Televisie★★½☆☆
‘Bye Bye Belgium’ op Play4 biedt weinig meer dan gelijkaardige reeksen
Migreren naar een land waar de zon altijd schijnt, het eten bij voorkeur in kleine hapjes op tafel komt of de vaccinatie van de bevolking tegen een iets hoger tempo verloopt: we denken er allemaal wel eens aan.
Voor de meesten onder ons staan tussen droom en daad praktische bezwaren zoals een hypotheek of schoolgaande kinderen in de weg, maar gelukkig zijn er voor de makers van tv-programma’s nog altijd genoeg mensen die wel ‘durven te springen’, zoals dat dan in het vakjargon heet. Na ‘Ik vertrek’ op VTM2 of de reeksen op Eén waarvoor Annemie Struyf richting Frankrijk, Spanje en Noorwegen trok, komt de zender formerly known as VIER nu op de proppen met ‘Bye Bye Belgium’: een docusoap over drie duo’s die in een niet zo heel ver land een nieuw leven willen opbouwen of er willen gaan bekomen van het leven dat ze hier hebben geleid.
Het koppel waarmee de serie opende, behoorde duidelijk tot de tweede categorie. André en Marianne verhuren al twintig jaar mobilhomes en na zo lang met lede ogen te moeten toekijken hoe anderen richting mooiere oorden vertrokken, wilden ze nu zelf met een camper naar het Spaanse Alicante tuffen, alwaar ze zich een villa hadden aangeschaft. Het kwam me van bij het begin voor dat André de drijvende kracht was achter de verhuizing: hij ging op het afgelegen domein een kleine sterrenwacht bouwen en er zijn passie voor astronomie - volgens hemzelf ‘grenzend aan het manische’ - botvieren zonder dat lichtvervuiling roet in het eten gooit. Marianne moest om haar man te volgen haar eigen passie in de vorm van een schoonheidssalon opgeven, en tijdens het laatste avondmaal voor het vertrek leek ze toch niet echt uit te kijken naar haar gedwongen pensionering in Spanje en het bijbehorende verlies aan sociaal contact. Toen ‘s anderendaags bleek dat André de mobilhome zodanig had volgestouwd met telescopen dat al hun andere bezittingen nagestuurd moesten worden - er was zelfs geen plek voor twee bekers om onderweg koffie uit te drinken -, begon ik toch te vrezen dat in een van de volgende afleveringen de hemel op het hoofd van de twee zou kunnen instorten.
Ook bij de andere duo’s liggen er nog stevige uitdagingen in het verschiet. Lotte en Rachid willen in Marrakesh een reizigerscafé openen maar de plek waar dat moet komen zag eruit alsof er onlangs een bom was ontploft. Lotte, tevens hoogzwanger, hield er de moed in door zich voor te houden dat de 100.000 euro die ze zouden neertellen om het hele project in Marokko op te starten maar een fractie was van wat alles zou kosten in haar thuisstad Brussel. Antwerpenaars Ruud en Jan hadden dan weer 450.000 euro betaald om zowat de ultieme droom van elke Vlaming die naar het buitenland wil waar te maken: een hotel-restaurant openen in de Dordogne in Frankrijk. Ze waren bij een eerste prospectie verliefd geworden op Le Cro-Magnon, een groot okerkleurig gebouw dat tegen een rotswand aanleunde. De vraagprijs lag een stuk hoger dan 450.000 euro maar Ruud had dankzij een cursus onderhandelen die hij op zijn vorige job had gevolgd vakkundig kunnen afdingen, misschien door erop te wijzen dat een van de vier muren gewoon uit rotsen bestond, die bovendien steeds verder in het hotel leken binnen te dringen. Toen de vorige uitbater zijn opvolgers - ‘die evenveel van horeca kennen als Marc Coucke van voetbal’, deelde de commentaarstem fijntjes mee - een rondleiding gaf, zag hij er ook niet heel bedroefd uit dat hij een flinke som was misgelopen.
De slechtste verrassing voor de duo’s moet natuurlijk nog komen want de eerste aflevering speelde zich - zoals ook te merken viel op de talloze afscheidsfeestjes van Ruud en Jan - af voor corona zijn intrede deed. Het wordt nog wel interessant om te zien hoe de pandemie in hun leven binnensluipt en wat de gevolgen ervan zijn op de plannen van Ruud, Jan, Lotte en Rachid - die van André om naar de sterren boven Alicante te turen zullen er wellicht minder hinder van ondervinden. In ieder geval lijkt dat ook de voornaamste reden om ‘Bye Bye Belgium’, dat voor de rest weinig meer biedt dan gelijkaardige reeksen, te blijven volgen.