had gerust een documentaire van een uur kunnen draaien over die tijd in de studio – zo fascinerend! Maar ik vrees dat er dan niet zoveel volk naar zou komen kijken. In een portret hoort ook het tourleven, ook al omdat Arno optreden nog altijd als z’n belangrijkste bezigheid beschouwt.»
HUMO In misschien wel de mooiste scène in de film legt Arno aan filmmaker Raoul Servais uit dat hij gék wordt van de nostalgie die in ’m opborrelt. Hij probeert zo hard mogelijk te werken, zodat het heden het verleden onder de knoet houdt.
Poissonnier «Om ’m dat soort uitspraken te ontlokken, moest ik trucs verzinnen. Hem tegenover mensen zetten die hij goed kent, bijvoorbeeld, zoals Raoul of Jane Birkin. Alleen dan komt de echte Arno boven: tegen interviewers maakt hij zich er te graag van af met een grapje of een oneliner.»
HUMO Ook pakkend: de momenten waarop hij voor zich uit zit te staren, verdwaald in zijn eigen gedachten.
Poisonnier «Arno is tegelijk een open boek en een enigma: heel benaderbaar, maar je weet nooit écht wat er in zijn hoofd speelt. Nu ja: héél veel, zo heb ik gemerkt. Als hij aan zijn muziek werkt, zit hij opgesloten in zijn eigen gedachten – de wereld daarbuiten bestaat dan niet meer.»