FILM★★★½☆
‘Dealer’ is keihard, nietsontziend, onverbiddelijk, en van een in de Vlaamse cinema zelden geziene rauwheid
Prima versneden stuff.
Van ‘Halfweg’ over ‘Plan Bart’, ‘Paradise Trips’, ‘Wat mannen willen’ en ‘Broer’ tot ‘The Best of Dorien B.’: zelfs Lee en Cindy C. én Charlie en Hannah zullen moeten erkennen dat de Vlaamse filmindustrie, op een handjevol uitzonderingen na (hallo, ‘De Patrick’!), de voorbije jaren nét iets te veel niemendalletjes heeft gebaard. Alleen al om die reden mag ‘Dealer’ zowel qua beeldtaal als qua inhoud een straffe rarigheid worden genoemd, om maar niet te zeggen: een verademing. ‘Dealer’ is keihard, nietsontziend, onverbiddelijk, en van een in de Vlaamse cinema zelden geziene rauwheid. En de film is persóónlijk: Jeroen Perceval, die de demonen van de roes, de verdoving en de ontwenning tot zijn intieme kennissenkring mag rekenen, heeft het scenario uit zijn eigen ziel gesneden.
De film opent met de ontmoeting tussen Anthony (Ben Segers zit zó diep in zijn rol dat we een beetje bang van hem werden), een succesvolle acteur die zijn holle innerlijke leven probeert vol te plamuren met drank, drugs en heftige seks met opgedirkte vrouwen, en Johnny, een 14-jarige drugskoerier (nieuwkomer Sverre Rous walks the walk and talks the talk) die werkt voor een zich in garageboxen ophoudende dealer (de schitterende Bart Hollanders) met een kapsel waarvoor zelfs de Patrick zou terugdeinzen. De merkwaardige band die tussen die twee zielen ontstaat, werd door Perceval en zijn cameraman David Williamson erg mooi verfilmd: het is alsof Johnny, een diep beschadigde jongen zonder noemenswaardige thuis, en Anthony, die in de blauwe floodlights van de nachtclubs intuïtief wel beseft dat de coke hem niet kan beschermen tegen de klappen die hij van binnenuit krijgt, een soort houvast bij elkaar vinden.
De droeve roetsjbaan naar de fatale ontsporing wordt heel even onderbroken wanneer Johnny op aanraden van Anthony in een ontroerende scène een auditie doet voor een rolletje: op visueel knappe wijze laat Perceval héél even uitschijnen dat er een sprankje hoop is, dat een ontsnapping uit de hel mogelijk is. Even maar.
O, ja: nu en dan zien we hoe Anthony op de bühne in een hagelwit kostuum artyfarty teksten staat op te dreunen terwijl enkele figuranten in de achtergrond licht hilarische dansbewegingen maken. Hoewel Perceval vorige week in zijn interview met dit prachtblad ontkende dat hij in ‘Dealer’ zit te spotten met het toneel als pretentieuze kunstvorm, vonden wij het geweldig hoe de theaterwereld hier toch een béétje in haar hemdje wordt gezet. De enige grote kanttekening die we kunnen plaatsen, is dat we achteraf niet bepaald de drang voelden om vrolijke kuitenflikkers te slaan.
Perceval mag intussen getekend hebben bij een agentschap in Hollywood, vooralsnog is hij niet één van die typische Hollywoodregisseurs die hun personages op het eind verplicht verlossing schenken en het publiek monter naar huis sturen. Er zijn films die je entertainen, en er zijn films die je verwonden. ‘Dealer’ behoort tot de tweede categorie. Perceval was al een puike acteur en een prima rapper. Nu is hij ook een echte cineast.
Vanaf 10 november in de bioscoop.