televisie★☆☆☆☆
‘Big Brother’ op Play4: ‘Televisie kan meer stukmaken dan je soms denkt’
Waarom Play 4 het enkele jaren geleden duidelijk niet diep genoeg begraven ‘Big Brother’ weer tot leven heeft gewekt, blijft ons een klein raadsel. Voor zover we er dierbare denktijd aan willen besteden: misschien is het kijkpubliek in deze dagen van multimediale overvloed zo versnipperd geraakt, dat er voor élk format, hoe afgestompt ook, wel een handjevol geïnteresseerden, en de daaruit voortvloeiende reclameblokken, te vinden valt. Of is gewoon àlles beter dan het testbeeld of weinig melodieus krakende witte ruis. Al zijn we van dat laatste, nu we er zo over nadenken, ook niet helemaal zeker.
‘Big Brother’ werd eertijds in de markt gezet als ‘een sociaal experiment’, je moet als zender iéts verzinnen om je rommel te verkopen zullen maar denken, en daardoor geïnspireerd stelden wij ons geheel uit vrije wil en ook wel gedreven door een soms niet te onderdrukken keiharde professionele nieuwsgierigheid als een soort persoonlijk experiment aan twee afleveringen van dit programma bloot. Het regende, het waaide, de doorgaans hyperopgewekte Frank Deboosere had die avond wel héél somber gekeken en we moesten ook niet speciaal ergens naartoe. Dus waarom niet? En wie weet doen we er wel een of andere wetenschap – vooral één waar los van de beoefenaars op misschien een hond met slaapproblemen na werkelijk niemand van wakker ligt – een dienst mee.
Lees ook:
‘Dit terzijde’ van Xander De Rycke is een krachttoer,een tackle met het gestrekte been op dood en depressie ★★★★☆
Toen Regi de MIA in de categorie ‘Dance’ won, zag je Stromae duidelijk zijn komst betreuren
‘Dagen zonder broer’ van Jeroen Meus: voorzichtige vragen, weifelende antwoordenen af en toe een luid schallende lach ★★★★½
Terwijl onze aandacht, in normale omstandigheden al een zeer vluchtige materie, al snel op zelden geziene wijze op proef werd gesteld, namen we er kennis van dat de bewoners via dagelijkse proeven munten kunnen verdienen, waarmee ze hun leven in het huis wat draaglijker kunnen maken. Ze kunnen er bijvoorbeeld lekkers mee kopen ter aanvulling van de ‘basismaaltijd’ - denk aan het dieet van mensen die met hun energiefactuur of met hun nog altijd over de broekrand bulkende eindejaarskilo’s worstelen – die ze van Big Brother krijgen voorgeschoteld, of een ander extraatje. Het idee van het hele programma is namelijk de deelnemers terug te gooien op hun basisbehoeften, wat sluimerende oerinstincten wakker te poken, en dan maar hopen dat er zoveel mogelijk liefst huilerig conflict van komt. Daar komt de doelgroep ook voor.
En tot die behoeften behoren, sinds we nog in berenvel over de savanne rondzwierven, voedsel, hanky panky en het vormen van een nuttige en veilig aanvoelende clan. Sinds kort moeten we daar wellicht ook toegang tot een dure telefoon en al zijn digitale wonderen bijrekenen: we konden ons maar niet van de indruk ontdoen dat – misschien met uitzondering van de enkele vijftig- en zestigplussers die, alweer een paar doelgroepen afgevinkt, ook mogen meedoen – alle deelnemers nog aan het afkicken waren van hun flikkerschermpje. Al valt nooit uit te sluiten dat ze zich in het gewone leven niet minder ergerlijk gedragen.
Aan het hormonale front leek het voorlopig verrassend kalm in het huis, maar op dat vlak valt er ongetwijfeld nog wat te verwachten van de genaamde Ali, dertiger en leraar in opleiding, en – zo bekende hij na zijn intrede terwijl hij zijn jas nog niet goed uit had – gezegend met of veroordeeld tot een meer dan gemiddeld hoog libido. Voor wie zich afvraagt waarom ons onderwijs er zo belabberd aan toe is: zoek niet verder. Misschien kan men – ze floepen de laatste tijd werkelijk overal op - nu al een veelkoppige taskforce in het leven roepen om deze aspirant-leraar, zodra hij weer in de vrije wereld is losgelaten, eens nader te bekijken.
In deze aflevering moest vooral voeding voor telegeniek conflict zorgen. Big Brother – de stem van een of andere onderknuppel die zelfs driedubbel vervormd irritant klinkt – had een spel gepland met als inzet een pizza-avond, een lekkernij waarvoor sommigen, zo bleek uit de reacties, na drie weken abstinentie een moord zouden plegen. Door een koerier met een pizzasnijder te onthoofden, we zeggen maar wat. De vileine twist: het verliezende team zou de pizza’s moeten klaarmaken en ook nog eens aan het triomferende team serveren. Het rook, behalve naar salami en verbrande korst, haast naar psychologische foltering. Dat de teams via groene en roze overalls – Guantanamo Bay is dan blijkbaar toch nog érgens nuttig voor geweest – van elkaar worden onderscheiden, geeft het allemaal ook een nogal rare bijsmaak, maar ook dit geheel terzijde.
De breinen achter het programma hadden duidelijk gehoopt dat het bittere tranen, luidkeels geuite emoties, gifgroene jaloezie en mogelijk zelfs kannibalisme, waarbij iemand van het eigen team met de blote tanden aan stukken werd gereten, zou opleveren, maar viel dat even tegen. De verliezers bedienden, met uit beide mondhoeken een waterval speeksel, hun tegenstanders beleefd en met de glimlach, en aten daarna met lange tanden, maar zonder morren hun nog schraler dan anders ogende toast met kaas op. Gelukkig was er nog Ilse, een thuisverzorgster van halverwege de vijftig die – we deden achteraf wat research – in het weekend weleens op een Harley Davidson rondscheurt en zich het volgens haar daar bijhorende kapsel heeft aangemeten, een brutalistische coupe waarmee je zelfs in de hardere lgbtq+-clubs aan de ingang wordt geweigerd.
Ilse had een kleine aanvaring met ene Lindsey, een royaal getatoeëerde Nederlandse prille dertiger waarvan het niet onaannemelijk lijkt dat ze zich in haar vrije tijd weleens aan het kogelstoten begeeft. Of op zijn minst hamerslingeren of discuswerpen. Of gooien met boomstammen in Schotse rok. Deze Lindsey zaagde elke nachts in haar dromen geen boompje om, maar klonk alsof een gesloten gelid kettingzagen, gevolgd door een vloot bulldozers en graafmachines een met eeuwenoude reuzen begroeide forse lap Amazonewoud voor de sojateelt vrijmaakte. Een ronkende herrie die de arme Ilse nog eens dubbel zo hard ervoer vanwege haar hoogsensitiviteit, het schijnt de nieuwste beschavingsziekte te zijn.
Aangemoedigd door de andere kamergenoten, die wel uitkeken met Lindsey, had ze de snurkster gewekt, en die was daar – droomde ze net dat ze een wereldrecord had gegooid? – niet mee opgezet. Tot overmaat van ramp had Ilse haar nachtelijke nemesis bij het ontbijt ook nog eens per abuis aangesproken als Lesley. Kan gebeuren als je een paar nachten geen oog hebt dichtgedaan. Het leidde tot een halve aflevering gevuld met eindeloos gesnik (in de Harleyclub kan Ilse het voortaan wel schudden), deelnemers die zich tot onbezoldigde amateurtherapeut ontpopten, een gevaarlijk snel aanzwellend roddelstormpje bij – de woedende Femma e-mail is al onderweg - de jongere deernes van het gezelschap en uiteindelijk een wonderoplossing van de alwetende en steeds tenenkrullender klinkende Big Brother: geen neus- en keeloperatie of slaapsarcofaag van gewapend beton voor Lindsey, zoals wij hadden gehoopt, maar een stel oordopjes. We mochten, voor zover we daar de kracht nog voor konden opbrengen, ook nog getuige zijn van het koudste en alvast van één kant ongeïnteresseerdste wiedergutmachungsgesprek ooit.
Verder zagen we een stel types, duidelijk ingeschreven om hun quotum Instagramvolgers op te vijzelen, hun sprankelende persoonlijkheid op al dan niet voor hun medebewoners hinderlijke wijze ontplooien: onder meer de onvermijdelijke iets te opzichtig met de als koeienbillen gespannen torso te koop lopende crossfitspecialist en personal trainer, een twintigjarige voormalige e-sporter die op – komt zeker nog een kookboek van - zowat al zijn maaltijden pindakaas kwakte ‘om er toch wat smaak aan te geven’, ene Charlotte die ooit als au pair in de betere kringen in en rond Holleywood heeft gewerkt, en ons daar met alle geweld aan wilde herinneren door non-stop in het Engels te kwekken, en Michelangelo, ondernemer en F3-coureur (werkzaam in de bandencentrale van zijn vader, lazen we elders), die er met een minimum aan inspanning nu al voor heeft gezorgd dat we de Sixtijnse Kapel nooit nog met dezelfde ogen kunnen bekijken. Televisie kan meer stukmaken dan je soms denkt.
Wat dééd, ons experiment en de wetenschap indachtig, het met snel wegsijpelende levenswil uitkijken van dit alles nu met ons? Toen weerstand bieden geen enkele zin meer had, leek het alsof we door een piepklein scheurtje in de realiteit onherroepelijk een parallel universum werden binnengezogen waarin niets nog nut, zin of betekenis had, en alleen maar een geluidloos schreeuwende leegte heerste. Zelden zo blij geweest als toen we een fractie van een seconde later met een schok weer in deze wereld belandden. De oorlog in Oekraïne, de nakende klimaatramp, de losgeslagen inflatie en Rik Torfs nemen we er met een, weliswaar ongemakkelijke, glimlach bij.
Het enige andere pluspunt van ‘Big Brother’, als je het zo zou willen noemen, is dat ‘Play Café’ hierna zowaar een intellectueel hoogstaand en interessant praatprogramma lijkt. Als je niet te véél op Viktor Verhulst en Celine van Ouytsel let tenminste.
Al onze tv-recensies vind je hier: Programma’s als ‘Een echte job’ zouden beter niet gemaakt worden