Televisie★★☆☆☆
'Dertigers' op Eén: 'Kwaliteit trekt zich geen knijt aan van leeftijd, noch van afnemers'
‘Het voelde heerlijk toen critici moesten toegeven dat het publiek ‘Dertigers’ wel kon smaken,’ jubelde een actrice van ‘Dertigers’ laatst in dit blad. Er klonk triomf in, alsof dienstdoende recensenten wel konden inpakken nu het volk geordonneerd had dat het ‘Dertigers’ nu ook weer niet zoveel gruwelijker om uitzitten vond dan ‘Van Gils & gasten’.
Het idee dat de klant koning is, een hersenspinsel met commerciële inslag, zou je nochtans niet meteen rijmen met een openbare omroep, al wordt het tegelijk met de dag moeilijker om te ontkennen dat het huis van vertrouwen – hoor het wetten der messen! – iets onder de leden heeft. Moge de dag waarop publieksomvang de maatstaf van kwaliteit wordt niettemin altijd minstens één beheersovereenkomst weg blijven.
Herkenbaarheid zou de voornaamste troef zijn van ‘Dertigers’ luidens het publiek dat zo massaal hun goedkeuring had laten blijken. Datzelfde verkoopargument wordt ook graag aangehaald door zij die zich zonder schroom laten aanspreken op hun verknochtheid aan soaps, maar waar ‘Thuis’ vooralsnog een versie van de werkelijkheid slijt die te allen tijde één flukse hinkelstap van het dagelijkse leven verwijderd blijft, wil ‘Dertigers’ zo getrouw mogelijk het bestaan van de gemiddelde millennial (m/v/x) portretteren.
Volledige herkenbaarheid is iets waar je op televisie best scheutig mee omspringt, behoudens dat hele comakijken op weinig meer dan een nuloperatie uitdraait, en na onderwerping aan ‘Dertigers’ begint het dan ook te dagen waarom de pennen achter ‘Thuis’ op gezette tijden een moordenaar of een verkrachter, dan wel een verkrachtende moordenaar laten langslopen. De rompslomp waarin ‘Dertigers’ handelt, doorgaans relationeel van aard, lijkt op de sores waar je in het dagelijkse leven ook graag in een boogje omheen loopt. Het tentoongespreide gezelschap telt vanzelfsprekend een verstokte scheefpoeper, alsook lieden die in een soortement vechtscheiding verwikkeld zijn en moeders die het publiekelijk op een ploeteren zetten. Humor, een verzachtende omstandigheid die zo’n bestaan al bij al draaglijk maakt, zie je dan weer zelden, waardoor je heelhuids overgeleverd wordt aan de gul verbeelde pathos, die uithalen als ‘Steekt dien trouw in uw gat!’ tot gevolg heeft. Herkenbaar, dat wel.
Net zoals bij soaps mag uitgekiend drama tegelijk de drijfveer en de bestaansreden heten van ‘Dertigers’, maar vormelijk heeft het meer gemeen met scripted reality. Het spreekt de beeldtaal van iets als ‘De buurtpolitie’, waar een manco aan noemenswaardig talent gemaskeerd wordt met praatjes als zou de opgevoerde deurenkomedie op ware feiten berusten. Als beide deelnemers aan een dialoog daarbij in beeld staan, is het door de band genomen al gek genoeg, maar ‘Dertigers’ heeft een vernuftigheidje op zak voor wanneer zelfs dat niet het geval is: meermaals per aflevering diepen personages de smartphone op om elkaar op de hoogte te houden van de laatste tijdingen op het vlak van scheefpoepen, vechtscheiden en ploetermoederen. Na enkele keren is de nieuwigheid van dat trucje er wel af, waardoor het – ‘stoort het als ik zit te kijken?’ – dan ook stierlijk gaat vervelen. Een elegante manier om blijk te geven van de innerlijke leefwereld van je personages, een narratieve ingreep die om vakmanschap vraagt, is het evenmin.
‘Dertigers’, dat zijn uit de voegen barstende kijkersschare gegund is, mag dan wel een geijkte imitatie zijn van het dertigen, het mooie aan kwaliteit is dat het zich geen knijt aantrekt van leeftijd. Noch van afnemers.