Videogames
Dit zijn de 50 beste games van de 21ste eeuw (20-1)
‘Games leren je de vaardigheden aan die cruciaal zullen blijken in de economie van de 21ste eeuw,’ zo valt te lezen in ons dossier gaming. Met een nieuwe generatie spelcomputers in aantocht is het de hoogste tijd om de balans op te maken: wat zijn de allerbeste videospellen van de afgelopen twintig jaar? Met behulp van bekende en minder bekende gamers stelden we deze ranglijst samen. Gisteren telden we af van 50 naar 21, vandaag de top 20.
Met veel dank voor de input van Joost Vandecasteele (schrijver), William Boeva (comedian), Pedro De Bruyckere (pedagoog), Sammy Mahdi (politicus), Chris Ferguson (game-expert en hoogleraar psychologie), Shawn Green (game-onderzoeker), Lander Van der Biest (leraar), Raf Picavet (gamejournalist), Ronald Meeus (gamejournalist), Steven Alen (gamejournalist).
20. SSX Tricky (2001)
Wintersport: typisch zo’n ding dat leuker blijkt in een videogame dan in het echt. Zeker op de pistes van ‘SSX’, de hipste plek waar je in 2001 kon zijn. Hier klinkt altijd fantastische muziek en zijn alle stunts – ‘ubertricks’ genoemd – enorm over de top. In ‘SSX’ draait het nauwelijks om wie het eerst beneden aan de berg is, maar vooral om hóé je er bent gekomen. Twee jaar later verscheen het al even fantastische ‘SSX 3’ (met een afdaling van zo’n 30 minuten), daarna stierf het snowboardgamegenre een langzame dood.
Raf Picavet, gamejournalist en virtueel wintersporter: ‘Realisme gooiden we zelden zo graag overboord gooiden als bij deze spektakelstuntorgie op één van de beste soundtracks ooit.’
19. The Sims (2000)
In het jaar dat ‘Big Brother’ zijn intrede deed in België – Betty! Studio Spillonimo! Labrador Brotherke! – liet ‘The Sims’ gamers toe om zélf de big brother uit te hangen. Je creëert er een virtueel mens, geeft hem of haar een naam en past het uiterlijk aan. Daarna kan je het leven van je Sim naar wens invullen. Je droomhuis bouwen, je buren uitschelden, je kinderen naar de militaire kostschool wegsturen: alles mag, zolang je maar de basisbehoeften van je Sim niet uit het oog verliest. Uiterst verslavend, met als enige gevaar: het leven van je Sim kan al snel interessanter worden dan het jouwe.
18. Max Payne (2001)
Toen ‘The Matrix’ het onmetelijk cool maakte om in slow-motion door ter plaatse zwevende kogels te duiken, was er maar één vraag in de industrie: wie vertaalt deze bad-ass motherfuckery naar een videogame? Het bleek Remedy te zijn, een Finse studio die van ‘Max Payne’ iets unieks maakte: een kouder-dan-koud film-noirsfeertje, een desoriënterend grootstadsgevoel, de stijlvolste shoot-outs in een videospel tot dan toe. ‘Max Payne’ deed zijn naam alle eer aan – omdat het titelpersonage een verscheurde ziel had, omdat hij schorem perforeerde als A4-papieren, óf omdat hij, getuige zijn iconische blik, last had van permanente constipatie: wie zal het zeggen?
17. Assassin’s Creed (de reeks) (2007-nu)
De eerste ‘Assassin’s Creed’ uit 2007 was een belofte die de sequel uit 2009 met glans waarmaakte. Waar andere games fictieve open werelden verzonnen, bracht ‘Assassin’s Creed 2’ de Italiaanse Renaissance terug tot leven. Je kon, als de meesterlijke huurmoordenaar Ezio Auditore da Firenze, de koepel van de Duomo beklimmen of met Leonardo da Vinci samenwerken. Maar daar stopte de franchise niet. ‘Brotherhood’ (2010) bracht Ezio naar Rome, het weergaloze ‘Odyssey’ (2018) luidde een tweede decennium van dit razend populaire spel in, en de release van ‘Valhalla’ (10/11) nadert met rasse schreden.
Steven Alen, gamejournalist: ‘Ik ben fan van alle ‘Assassin’s Creed’-games, sommige wat meer dan andere. ‘Origins’ zette een nieuwe standaard met een antieke setting in het oude Egypte, waanzinnig mooie beelden en een verfrist responsief vechtsysteem.’
16. Halo 3 (2007)
De ‘Halo’-serie is een waar cadeau voor liefhebbers van first-person shooters. Om daaruit een absolute uitschieter te kiezen, is onmogelijk. Maar ‘Halo 3’ is misschien wel de perfectste uitgave van de reeks. De oorlog tussen de aliens en de mensheid loopt er in de campaign met een spetterende finale ten einde. En de online multiplayer vindt de perfecte balans tussen toegankelijk en uitdagend: een welgemikte snipershot zag er zelden zo indrukwekkend uit. De designers introduceerden bovendien ‘Forge’, een modus waarin spelers een bestaande map kunnen aanpassen. Door ‘Halo 3’ hebben wij een Xbox 360 aangeschaft.
15. Disco Elysium (2019)
Een dronkelap wordt wakker in een motel. Iedereen noemt hem ‘agent’ en in de achtertuin hangt een rottend lijk, maar hij herinnert zich niets, behalve wat alle poriën in zijn lichaam hem toeschreeuwen: ‘Je bent niks, en het leven is een leugen.’ Nee, een opkikker is ‘Disco Elysium’ niet. Het is zelfs geen klassieke game: een RPG zonder gevechten, waarbij je doen en laten bepaald wordt door wat verschillende delen van je lichaam je, als kompanen op een lange, afmattende tocht, toefluisteren: ‘Alcohol, klinkt lekker, makker: binnen gieten!’ Lekker absurd en verrassend mooi, dankzij de afgewassen aquarelstijl, de weemoedige muziek en het bij momenten onverwacht diep in de ziel krassende narratief.
14. BioShock (2007)
Er staan heel wat first-person shooters in deze top, maar weinig daarvan zijn zo uniek als ‘BioShock’. Je kruipt er in de huid van Jack, de enige persoon die een vliegtuigcrash te midden van de Atlantische Oceaan heeft overleefd. Op zoek naar hulp, botst hij op een onderwaterstad genaamd Rapture. Hij moet het mysterie van deze verzonken wereld ontrafelen, terwijl hij twee van de meest iconische slechteriken uit de videogamegeschiedenis aanpakt: de Big Daddies en de Little Sisters. ‘BioShock’ bouwt een onvergetelijk universum en stelt de speler voor moeilijke beslissingen. Spelen die handel! Of beter gezegd: Would you kindly?
13. Firewatch (2016)
Voor een mens op zoek naar rust is een baantje als brandwacht in de bossen van Wyoming ideaal. Het is er prachtig wandelen, de natuur is net zo magnifiek als oneindig en je er komt nooit iemand tegen. Maar de lijn tussen rust en eenzaamheid blijkt dun, en als snel verlang je, meer dan goed voor je is, naar de spaarzame gesprekken met je leidinggevende Delilah die je via een walkie-talkie voert. Tijdens die gesprekken ontdek je wat er in de bossen is gebeurd, en leer je over jezelf, wie je was en wie je wil zijn.
12. Fallout 3 (2008)
Ronald Meeus, gamejournalist: ‘Nadat je in de ellendig entertainende na-de-bomwereld van ‘Fallout 3’ duikt, is het moeilijk om hem ook weer te verlaten. Tijdens je tochten door die postapocalyptische woestenij heb je pret met hopen (één van mijn memorabelste gamingmomenten tout court was toen ik een supermutant aan tripjes schoot met een raketwerper, net op het moment waarop de laatste tonen van een doo-wop-liedje), maar er worden je ook een paar hartverscheurende keuzes opgepoot.’
11. Sid Meier’s Civilization III (2001)
Sid Meier bracht de eerste ‘Civilization’ uit in 1991 en zette zo dertig freakin’ jaar geleden strategische civilisatiespellen op de kaart. Zonder Sid geen ‘Age of Empires’ of ‘Rise of Nations’. Alleen: die eerste ‘Civilization’-spellen zijn best gedateerd. Het is pas de derde variant die erin slaagt om werkelijk tijdloos te zijn. ‘Civilization III’ is glorieus tijdverdrijf, waarbij je over duizenden jaren heen een maatschappij opbouwt. Sluit vrede met je buurlanden, train toch massaal veel soldaten, bouw wereldwonderen, en vergeet je burgers ondertussen niet gelukkig te houden. Er bestaan honderden paden naar de overwinning en wij hebben die nog stééds niet allemaal bewandeld.
Chris Ferguson, game-expert en hoogleraar psychologie: ‘Het standaardspel waartegen alle andere ‘take over the world’-games worden beoordeeld. Jammer genoeg het doelwit geworden van de ‘woke’ ridders, al denk ik dat we zo’n absurd niveau van alles problematiseren gewoon moeten negeren.’
10. The Legend of Zelda: The Wind Waker (2003)
Eigenlijk zijn vrijwel alle Zelda-spellen steengoed. De fantasygames steunen allemaal op een ijzersterk brouwsel van aangename puzzels en actie, zonder nodeloos gepruts met statistieken wat je vaak in dit soort spellen ziet. En nee, ‘The Wind Waker’ is zeker niet het perfecte spel in de reeks, met dat eindeloze gezeil in die drakenboot en die stomme laatste levels. Het perfecte Zelda-spel werd een paar jaar eerder gemaakt (‘The Ocarina of Time’, 1996) of een paar jaar later (‘Breath of Wild’, 2017), maar als we er ééntje opnieuw zouden spelen zou het ‘The Wind Waker’ zijn. Al was het maar om terug te keren naar Windfall Island, het levendige stadje waaraan we ons hart hebben verpand.
Lander Van der Biest, leraar: ‘Ganondorf verslaan door een zwaard door zijn schedel te rammen blijft één van de bruutste acties die ik ooit heb ondernomen in een Zelda game. ‘Memorabel’ is een understatement.’
9. Grand Theft Auto V (2013)
‘Grand Theft Auto’ is ‘The Sims’ voor criminelen en de vijfde editie voelt groter, rijker en glorieuzer dan al zijn voorgangers. Je kunt er drie verschillende personages in de verderfelijke grootstad Los Santos besturen: Michael De Santa, Franklin Clinton en onze favoriete brompot Trevor Phillips. De campaign is fenomenaal én de online multiplayer doet voor eens niet onder. Beroof een bank, steel een helikopter, blaas een gebouw op of haal een vliegtuig neer met je sniper. Kortom: doe wat je wil, maar maak dat je er ook mee weg komt. ‘GTA V’ was destijds het duurste en bestverkochte videospel ooit gemaakt. Scooooter brother!
Shawn Green, game-onderzoeker en cognitief psycholoog: ‘De virtuele wereld van GTA V is zó groot. Op sommige dagen start ik het spel nog steeds op om gewoon wat rond te rijden en te dollen.’
8. Divinity: Original Sin 2 (2017)
Oude nerds die hunkeren naar de gloriedagen van ‘Baldur’s Gate’ en ‘Planescape Torment’, role playing games met de diepgang van échte Dungeons & Dragons-bordspellen: gelieve u als de wiedeweerga naar uw dichtstbijzijnde onlinewinkel te reppen om u het ronduit geniale ‘Divinity: Original Sin 2’ aan te schaffen, het meesterwerk van de Belgische (!) ontwikkelaar Larian Studios. Complexe turn-based combat (elke strijder voert om beurten enkele acties uit), een omgeving die alleen beperkt wordt door je eigen verbeelding (wil ik die dwerg in die put lava teleporteren? Natúúrlijk!) en een fantasywereld waarin je na 100 uur spelen nog altijd verdwaalt. Dit zou weleens de beste RPG kunnen zijn die ik ooit heb gespeeld.
7. Mass Effect Trilogy
Ondertussen is de legendarische ontwikkelaar BioWare wat van zijn pluimen verloren, mede door het desastreuze ‘Anthem’, maar ooit was de studio het nec plus ultra van de gamewereld. De ‘Mass Effect’-trilogie – op te delen in een ruw eerste luik, een perfect tweede, en een goed derde dat evenwel gebukt ging onder een zwak einde – is hun crowning achievement, een veelgelaagde siencefictionsaga waarin ene Commander Shepard – een capabele officier, nog meer tuk op alienvlees dan Captain Kirk destijds – het universum van de uitroeiing moet behoeden. Enkele van de beste personages uit de gamegeschiedenis lopen hier rond, de alienwerelden zien er prachtig uit en de muziek suist nog altijd door m’n oren. Vooral ‘Mass Effect 2’ is als een oude vriend: zo nu en dan is een hartelijk weerzien aangewezen.
6. Minecraft (2011)
Bouw Zweinstein of King’s Landing na. Verzet je tegen horden van gigantische spinnen. Vind machines uit die, dankzij het clever combineren van redstone dust, elektrisch geladen zijn. Leer over fysica, geologie en elektronica. Deel je avonturen met een loyaal publiek op YouTube. Zelden bood een spel zoveel creatieve vrijheid. ‘Minecraft’ is meer dan een spel, het is een cultureel fenomeen dat een generatie heeft getekend.
Pedro De Bruyckere, pedagoog: ‘Een sandbox-game dat toont dat een eenvoudig maar steengoed idee – pun intended – wereldwijd kan aanslaan en kan aanzetten tot fantasie en spel. Ik zou trouwens ook een boel zeer kwade zonen hebben, mocht ik deze game niet op mijn nummer één geplaatst hebben.’
5. Red Dead Redemption I & II
Het tragische verhaal van John Marston of de nog hartverscheurender odyssee van Arthur Morgan... Of u nu het meer klassieke eerste deel of het door traagheid en realisme getekende tweede deel verkiest, één ding staat vast: de ‘Red Dead Redemption’-franchise bracht het Wilde Westen tot leven op een manier waar tot dan toe nog geen enkele game in geslaagd was. De open wereld was levendiger en dynamischer dan in eender welk gelijkaardig spel (ik vergeet nooit die keer dat ik vanuit de mist zag hoe enkele bandieten een lijk dumpten in de rivier), ontwikkelaar Rockstar leverde in tegenstelling tot hun ‘Grand Theft Auto’-reeks volwassen scenario’s, én de details waren enorm: paardentestikels krompen zichtbaar bij koud weer! Wie zich graag Clint Eastwood waant – toen die zijn revolver nog overeind kreeg – kan hierzo uren verdwalen in een sinds lang voorbij gewaaid Amerika.
Ronald Meeus, gamejournalist: ‘Alleen al de durf om een videogame met een 19de-eeuwse romanstructuur. Ook: een game die niet gewoon lijkt op westernklassiekers als ‘The Wild Bunch’ of ‘The Searchers’, maar daar gewoon náást kan worden gezet.’
4. Super Mario Galaxy (2007)
Daar op die eerste kleine groene planeet, waar je achter konijntjes aanrent, het sterrenstelsel om je heen bewondert en ontdekt hoe de zwaartekracht werkt, voel je het al: je gaat iets spelen dat je nog nooit hebt gespeeld. En dat gevoel verdwijnt niet meer, want Super Mario Galaxy zit zo nokvol creatieve ingevingen dat het je blijft verrassen en verbazen. Hoezee voor Mario, de loodgieter die in de jaren 80 spring-en-klim-spellen groot maakte, die in de jaren 90 toonde dat het platformplezier ook uitstekend werkt in 3D en ons in de jaren 00 nog maar eens overtuigde dat er eigenlijk gewoon niets leukers is.
3. World of Warcraft (2004)
Je hebt iconische videogames, en dan heb je ‘World of Warcraft’. Met zijn schijnbaar grenzeloze universum lokte ‘WoW’ meer dan 100 miljoen gamers en zelfs 15 jaar na datum wordt deze Koning van de MMORPG’s nog fanatiek gespeeld. ‘WoW’ staat bovendien symbool voor een culturele transitie in videogames: wat vroeger een solitaire bezigheid was, werd ineens een sociale activiteit waarbij je connecties maakt met gamers over de hele aardbol. Er vonden al officiële huwelijken én begrafenissen plaats in ‘WoW’. In de woorden van Eric Cartman, in een aflevering van ‘South Park’ volledig gewijd aan het spel: ‘Je kunt een hele dag luilekker met een bal spelen in de zon, of je kan op je computer zitten en iets doen dat ertoe doet!’
2. The Last of Us I & II
De haters konden die ene beenhard aankomende plotwending uit deel twee al maanden voor de game in de rekken lag niet verteren – om nog maar te zwijgen over de aanwezigheid van het er zowaar mánnelijk uitziende personage Abby – maar toch zal ik er altijd bij blijven: deel twee van ‘The Last of Us’ is nog straffer, nog dramatischer, nog ingrijpender dan het sowieso al geniale origineel. Ook qua gameplay zette ontwikkelaar Naughty Dog stappen: was het rennen en schieten in deel één nog een noodzakelijk kwaad om van A naar B te geraken, dan beweegt Ellie zich in deel twee als een listige bosnimf, en reageert de omgeving akelig waarachtig op haar acties. Als geheel is de ‘The Last of Us’-saga één van de allerbeste franchises van deze generatie; veel games streefden er het afgelopen decennium naar om ‘filmisch’ te zijn – een knap eufemisme voor ‘overdreven lineair’ – maar alleen ‘The Last of Us’ was zo indrukwekkend en onrustbarend als de makers duidelijk voor ogen hadden.
1. Half-Life 2 (2004)
Zoals Albert Einstein de fysica revolutionaliseerde, William Shakespeare de Engelse taal verruimde en Pieter Loridon een frisse wind deed waaien door het domein van het abstract-filosofische denken, zo was – way back in 2004 – ‘Half-Life 2’ dé videogame die het medium definitief naar het moderne tijdperk overhevelde.
De langverwachte sequel op het ook al klassieke ‘Half-Life’ draaide opnieuw rond Gordon Freeman, een wetenschapper die geheel volgens de vereisten van zijn beroep – vraag maar aan Humo’s hoogsteigen actieheld Marc Van Ranst – uitstekend met allerlei wapentuig om kan. Hij gebruikt zijn skills – en zijn uit de kluiten gewassen koevoet – om een alieninvasie van de Combine in de kiem te smoren. Het verhaaltje is zo eenvoudig als wat, maar het gaat ‘m in ‘Half-Life 2’ om de story-télling, de manier waarop ontwikkelaar Valve de speler rondleidt in z’n wereld en zonder één woord te zeggen toch een schat aan informatie overbrengt. Elementen uit ‘Half-Life 2’ blijven na zestien jaar nog altijd bij. Om er maar twee te noemen: het level Ravenholm, wellicht het beste stukje gaminghorror uit een niet-horrorgame; en de Gravity Gun, die de speler voor het eerst in staat stelde om op complexe manieren te interageren met objecten en omgeving (Valve maakte rond het principe later de ‘Portal’-reeks). Ronduit revolutionair met physics: ‘Half-Life 2’ was écht zoals Einstein!
Of er een conclusie komt van wat alle fans tot een trilogie hadden willen zien uitgroeien – die cliffhanger van ‘Half-Life 2: Episode 2’ doet nog altijd pijn – blijft koffiedik kijken. ‘Half-Life 3’ is namelijk, nu Valve zich almaar meer op de businesskant van haar gamingplatform Steam stort, een mythe zoals het einde van corona: iedereen zit er al een eeuwigheid op te wachten, en het komt er misschien wel nooit van, maar hoop doet leven. Of toch half.