Bioscoopfilms
De zwakste Marvel-film in jaren en een zweterige romance: de films die u deze week (niet) in de bioscoop moet zien
‘Guardians of the Galaxy Vol. 3' ★☆☆☆☆
Van James Gunn, met Chris Pratt, Zoe Saldaña, Dave Bautista en Vin Diesel
FANTASY Hebt u het ook al eens meegemaakt? Dat verschrikkelijk pijnlijke, maar tegelijk o zo verhelderende moment dat u op café of op restaurant uw lief in de ogen zit te kijken en eensklaps met een verkillende schok beseft dat de betovering van de liefde is verbroken? En dat het beter is om de stekker eruit te trekken? Wel, wij hebben onlangs in Kinepolis een soortgelijke openbaring meegemaakt. Halverwege ‘Guardians of the Galaxy Vol. 3’, net toen die wandelende tak voor de duizendste keer ‘I am Groot!’ mummelde, begon niet alleen het besef in te dalen dat we naar de zwakste Marvel-film sinds ‘Thor: The Dark World’ zaten te kijken. We kwamen ook tot het ontnuchterende inzicht dat de magie van het hele Marvel Cinematic Universe, de superheldenfranchise die al sinds 2008 als een waar bezettingsleger de multiplexen domineert, is uitgewerkt. En de ironie is dat de Guardians dat ook zelf lijken in te zien. ‘Het laatste wat ik nodig heb, is de zoveelste gek die het universum probeert te veroveren!’ horen we Peter Quill verveeld uitroepen, terwijl hij schietend rondrent in een gigantisch ruimtestation, de Orgoscope geheten, dat van ver gezien wel iets weg heeft van een gigantische zwevende sluitspier – de Coloscope ware een treffender naam geweest. Met die ene oneliner legt Quill de vinger pál op de ideeënarmoede waar Marvel nu al een tijdje onder lijdt: in plaats van de Guardians eens een fris avontuur te laten beleven krijgen we nóg meer monsters, nóg meer megalomane booswichten en op het eind alwéér een overdosis CGI. MCU: Mottig Comateus Universum.
Nog erger is dat de scenaristen het rock-’n-rollgehalte van de vorige episodes (of wat daarvoor moest doorgaan) hebben ingeruild voor een dubbele portie meligheid. Kort samengevat: in de eerste helft van ‘Vol. 3’ ligt een geliefd personage reutelend op sterven en in de tweede helft proberen de Guardians een troep kinderen te bevrijden uit de kerkers van bovenvermelde booswicht. En zo kan het gebeuren dat Nebula, ooit een angstwekkende cyborg, ineens rondrent met een uk op haar rug en dat Rocket tientallen kleine wasbeertjes redt, terwijl klef koorgezang weerklinkt. Kom terug, Thanos!
De creatieve geesteloosheid van ‘Vol. 3’ toont eens te meer aan dat het epische ‘Avengers: Endgame’ uit 2019 een kantelpunt was: sinds de Vingerknip van Thanos heeft het MCU het hondsmoeilijk om in verhalend opzicht een nieuw meeslepend momentum op te bouwen, en tot overmaat van ellende bewijzen de tegenvallende box office-cijfers van ‘Black Widow’, ‘Eternals’ en vooral ‘Ant-Man and the Wasp: Quantumania’ dat zelfs de trouwste Marvelfans stilaan afhaken.
Neen, de stekker zal niet meteen uit de franchise worden getrokken: er staan (zucht) nog enkele al afgewerkte films in de wachtrij. Maar als ‘Vol. 3’ ondermaats zou presteren aan de kassa, dan mag zelfs Groot er zeker van zijn dat de hand van studiobaas Bob Iger zich langzaam maar zeker in de richting van het snoer zal bewegen.
‘Tengo sueños eléctricos’ ★★★½☆
Van Valentina Maurel, met Daniela Marín Navarro, Reinaldo Amien en Vivian Rodriguez
DRAMA Eva, het hoofdpersonage van het Costa Ricaanse drama ‘Tengo sueños eléctricos’, is 16 jaar: de leeftijd waarop je door je bloedeigen moeder weleens als onuitstaanbaar wordt gebrandmerkt. Samen met haar op hol geslagen hormonen trekt Eva in bij haar vader, een dichter die ze niet allemaal op een rijtje lijkt te hebben. En voor je het weet, tollen de vader en de dochter – en wij met hen – rond in een relatie die met de minuut ongezonder, heftiger en destructiever wordt. Nog meer dan de intense vertolkingen is het de vleselijke filmstijl van Valentina Maurel die imponeert: haar camera zit haar personages zó dicht op de naakte huid dat je hun zweet, hun drift én hun dromen bijna kunt proeven. Een razend knap debuut, een gedenkwaardige dreun op de kin, en een diepe duik in de onstuimige emoties die in een mens kunnen rondrazen.
‘Stars at Noon’ ★★½☆☆
Van Claire Denis, met Margaret Qualley, Joe Alwyn en Benny Safdie
DRAMA Een Amerikaanse journaliste die zonder paspoort rondscharrelt in een Midden-Amerikaans land waar de noodtoestand is afgekondigd, een enigmatische Britse zakenman die in een wit linnen kostuum in de hotelbar van een glas rum zit te nippen: op Rudi Vranckx na bevat ‘Stars at Noon’ alle ingrediënten voor een spannende buitenlandcorrespondentenfilm in de broeierige stijl van ‘The Year of Living Dangerously’ en ‘Under Fire’. Maar Claire Denis (‘High Life’) zou uiteraard Claire Denis niet zijn als ze niet meer geïnteresseerd was in het scheppen van een droefgeestige atmosfeer dan in het maken van een avontuurlijke thriller. Na het langdradige eerste uur begint onder de zoevende ventilatoren eindelijk een zweterige romance, maar pas wanneer de schitterende Benny Safdie opduikt in de rol van de CIA-agent, komt het nogal lethargische ‘Stars at Noon’ écht under fire.
‘Holding up the Sky’ ★★★½☆
Van Pieter Van Eecke, met Davi Kopenawa, Tuira Kopenawa en Maurício Tomé Rocha
DOCU ‘Ik zie jullie worsteling. Jullie rennen rond en werken hard, en als jullie niet op tijd komen, verliezen jullie je job.’ Aan het woord is Davi, een sjamaan uit het Braziliaanse regenwoud die in de grootstad van leer trekt tegen de goudzoekers die in het Amazonewoud hele rivieren verplaatsen, zodat ze in de lege rivierbedding naar goud kunnen delven. ‘De witten zijn vaak niet aardig,’ zo luidt zijn harde conclusie. Opvallend: de uitbraak van de covid-epidemie vormde voor de inheemse volkeren een vloek, maar voor deze mooie en leerrijke documentaire een soort zegen. Zonder corona zouden de makers immers nooit hebben kunnen uitpakken met het schitterende en bijna droogkomische beeld van enkele indianen die in de metropool deelnemen aan een meeting. Allen in traditionele klederdracht en met een prachtige verentooi op de kruin, maar wél braafjes met een westers mondkapje op het gezicht.