televisie★★☆☆☆
De finale van seizoen 2 van ‘Snackmasters’ eindigde met wat op z’n minst een anticlimax genoemd kan worden
Laat ik voor de gelegenheid, en slechts gedeeltelijk uit gemakzucht, mezelf eens citeren toen ik het eerste seizoen van ‘Snackmasters’ van uitgeleide voorzag. ‘Op doorwaakte momenten meende ik de toekomst van commerciële televisie gezien te hebben, met de bijgedachte dat bij gesponsorde inhoud het wel altijd de inhoud zal zijn die moet inboeten aan schermtijd.’ Zo, dat deed deugd.
Ik zou, zelfs gemakshalve, niet teruggrijpen naar zulke autocitering als het niet minstens deels waar was. Want ook het tweede seizoen ‘Snackmasters’ bleek, net als het eerste, gedurig gespeend van inhoud, en leek in de plaats liever te pleiten voor het opengooien van de normaliter terecht streng bewaakte grens tussen reclameblok en programmatie. Zo was bijvoorbeeld het geleide fabrieksbezoek uit de eerste jaargang een blijvertje gebleken, zodat Ruth Beeckmans ook nu weer elke aflevering in één of ander bedrijvenpark allerlei staten van verwondering mocht veruitwendigen boven een in alle opzichten steriel ogend productieproces. Dat deed ze ook op die dagen dat het géén Openbedrijvendag was, doorgaans toch mijn favoriete dagen.
De bedoeling was natuurlijk dat je achterbleef met het idee dat er achter alle roestvrij staal en lopende banden, zomer- én winterexemplaren, toch nog een greintje ambacht was achtergebleven. Dat legt zo’n multinational immers nooit windeieren. Ten behoeve van diezelfde denkbeeldige folklore werd er ook geregeld gewag gemaakt van een bedrijfsgeheimpje of twee per fabrikant, om te midden van alle industriële treurnis toch een zweem van mysterie hoog te houden. Alsof élke koekenbakker tegenwoordig Coca-Cola maakt. Vragen waar het toilet is, komt je er wellicht ook al op problemen te staan.
In de finale namen chefs Marcelo Ballardin en Seppe Nobels het tegen elkaar op in een poging om de welbekende Leo zo getrouw mogelijk te benaderen. Dat zulke hoogstaande keukenpieten telkens bereid bevonden werden om deel te nemen aan ‘Snackmasters’ blijf ik opmerkelijk vinden, want tenslotte heeft zoiets veel weg van een kunstschilder je tuinhuis laten witten. Misschien komt er aan het eind van de dag wel minder rock-’n-roll kijken bij koken op hoog niveau dan jarenlang volgehouden werd. Stel je voor. Ten behoeve van de spanningsboog werd de Leo-reep omschreven als de moeilijkste snack van al. De ultiéme snack zelfs, volgens Koen Wauters. ‘Propvol melk uit de Alpen!’ bovendien. Hij kon het weten. Ondertussen werd Beeckmans in Herentals meegetroond door de Leo-fabriek aan het handje van een ‘business development manager chocolate’, zoals ze een chocoladeboer dan noemen in de Alpen. ‘Dat ziet er supercool uit!’ kreette ze boven een fantasieloze deegmassa in een industriële ketel. Je zou door ‘Snackmasters’ nog vergeten dat ze eigenlijk een vaardig actrice is.
Verdere beschrijving van de speurtocht naar de perfecte Leo, de ultíéme Leo zelfs, laat ik achterwege, want in feite kende elke aflevering van ‘Snackmasters’ een gelijkaardig, onveranderlijk moeizaam verloop, dat vooral wilde doen uitschijnen dat er heel wat meer kruipt in zo’n stuk snoepgoed dan je tot voor kort had aangenomen. Nu, dat Nobels de bedrijfsjury uiteindelijk niet eens een eetbaar resultaat wist voor te leggen, was op zijn minst anticlimactisch, want zo werd Ballardin gewoon vanzelf de winnaar. Die bedrijfsjury bestond uit de business development manager chocolate, aangevuld met een line leader en iets wat men een vormlijnmachinist noemt. Ik kon zweren dat ik in de verte koebellen kon horen, rinkelend opkaatsend tegen de Alpen.