televisie★★☆☆☆
‘De sollicitatie’ op VIER: ‘Een zeer authentieke levenswandel’
Zelfs in quarantaine gaat het leven zijns weegs, waardoor je ook in benarde tijden gewoon naar ‘De sollicitatie’ kon kijken. Daarin ontvouwde zich een zoektocht naar iemand die zich bekwaam uit de slag kon trekken in een restaurant: niet alleen ontsnapte de horeca in dit programma aan de tijdelijke werkloosheid, de sector boerde blijkbaar ook zo goed dat er vrolijk aangeworven kon worden. Er schemerde kortom een glimp van een betere wereld door. Misschien was het wel gewoon het verleden.
De idylle werd spoedig onderbroken door het aantreden van Wout Bru, die voor de goede orde en de centen vergezeld werd door zijn mecenas Marc Coucke. De zaak die geschikt zaalpersoneel benodigde, bleek La Bru’sserie, het restaurant dat Bru bestiert in Durbuy, het persoonlijke openluchtpretpark van zijn broodheer. Voor de kijkers deed Coucke de zakelijke verhoudingen tussen hem en zijn vazal nog eens uit de doeken. Zelf was hij hands-off als het neerkwam op zijn zakelijke belangen, terwijl Bru meer het type was om zich hands-on in te laten met z’n nering. Ik nam er, op eigen risico, akte van.
Ene Jeroen, 22, viel op door het gat in z’n curriculum: het gevolg van een hardnekkige maagzweer, opgelopen bij een eerdere betrekking in de horeca, waar loondienst per traditie nog iets weg mag hebben van dwangarbeid. Bij die informatie zag je Coucke Jeroens naam al mentaal doorhalen, maar zoals het een miljardair des volks betaamt, bleef hij gedurig z’n joviale zelve. Jeroen was ook epilepticus, benevens een product van het bijzonder onderwijs, en alsof het niet op kon, was hij in z’n korte bestaan al eens van de sokken gereden door een auto, wat ’m nog een gat in z’n cv had opgeleverd. Marc Coucke roemde die moeilijke levenswandel, want ze maakte Jeroens kandidatuur ‘zeer authentiek’. Gek hoe zulke woorden pas hun ingebakken meewarigheid prijsgeven als je ze neerschrijft. Voor de sport deed Coucke nog even alsof hij Jeroen echt overwoog als kandidaat, maar zo mooi werd het natuurlijk nooit.
We maakten ook kennis met Isabel, die in deze aflevering duidelijk de underdog verbeeldde, en dus bij voorbaat kansloos was. Diploma’s ter zake kon Isabel niet voorleggen, en als ze al over relevante ervaring in het culinaire beschikte, liep er ze niet mee te koop: als binnenkomer schotelde ze Marc Coucke en Wout Bru een zelfbereid baksel voor dat niet meteen tot zorgeloos verorberen noopte, laat staan tot jubelend aanwerven. Toen Bru haar daarna verzocht een prei julienne te snijden, kweet ze zich bovendien van die taak met een snelheid die allesbehalve op professionele keukens berekend leek. Bij de aanblik zat Wout Bru ostentatief met de handen in het haar, in zijn geval grotendeels van Turkse makelij.
Het was zonneklaar dat Isabel in ‘De sollicitatie’ het menselijke kaf hoorde te zijn. Ze was het kneusje van dienst, zoals er in elke aflevering wel eentje is – niet zelden zijn ze interessanter dan de kantoorpikken die achteraf met het baantje gaan lopen. Dat Isabel haar benadeelde positie zelf niet doorhad, hoewel de kijker er wel voortdurend op werd gewezen, deed me onbedoeld denken aan de makers achter het programma, en toen het onvermijdelijke afschepen eraan kwam, lieten ze de kans niet onbenut om de traan in Isabels ooghoek groot in beeld te brengen. That’s showbusiness, neem ik aan. Het zou niet de eerste keer zijn dat die me niet ligt.