****
Dwarskijker: ‘Pistol’ op Disney+
Heeft het zin om zes uur televisie uit te trekken voor een groep die nog geen drie jaar heeft bestaan en slechts één plaat heeft uitgebracht? Als die groep de Sex Pistols heet en als Danny Boyle (‘Trainspotting’) achter de camera staat, dan zijn we - met ‘Pistol’ op Disney+ onder de arm als bewijs - geneigd te zeggen van wel.
‘Ever get the feeling you’ve been cheated?’, zo riep Sex Pistols-frontman Johnny Rotten in 1978 van op het podium tijdens een optreden van de Amerikaanse tournee van de band, een sneer richting manager Malcolm McLaren met wie Rotten in onmin lag en meteen ook de aankondiging van zijn ontslag als zanger. In ‘Pistol’, de zesdelige minireeks waarin regisseur Danny Boyle, de op- en ondergang van de legendarische punkband tussen 1975 en 1978 reconstrueert, eindigt de carrière van de Sex Pistols eveneens met de legendarische woorden van Rotten (een indrukwekkende Anson Boon), maar daarna springt de serie wel even terug in de tijd naar een concert enkele maanden eerder. Eind 1977 trad de groep namelijk op in Yorkshire om geld in te zamelen voor brandweermannen die staakten tegen het beleid van de Britse overheid en om hun kinderen een memorabele kerst te bezorgen. Tussendoor monteert Boyle flarden uit de kerstboodschap van koningin Elizabeth, die tijdens het concert van de Pistols vanuit het paleis, afstandelijk en omringd door luxe, haar onderdanen toesprak.
Voor wie het dan nog niet doorhad, maakt Boyle, zoon van een arbeidersgezin en geboren in hetzelfde jaar als Rotten, nog een laatste keer duidelijk naar wie zijn sympathie uitgaat: de underdog of het establishment. Maar het moment vat ook ‘Pistol’ goed samen, een reeks die het verhaal van de Sex Pistols vertelt en tegelijk de grijze, strakke en vermolmde Britse samenleving waar de band en de punkscene tegenaan probeerden te pissen in beeld brengt. Het eerste deel levert een nooit minder dan boeiende brok muziekgeschiedenis op, waarin Boyle en scenarist Craig Pearce (zie ook: ‘Moulin Rouge’) veel aandacht besteden aan de rol van enkele vrouwen rond de Sex Pistols: ontwerpster Vivienne Westwood, muzikante Chrissie Hynde en de zo tragisch aan haar einde gekomen Nancy Spungen. Op zich lijkt het traject van de Sex Pistols goed op dat van veel andere rockgroepen die even schitterden en ten onder gingen aan grote ego’s, drugs- en drankmisbruik en onbetrouwbare managers. Maar de veelal jonge acteurs zijn uitstekend, je krijgt een inkijk in hoe de groep functioneerde - of beter: niet functioneerde -, en de optredens, volledig live gespeeld, spatten van de energie. ‘We’re not into music, we’re into chaos’, zei gitarist Steve Jones, op wiens memoires de reeks gebaseerd is, in een van de eerste artikelen over de Sex Pistols, en je snapt even wat voor impact de band live moet hebben gehad.
Maar het is vooral wanneer het gaat over de clash tussen de punkbeweging en de Britse samenleving dat Boyle durft te experimenteren. Er zijn archief- en nieuwsbeelden uit de jaren 70 die tussen de rest worden gemonteerd en waarin Groot-Brittannië eerder een Oostblokland lijkt dan een trotse wereldmacht. De tweede aflevering opent met een lange scène waarin model en punkicoon Jordan op de tonen van ‘You don’t own me’ van Lesley Gore voor de ogen van geschokte burgers door de straten van Londen fietst, in de derde gaan we naar een psychiatrische instelling waar suffe patiënten aan groepstherapie doen terwijl ‘When I need You’ van Leo Sayer op de radio speelt. En wanneer er tijdens het eerste concert van de Sex Pistols een gevecht uitbreekt, schakelt Boyle over naar een optreden van progrockicoon Rick Wakeman, op een tv-toestel dat uiteindelijk het raam uitvliegt en op straat belandt. Het zijn krachtige en poëtische momenten, die ervoor zorgen dat de reeks meer wordt dan een muziekdocumentaire met acteurs.
Of ‘Pistol’ automatisch het bekijken waard is voor mensen die niet in punk geïnteresseerd zijn, valt moeilijk te zeggen. Maar in een catalogus die voor de rest vol staat met intergalactische oorlogen en superhelden is deze miniserie toch een welgekomen brokje anarchie.