FILM★★★½☆
‘Coupez!’ is een prachtige hommage aan het exploitation-genre en zijn beoefenaars
Van Michel Hazanavicius, met Romain Duris, Bérénice Bejo, Grégory Gadebois en Finnegan Oldfield
Magistraal op het verkeerde been gezet.
HORROR Wij zullen ons de nieuwe film van de maker van ‘The Artist’ wel altijd blijven herinneren als die ene Franse zombiekomedie die ons één van de schizofreenste filmervaringen van het jaar 2022 bezorgde. Kort samengevat voerde ‘Coupez!’ ons in een tijdsspanne van ongeveer 100 minuten van ziedende ergernis naar uitzinnige vrolijkheid, en helemaal op het eind zelfs naar pure ontroering. Tijdens de eerste 32 minuten zien we hoe een filmcrew die in een verlaten gebouw een lowbudget-zombiefilm staat op te nemen, ineens te maken krijgt met een échte zombieaanval. Tot groot genoegen van de steeds manischer wordende regisseur (Romain Duris), die net op zoek was naar een manier om wat meer waarachtigheid te injecteren in de tot dan toe nogal lusteloze vertolkingen van zijn hoofdacteurs.
Nu kan men terecht argumenteren dat Duris met ópzet de hele tijd ondraaglijk luid staat te schmieren, dat het camerawerk er bewúst belabberd uitziet, en dat het net de bedóéling is dat die slecht geschminkte zombies de hele tijd als stoethaspels tegen glazen deuren opbotsen. Regisseur Michel Hazanavicius brengt met ‘Coupez!’ namelijk een eerbetoon aan het zogeheten Z-genre: voor een habbekrats opgenomen exploitation-films die zó amateuristisch ogen (denk aan Ed Woods ‘Plan 9 From Outer Space’) dat je ze zelfs geen B-films meer kunt noemen (‘Coupez!’ heette trouwens oorspronkelijk ‘Z’, maar Hazanavicius wijzigde de titel toen die letter het symbool werd van de Russische invasie). Het besef dat je naar een soort metahommage zit te kijken, maakt het hele zombiegedoe evenwel niet minder flauw, irritant en vermoeiend.
Maar wacht! Na die enerverende 32 minuten maakt Hazanavicius via een lange flashback een geniale cirkelbeweging, waarna we ons weer bevinden waar het in de allereerste minuut allemaal begon: in dat verlaten gebouw. En vervolgens is het echt schitterend om te zien hoe krék dezelfde elementen die ons in de eerste helft doodergerden, van de stuntelige beeldkaders tot de onbegrijpelijk slechte vertolkingen, in de tweede helft net uitgroeien tot een waanzinnige bron van dolle, dijenkletsende pret. Terwijl wij over de vloer rolden van het lachen, konden we dan ook alleen maar concluderen dat Hazanavicius ons goed liggen had en dat hij ons van in het prille begin een stap voor was. Hoewel: eigenlijk behoort de meeste lof te gaan naar de makers van ‘One Cut of the Dead’, een uit 2017 daterende Japanse horrorkomedie waarvan ‘Coupez!’ een zeer getrouwe remake is. Als ‘Coupez!’ verder één ding spetterend bewijst, dan wel dat er in dit bestaan eigenlijk maar weinig dingen grappiger zijn dan een goede ouderwetse portie pipi- en kakahumor. Of, in het geval van ‘Coupez!’: buikloopkolder. Ten slotte deed één van de heuglijkste shots uit ‘Coupez!’ ons denken aan de achterflap van de oude Suske en Wiske-albums: Jerommeke die zijn vrienden als een levende toren omhoogtilt. Dat ontroerende shot deed ons definitief inzien dat we dan tóch zaten te kijken naar een prachtige hommage aan de filmkunst en haar beoefenaars. Goed gedaan, meneer Hazanavicius.
Vanaf 29 juni in de bioscoop.
MEER FILMS VAN DE WEEK:
‘Mothering Sunday’ werkt wat ons betreft meer op de lach- dan op de hartspieren (★★☆☆☆)