FILM★★★☆☆
Bohemian Rhapsody
De songs zijn beter dan de film.
De biopic over het leven van Freddie Mercury was nog niet eens begonnen of er tekende zich op onze smoel al een hemelsbrede grijns af: u moet zelf maar eens gaan zien hoe men voor de gelegenheid de welbekende fanfaremuziek bij het 20th Century Fox-logo heeft aangepast in Queen-stijl! De film die volgt, is entertainend, maar breekt op geen enkel moment uit de gietvorm die zo kenschetsend is voor het genre van de muzikale biografie. Alsof de makers zich voornamelijk hebben gebaseerd op de Wikipediapagina over Queen, krijgt u in sneltreinvaart een ruw chronologisch overzicht van de belangrijkste episodes uit het leven van Freddie: de ontmoeting met de andere bandleden, het eerste platencontract, de grote successen, de fantastische comeback tijdens het ‘Live Aid’-benefietconcert in 1985. Het grote nadeel hiervan is dat Freddie en de mensen rond hem nogal schetsmatige figuren blijven, die van de scenarist voortdurend artificieel klinkende clichés in de mond krijgen gelegd: ‘Ik heb niemand nodig!’ Heel kenmerkend voor deze überklassieke aanpak (die overigens in schril contrast staat met de experimenteerzucht van de band zélf) is de scène waarin Freddie met droeve oogopslag naar beelden van uitgemergelde aidspatiënten op televisie staat te kijken: dat de makers net op dát moment ‘Who Wants to Live Forever’ uit de luidsprekers laten glijden, is een kleffe ingreep die nét iets te veel voor de hand ligt.
Er deden de laatste weken nogal wat geruchten de ronde dat de film nauwelijks zou ingaan op het feit dat Freddie een notoir mannenverslinder was. Welnu: van straightwashing is zeker geen sprake, maar dat neemt niet weg dat de film eerder krampachtig omgaat met Freddies liederlijke seksleven. Zo zien we hem weleens kijken naar een hunk die op het punt staat de herentoiletten te betreden, maar omdat we hem nooit eens náást een bedpartner zien wakker worden, zou een mens zich kunnen afvragen hoe het überhaupt mogelijk was dat hij ooit met het aidsvirus besmet is kunnen raken. En hoofdacteur Rami Malek? Die geeft een werkelijk grandioze imitatie van Freddie weg, ook al deed de manier waarop hij nu en dan ostentatief door zijn neus staat te grinniken ons eerder denken aan het typische snuiflachje van Meester Buys uit ‘Meester, hij begint weer!’.
Als biopic heeft ‘Bohemian Rhapsody’ dus iets te weinig haar op de snijtanden, maar desondanks hebben we ons goed geamuseerd. Zo maakt de film heel mooi duidelijk hoe classics als ‘We Will Rock You’ en ‘Bohemian Rhapsody’ alleen maar het levenslicht konden zien dankzij de speciale chemie die tussen de vier bandleden hing. En voorts was het echt een geweldig idee om, als ultiem hoogtepunt, de 20 minuten durende set van Queen op ‘Live Aid’ bijna integraal te reconstrueren. Die tienduizenden mensen die in de maat staan mee te klappen met ‘Radio Gaga’: kippenvel! Maar hoe blijgezind we uiteindelijk ook buitenkwamen: na bijna tweeënhalf uur ‘Bohemian Rhapsody’ in IMAX-formaat hadden wij onze portie Queen wel gehad. De rest van de dag hebben we geluisterd naar een cd met relaxerend walvisgezang.