TELEVISIE★★½☆☆
Bart De Wever in ‘Stukken van mensen’ en ‘De vuilste jobs vips’: Het werd er niet beter op toen bleek dat hij verre van de beste deal kreeg voor zijn geliefde munt
Alles kan Bart De Wever verdragen, het PFOS-schandaal glijdt van hem af, een pandemie is een anekdote, daar is hij werkelijk hard in. Maar een gouden Romeinse munt verkopen, met zijn idool erop, blinkend nog, nee.
Sinds enkele seizoenen moeten de dealers in ‘Stukken van mensen’ niet alleen gewone stervelingen overtuigen om hun waar aan hen te slijten maar komt er ook al eens een bekende Vlaming iets verpatsen. In de aflevering van deze week waren het er zelfs twee: eerst wilde Linde Merckpoel, volgens presentatrice Evy Gruyaert ‘een gepassioneerd verzamelaar van kunst en antiek’, twee 19e-eeuwse vazen aan de man brengen, een halfuurtje later kwam Bart De Wever de Verbeke Foundation binnengewandeld met een gouden munt in zijn broekzak. Niet zomaar wat kleingeld maar een aureus van 2000 jaar oud, met op de voorkant keizer Augustus - ‘mijn idool’, aldus de Antwerpse burgemeester - en op de achterkant Gaius en Lucius, de twee kleinzonen en gedoodverfde opvolgers van de Romeinse heerser.
LEES OOK
Kunstdealer Patrick van der Vorst: ‘Er is verleiding geweest in mijn leven. En ik heb eraan toegegeven’
Ronny en Sofie Van de Velde: ‘Tuymans wilde me een schilderij cadeau doen. Ik zei: ‘Sorry, Luc, ik zie dat niet graag’’
Janne en Kamil uit ‘Niets gaat over’: ‘We hebben een schuldgevoel omdat we de ramp hebben overleefd: waarom ik wel en de persoon naast me niet?’
De antieke munt was niet alleen het absolute topstuk uit De Wevers collectie maar ook een erfstuk: ze was ooit in het bezit van zijn vader geweest, die lang geleden aan een verzameling was begonnen en volgens zijn zoon zelfs een groot deel van zijn munten eigenhandig had opgegraven, uit de Gallo-Romeinse nederzetting van Kontich. Het waren andere tijden, ook wat archeologische vondsten betreft. Het werd De Wever droef te moede bij de gedachte dat hij afstand van de munt zou moeten doen en - ‘mijn grootste genot’ - nooit nog zijn handschoentjes zou kunnen aantrekken om ze te manipuleren. Toen hij de aureus ging ophalen in de kluis in de bank - ze is te kostbaar om thuis te bewaren en te manipuleren - begon zijn hart zelfs een beetje te breken, vertelde hij aan Evy, en tijdens de rit naar de Verbeke Foundation stond het huilen hem naar eigen zeggen nader dan het lachen.
Tien minuten verder in het programma was dat opnieuw zo, nadat De Wever - een beetje zoals toen hij ooit het premierschap van België claimde - dik tegen zijn goesting de munt had verkocht. Aan de eerste de beste dealer dan nog, zelfs al had de politicus zich dapper voorgenomen dat hij niet te snel zou toehappen. Maar veilingmeester Carlo had de Latijnse spreuk waarmee De Wever de experts richting hun kantoor had gestuurd - ‘Pecunia non olet’ ofwel ‘Geld stinkt niet’ - ter harte genomen. Na een openingsbod van 4200 euro, het moment waarop De Wever de bui al voelde hangen, ging Carlo fluks naar 5000 en daarna, ‘uit sympathie’, zelfs naar 5750 euro. De deal - ten voordele van het goede doel - was snel beklonken en de verkoper bleef achter met rode oogjes en gemengde gevoelens, die er niet beter op werden toen bleek dat Paul en Bie nog een pak meer op tafel hadden gelegd.
Wie met de tranen van De Wever niet genoeg had, kon later op de avond nog terecht op VTM Go voor ‘De vuilste jobs vips’. In die digitale afsplitsing van de VTM 2-reeks ‘De vuilste jobs van Vlaanderen’ mogen bekende Vlamingen mee op stap met één van de vele schoonmaakdiensten in het land, en deze week was het, toeval of niet, de beurt aan de N-VA-voorzitter. Op een willekeurige zondagavond - hij had die ochtend in ‘De zevende dag’ gezeten, vertelde hij bij aanvang, dus het kon werkelijk over om het even welke zondag gaan - stond De Wever bij het tijdelijke stadhuis van Antwerpen te wachten op zijn opdracht. Hij moest vuiligheid in zijn stad gaan ophalen, zo bleek, en dan hebben we het niet over niet-ontplofte handgranaten op straat of forever chemicals onder de grond, maar gewoon over papier, karton en andere soorten afval die op de stoep waren gezet.
De Wever begon met veel minder tegenzin aan zijn zeven kilometer lange ‘vettige en zware toer’ met vuilnismannen Johan en Gianni dan aan de onderhandelingen in ‘Stukken van mensen’. Hij had er namelijk altijd al van gedroomd om eens op de tree van een vuilniskar te mogen staan. Je zou denken dat een burgemeester geen tv-programma nodig heeft om die al bij al eenvoudige droom te laten uitkomen, maar goed: De Wever wierp zich met veel enthousiasme op het vaker niet dan wel reglementair aangeboden afval, trok uit zowat alles wat hij zag staan conclusies over de eet- of drinkgewoontes van de Antwerpenaar en verbaasde zich over al het sluikstorten. ‘Het was keicool, alles wat je ervan verwacht en meer,’ zei een blozende De Wever na afloop over de job, het vuilnis en de souplesse waarmee zijn collega’s de zakken in hun kar gooiden.
‘Wat vond u het vuilst: dit of de politiek?’ vroegen Johan en Gianni ter afscheid. Een eenduidig antwoord kwam er niet, al gaf De Wever wel mee dat ‘in de politiek het vuil u onverwacht kan aanvallen’. Eigenlijk hadden we de vuilnismannen liever een andere, even voor de hand liggende vraag horen stellen: hoe kan het dat de man die enkele jaren geleden nog vurig vond dat politici hun werk moesten doen en niet te pas en te onpas op tv moesten opduiken nu op één avond te zien is in twee programma’s die slechts van heel ver gaan over de dingen waar mensen wakker van liggen?