televisie★★★★☆
'Dickinson' is een van de beste, mooiste en boeiendste reeksen die momenteel te zien is (Apple TV+)
Het klinkt vreemd, maar een van de beste, mooiste en boeiendste reeksen die momenteel – over het steeds bredere gamma zenders en streamingplatformen heen, en op schermen groot en klein - te zien is, draait rond een Amerikaanse dichteres uit de negentiende eeuw over wiens leven weinig of niks geweten is, en nog minder met zekerheid. De schrijfster in kwestie is Emily Dickinson, en mocht die naam u niet meteen iets zeggen, dan kunnen we u dat niet kwalijk nemen. Wie heeft in tijden van Facebook- en Instagramoverload en eindeloos veel herhalingen van ‘F.C. De Kampioenen’ nog tijd om zich in dichters te verdiepen, laat staan exemplaren die, een oceaan van ons verwijderd, in een andere tijd en taal de roep van de muze beantwoordden?
Om haar daarom even vluchtig te schetsen: Emily Dickinson, dochter van een advocaat en congreslid, en dus opgegroeid in een gegoede familie in Amherst, Massachusetts, schreef tijdens haar leven een goeie 1800 gedichten. Dat deed ze in alle stilte en anonimiteit: ze dichtte namelijk niet alleen in een tijd dat vrouwen niet geacht werden zich, een eind van keuken of haard, intellectueel of artistiek te manifesteren, haar poezië – vaak als in een geïnspireerde roes op snippers papier en stukken van enveloppen gekribbeld – was qua vorm, toon en thematiek ook zo ver zijn tijd vooruit, dat haar tijdgenoten, die we ook al niks kwalijk nemen, er nooit het genie van wisten te herkennen. Tijdens haar leven werden er maar een tiental gedichten en één brief van haar hand gepubliceerd, ergens in een onderhoek van de lokale krant, en zonder naamsvermelding. Dat hield Dickinson niet tegen om, bijna een hogere roeping volgend, te blijven schrijven en zich – zo leek het wel – zelfs volledig ten dienste te stellen van haar geheime talent. De laatste twintig jaar van haar te korte bestaan – ze bezweek in 1886 op amper 55-jarige leeftijd aan een nierziekte – verliet de nooit getrouwde Dickinson nog amper haar kamer in het ouderlijk huis, en had ze haast alleen nog contact met de buitenwereld middels de talloze brieven en gedichten die ze ijverig rondstuurde. Meer dan anderhalve eeuw later wordt ze beschouwd als een van de grootste dichters die de Amerikaanse literatuur ooit heeft voortgebracht en als de de visionaire schepper van een (nog steeds zeer geliefd) oeuvre dat tot het beste in de Engelse taal behoort.
Dat de vrouw Emily Dickinson grotendeels een mysterie is gebleven, hebben de makers van ‘Dickinson’ net slim in hun voordeel omgebogen: met de weinige biografische details die we wel weten en haar brieven en gedichten als leidraad creëren ze een Emily zoals ze had kúnnen zijn: een rebelse, eigenzinnige en onvoorspelbare prille twintiger en vrij fladderende geest die lak heeft aan de sociale conventies en geplogenheden van haar tijd, steevast de huwelijkskandidaten afwimpelt die haar wanhopige moeder (een perfect gecaste Jane Krakowski) op haar afstuurt, emotioneel meer verwantschap lijkt te voelen met vogels, bijtjes, bloemen en bomen dan met mensen en maar één ding echt serieus lijkt te nemen: haar door haarzelf niet helemaal begrepen en niet in te tomen gave om alles wat ze ziet, voelt en beleeft in dwingende verzen om te zetten. Mooie vondst: wanneer Emily de inspiratie voelt opwellen, verschijnen de dichtregels ook in vurige letters in beeld, alsof ze dwars door het scherm, door de tijd branden, recht de eeuwigheid in. Al sluiten we niet uit dat de makers gewoon vonden dat het er heel cool uitzag.
Wat ‘Dickinson’ echter vooral opmerkelijk maakt, is de toon waarvoor werd gekozen: hoe historisch correct en fraai gekostumeerd het er ook allemaal uitziet en hoe statig de koetsen voorbij rollen - de serie is werkelijk een lust voor het oog - in plaats van een ernstig en nuffig kostuumdrama is ‘Dickinson’ een soort anachronistisch periode-melodrama, met personages die klinken als millennials uit een hippe young adult-Netflixreeks, een Spotify-lijst van uw puberdochter als soundtrack en allerlei vaak spitsvondige verwijzingen naar het huidige knarsende tijdsgewricht. Emily en co zetten het op een ongegeneerd twerken tijdens een vrolijke opiumparty (those were the days!), bingen de laatste Dickens alsof het om de nieuwste must see televisiehit gaat en zenden elkaar smachtend naaktzelfportretten in plaats van pikante selfies.
Die vrolijke en exuberante buitenkant staat echter een enstiger en diepgaander onderlaag niet in de weg: Emily is ook een zoekende ziel die haar weg moet zien te vinden in de wereld, als ontluikende dichteres, als geliefde (haar grote liefde Sue stapt zowaar met haar eigen broer in het huwelijksbootje) en als vrijgevochten deerne in een maatschappij die er vooral op gebrand is vrouwen onder de knoet te houden. En als ze haar omgeving niet doet duizelen met haar rare fratsen en hersenkronkels zit ze op haar kamer bespiegelingen te krabbelen over dood, vergankelijkheid, geloof en spiritualiteit. In het eerste seizoen konden we volgen hoe de dichteres langzaam maar zeker haar stem en plaats vond, in het nog interessantere tweede seizoen zien we haar worstelen met de vraag of ze nu uit de anonimiteit moet treden of niet, en of ze haar vrijheid moet opgeven voor roem en erkenning. Thema’s die in deze tijd van ‘Big Brother’, glimmende influencers en ‘The Bachelorette’ relevanter dan ooit zijn.
In het tweede seizoen mogen de andere (en enkele sterke nieuwe) personages iets nadrukkelijker voor het voetlicht treden, maar het stralende middelpunt van de reeks blijft toch wel Emily zelve, waarlijk fabuleus vertolkt door Hailee Steinfeld, een popprinses bekend van inmiddels menige hit, maar ook een geboren actrice die Dickinson in al haar excentriciteiten, tegenstrijdigheden, rare grillen en betoverende charmes perfect weet te vatten, en zich zowel een komische als dramatische actrice van uitzonderlijk allooi toont. Wat goed van pas komt in een reeks die, soms zelfs in eenzelfde scène, van luchtig en komisch naar hartroerend mooi kan omslaan, en weer terug. Zonder te struikelen bovendien. Steinfeld, die op haar veertiende een Oscarnominatie kreeg voor haar rol in ‘True grit’, weet bovendien zelf ook een en ander over de wolfsijzers en valkuilen van beroemdheid. Het voegt meteen weer een extra laagje toe.
Mocht deze heerlijke serie u verder aanzetten een duik te nemen in leven en werk van een van de meest intrigerende, eigenzinnige en opmerkelijke vrouwelijke stemmen uit de roerige Amerikaanse negentiende eeuw, beschouw dat dan als een bonus.