Televisie★★★★☆
‘Calls’ op Apple TV+ lijkt op een screensaver uit de jaren 90, maar slaagt erin je aandacht drie uur lang vast te houden
Het lijkt wel een grap. In de streamingoorlog die volop woedt, is Apple TV+ zowat het equivalent van VTM Gold of Play7: je weet ergens wel dat het bestaat, maar je gaat er daarom nog niet actief naar op zoek. En nu komt het bedrijf, alsof er dringend bespaard moest worden, met een tv-serie waarin er alleen gesproken wordt en er, behalve wat kronkelende lijnen, niets te zien is.
‘Calls’, een remake van een gelijknamige Franse serie, is helemaal wat de titel laat vermoeden: in negen korte afleveringen – nauwelijks een kwartier tot twintig minuten lang, inclusief de aftiteling – brengt de reeks evenveel telefoongesprekken tussen een handvol mensen, op verschillende data in een niet nader genoemd jaar. Je hoort enkel hen en het achtergrondlawaai, en terwijl de personages met elkaar converseren, zie je op het scherm hun naam en de dialogen verschijnen en komen er golvende lijnen die meebewegen met de cadans van hun stem. Het doet wat psychedelisch aan, het lijkt sterk op een screensaver uit de jaren 90 en het is, samen met dat filmpje waarin Conner Rousseau de nieuwe naam van zijn partij lanceerde, visueel het meest rudimentaire dat we de afgelopen tijd op televisie hebben gezien.
Toch slaagt ‘Calls’ erin om van bij het begin je aandacht vast te grijpen en die gedurende een kleine drie uur niet meer los te laten. Hoe eenvoudig – en, naar tv-normen, goedkoop – het concept ook is, de makers persen er, als waren ze deelnemers in ‘De mol’ die een emmer moeten vullen met druivensap, alle mogelijkheden uit. Wanneer er storing op de verbinding zit, beginnen de lijnen te flikkeren, de kleuren van de golven geven de gemoedstoestand van een personage aan en als iemand een sms binnenkrijgt, verschijnt die tegelijk op het scherm, zodat je meteen begrijpt waarom er een aarzeling te horen is in de stem van de beller. Daarnaast gaan de telefoontjes tussen pakweg geliefden Tim en Sara in de eerste aflevering of tussen Patrick en ‘Pedro from across the street’ in episode drie natuurlijk niet over het weer, hun job of de voetbalmatch van de avond voordien, maar blijkt er telkens ook iets vreemds aan de hand te zijn.
Eigenlijk is elke aflevering van ‘Calls’ een soort miniversie van ‘The Twilight Zone’: alles begint normaal, plotseling is er een bizarre wending – de zinsnede ‘What the fuck’ is erg populair bij de personages – en daarna gaat het verhaal een heel andere richting uit. Gaandeweg wordt ook duidelijk dat er een verband is tussen de verschijnselen uit de afzonderlijke telefoongesprekken en dat alles te maken heeft met een ‘glitch’ in het tijdruimtecontinuum, waardoor mensen uit verschillende dimensies met elkaar kunnen bellen – een beetje zoals wanneer je thuis in quarantaine zit en je iemand van het contacttracingcenter aan de lijn krijgt. Het is bevreemdend en spannend maar op de juiste momenten ook ontroerend, zoals in de aflevering waar een jongedame met haar overleden moeder kan praten of die waarin een piloot vanuit de lucht zijn dochtertje in bed stopt op de tonen van Stevie Wonders ‘I Just Called to Say I Love You’.
Op zich is ‘Calls’ niet meer dan een hoorspel met pretentie, of een podcast die uit zijn voegen is getreden, en de reeks kan zeker ook niet dienen als voorbeeld voor andere tv-makers: voor je het weet maken ze bij de VRT een nieuwe versie van ‘F.C. De Kampioenen’ met de acteurs die nog verder willen doen. Maar als curiosum werkt dit wonderwel. Hoe klein ook, Apple TV+ slaagt erin om consistent kwaliteit af te leveren.