film★★☆☆☆
‘Crush’ evolueert van een softerotische thriller tot een uitzinnige zwarte komedie, maar de hoofdacteurs sucken hard
Komt dát tegen! Een steenrijke jongeman houdt in het holst van een regenachtige nacht halt bij een supermarkt voor een potje romig chocolade-ijs. Tussen de rekken wordt hij vlotjes aangesproken (‘Hi!’) door de enige andere klant: een bloedmooie natgeregende blondine die vraagt of hij toevallig iets kent van wijn, en zo ja: of hij haar een lekker flesje kan aanbevelen. Verdorie, waarom overkomt zoiets óns nooit wanneer wij na middernacht in de nachtwinkel om een Trappistje en een zak nootjes gaan?
Wanneer de man met z’n potje ijs in de hand naar buiten wandelt ziet hij de blondine rillend in de kou staan, en raad eens: haar Uber is niet komen opdagen! En het is op dát punt dat wij, in tegenstelling tot die nietsvermoedende steenrijke jongeman, nattigheid begonnen te voelen - en dat zeggen we heus niet omdat wij diep onder de indruk waren van de sensuele wet look van die blondine.
En vanaf nu volgen er spoilers. ‘Zal ik je een lift geven?’ horen we Chris vragen. ‘Ik woon niet ver van hier. Je kunt bij mij blijven.’ ‘Doe dat toch niet, kerel!’ riepen wij naar het scherm terwijl we beide armen ten hemel hieven. ‘Voel je dan niet aan je water dat die hele ontmoeting in de supermarkt opgezet spel is, en dat je de vergissing van je leven begaat door dat wicht een lift te geven!’ Aaahhh, de kracht van de cinema: wéten dat je naar een slappe, slecht vertolkte, volstrekt ongeloofwaardige film zit te kijken, en het tegelijk niet kunnen laten om je met je hele ziel betrokken te voelen bij het voorspelbare spektakel dat zich voor je ogen ontvouwt.
Lees ook:
Ontwijk de straal moedermelk en veeg het sperma van de gezinswagen: Netflix is meer dan ooit sexflix
De fles wijn en het potje chocolade gaan open, de man geeft de blondine een korte rondleiding door zijn hypermoderne designvilla, en even later liggen ze in een compleet onfunctionele blootscène te rampetampen terwijl de regen al even onfunctioneel het raam teistert: een scène die ons deed verzuchten dat het genre van de Amerikaanse softerotische film nu echt helemaal terug is (zie ook: ‘Deep Water’).
In het begin van hun prille liefdesrelatie laat Chris het zich nog welgevallen dat Sky met het tipje van haar tong over zijn gelaat likt (‘Je smaakt lekker’), maar als hij de films ‘Fatal Attraction’ of ‘The Hand That Rocks the Cradle’ had gezien, had hij natuurlijk kunnen weten dat zorgzame blondines zich vroeg of laat altijd ontpoppen tot gestoorde feeksen.
In ‘Crush’ laat het moment van die transformatie zich precies aanduiden: wanneer Sky tijdens het verorberen van een kippenbilletje al kluivend en smakkend bekent dat ze enkele dagen geleden haar kamergenoot Lisa heeft vermoord. En wat we daarstraks al voorvoelden, komt uit: de lieve blondine verandert in een geflipte, in identiteitsdiefstal gespecialiseerde heks die onder het snauwen van ‘Ik pluk je volledig kaal!’ ‘s mans wachtwoorden en beveiligingscodes ontfutselt, zijn fortuin op haar eigen rekeningen overboekt, zijn kunstwerken, zijn tapijten en zijn meubels verpatst en tot overmaat van ellende zijn zeldzame wijncollectie laat veilen (nog goed dat ze niets van kubisme kent, want de Picasso laat ze hangen).
Wanneer de blondine met behulp van een handboor gaatjes begint te maken in haar slachtoffer, die inmiddels aan een rolstoel zit gekluisterd, verschijnt er zelfs heel even een horrorfilm in de stijl van ‘Misery’, de uit de late jaren 80 daterende Stephen King-verfilming waarin Kathy Bates de voeten van de verlamde James Caan te lijf gaat met een sloophamer.
In ‘Crush’ vallen dus heel veel invloeden van andere films te spotten (naast de bovenvermelde titels zagen we ook nog een pikje ‘Basic Instinct’ en een scheutje ‘The Game’), maar de ellende is dat de makers ver onder het niveau van hun illustere voorbeelden blijven. Zeker de twee hoofdacteurs, Cameron Monaghan en Lilly Krug geheten, sucken zó hard dat we na verloop van tijd het gevoel kregen dat we net als Matthew McConaughey in ‘Interstellar’ in een zwart gat werden gezogen.
De meubelen worden nog enigszins gered door Frank Grillo, die laat in de film opduikt als de psychotische minnaar van de blondine, én door John Malkovich: die laatste vertolkt een perverse huisbaas die onder het murmelen van ‘Eén, twee, drie, strekken!’ door een telescoop staat te gluren naar een dame die in haar blootje aan yoga doet en die voor de ogen van twee verbouwereerde vrouwelijke huurders grensoverschrijdend aan een bloem zit te likken.
Malkovich, de enige van de cast die de tong stevig in de wang gedrukt houdt, is enorm genietbaar, al blijft het ergens ook wel verbazen dat de klasbak uit ‘Dangerous Liaisons’ en ‘The Portrait of a Lady’ tegenwoordig op Netflix aan bloemen zit te likken.
In de tweede helft van ‘Crush’ gebeurt dan toch iets razend interessants: alsof de makers halfweg de opnamen inzagen dat hun pogingen om een broeierige erotische thriller te maken op niks zouden uitdraaien, verandert de film plotseling in een uitzinnige zwarte komedie met tonnen gore. Absoluut hoogtepunt is de hilarische parallelmontage waarbij we de perverse huisbaas en de lachende feeks in de designvilla op de tonen van de Vijfde van Beethoven met behulp van samoeraizwaarden een bloederig duel zien uitvechten, terwijl de van heup tot teen in het gips stekende Chris buiten met doodsverachting naar z’n brommer strompelt.
Luid schaterend waren we héél even plan om ‘Crush’ alsnog vier sterren te schenken, tot we godzijdank bij zinnen kwamen en inzagen dat zo’n hoge quotering nét iets te veel eer zou zijn.