Film★☆☆☆☆
‘Breach’ is zó verbijsterend slecht dat een mens er perplex van staat
Zet ons voor een lekkere trashy actiefilm en wij worden vanzelf gelukkig. The Rock en Karl Urban die in ‘Doom’ onder het grommen van ‘Game time!’ hun patroonhouders in hun machinegeweren klikken? O ja! Milla Jovovich die in ‘Resident Evil: Extinction’ in de clinch gaat met een horde agressieve zombies en een zwerm gemuteerde kraaien? Geweldig! En toen wij een poosje geleden hoorden dat er een nagelnieuwe sciencefictionfilm op komst was over een parasiet die de controle tracht over te nemen van een ruimteschip, dachten wij: olé!
Helaas: ‘Breach’ is zó verbijsterend slecht dat een mens er perplex van staat. Al in de allereerste seconden dienden we onze wenkbrauwen te fronsen: de film die op Google Play, Apple TV, iTunes én op alle afbeeldingen, affiches en websites staat aangekondigd als ‘Breach’, blijkt op de begingeneriek ineens ‘Anti-Life’ te heten. Qué?
Uit de daaropvolgende openingsscène blijkt onmiddellijk dat het budget ontbrak om aan deftige worldbuilding te doen. Een pancarte vertelt ons dat we in het jaar 2242 na Christus zitten: de pest is terug, de mensheid is gedoemd tot uitsterven, de laatste ruimteshuttles verlaten de aarde in de richting van een gekoloniseerde planeet, de Nieuwe Aarde.
Krijgen we vervolgens een ‘Blade Runner’-achtig uitzicht op een dystopische metropool waar miljoenen achtergelaten, vol zwarte builen staande mensen hun wanhoop staan uit te schreeuwen? Neen: we zien alleen hoe enkele tientallen in geruite hemden gehulde figuranten in de buurt van de ruimtehaven aan een wankel hekwerk uit de Brico staan te rukken terwijl op de geluidsband de rotorwieken hoorbaar zijn van een doodgewone helicopter. Tja: blijkbaar zijn noch de afrasteringen, noch de helicopters, noch de vestimentaire codes tussen 2000 en 2242 geëvolueerd. De rest van de film speelt zich af aan boord van het allerlaatste ruimteschip dat naar de Nieuwe Aarde is vertrokken, de Hercules. En niemand minder dan Bruce Willis maakt zijn opwachting als Torpedo Clay, een bemanningslid van wie de functie eigenlijk nooit helemaal duidelijk wordt. Machinist? Klusjesman? Chef van de schoonmaakploeg?
Ene Cody Kearsley vertolkt dan weer een verstekeling die van Torpedo Clay – we krijgen er niet genoeg van om die ridicule naam te laten vallen - de opdracht krijgt om de vloeren van het schip te schrobben. Vaststelling: we mogen dan anno 2242 aan boord zitten van een ruimtekruiser die kwantumsprongen door het heelal maakt, de poetshulp dient zich nog steeds te behelpen met een 20ste-eeuwse emmer, mop en multi-reiniger-spray. Enfin.
Nu, wie in de feestzaal tegenover de kerk ooit een theaterstuk van het lokale toneelgezelschap heeft bijgewoond, weet wel dat de acteurs die even niets te doen hebben gauw even achter de coulissen plegen te verdwijnen. In ‘Breach’ gebeurt iets gelijkaardigs: nadat iemand in de refter van de Hercules ‘Het ontbijt is voorbij!’ heeft gebruld, zien we, in wat de meest overbodige scène uit de filmgeschiedenis moet zijn, hoe de acteurs allemaal rechtstaan en één voor één in stilte al schuifelend létterlijk achter het bordkartonnen decor verdwijnen. De laatste in het rijtje is zowaar Willis, die op de valreep zelfs nog even over één of andere verhoogje lijkt te struikelen en lichtelijk verbaasd omlaag kijkt. Het is op dít eigenste moment dat wij voor de eerste keer, maar niet voor de laatste keer, op de pauzeknop dienden te drukken, zodat wij al schaterend uit de zetel konden rollen.
Een pertinente vraag dringt zich op: welke kluns heeft deze film geregisseerd? Ed Wood? Zelfs wanneer die tot poetshulp omgeturnde verstekeling moederziel alleen door de gangen van het gigantische schip dwaalt, hoor je op de geluidsband een oorverdovend luid geroezemoes, alsof de rest van de crew en de cast intussen vlak achter het bordkartonnen decor deelnemen aan een feestelijke receptie. Wanneer de Hercules wordt overspoeld door zombies, zien we hoe Lincoln, één van de bemanningsleden, vliegensvlug de vluchtcapsule inrent en zichzelf opgelucht in de ruimte lanceert, waarna hij (uiteraard) wordt gebeten door een zombie die eerder aan boord van die escape pod was gegaan.
Oké, wacht even. Als we het goed begrijpen, hebben we hier dus te maken met een zombie die vooruitziend genoeg is om zich ruim op voorhand in die vluchtcapsule te gaan verstoppen. Vervolgens houdt die zombie zich muisstil tot Lincoln de lanceerprocedure heeft doorlopen, om pas dán met een triomfantelijke kreet tevoorschijn te springen. Zulke uitgekookte zombies zijn we nog niet vaak tegengekomen.
En wat te denken van Willis? Het is op z’n minst merkwaardig hoe de voormalige superster in vrij korte tijd is afgetakeld tot een luie acteur die nu al enkele jaren loopt te slaapwandelen in straight-to-VOD-stinkers als ‘Marauders’, ‘First Kill’, ‘Acts of Violence’, ‘Survive The Night’ en nu dus ‘Breach’. Willis lijkt daarmee definitief het pad te zijn ingeslagen van Nicolas Cage, met dat verschil dat Cage, in welke inferieure B-film hij ook zit, tenminste nog zijn best doet om van zijn vertolking telkens een kleine sensatie te maken - een opvallend haarstukje hier, een uitzinnige tic daar. Willis daarentegen lijkt geen enkele moeite meer te doen om er iets van te maken, al valt het wel op dat-ie in ‘Breach’ geregeld in een gebaar van pure onmacht zijn beide handen op zijn kale knikker plaatst – maar hoe zou je zelf zijn wanneer je zonet op je call-sheet hebt zien staan dat je tijdens je volgende opname moet wegrennen voor een parasiet? Och, Bruce, bekijk het van de positieve kant: ‘Breach’ is een formidabele aanwinst voor het zo-slecht-dat-ie-hilarisch-wordt-genre.