bioscoopfilms
Een abominabele slasherfilm die níéts te bieden heeft en nog drie andere films die deze week in de cinema spelen
‘Thor: Love and Thunder’ ★★★½☆
Donders goed.
Wie de teasertrailer van ‘Thor: Love and Thunder’ heeft gezien, weet het al: er bestaat op deze aardse wereld geen betere match, geen fellere vonk, geen harmonischer samenklank, dan die tussen de God van de Donder en de intro van ‘Sweet Child o’ Mine’ van Guns N’ Roses. Thor (Chris Hemsworth) die op die betoverende riff van Slash in de schaduw van één of ander reusachtig buitenaards skelet als in een soort work-out met zware kettingen staat te rammelen; Thor en Korg - die sympathieke levende hoop stenen - die zij aan zij omhoog kijken naar het opstijgende schip van de Guardians: het knetterde, het zette je op hete kolen, het pompte adrenaline door je bloedstroom, en vooral: het gaf uitzicht op een heerlijke film.
En die heerlijke film, beste vrienden en vriendinnen, krijgen we! ‘I need to figure out exactly who I am,’ zo hoorden we Thor in die teaser zeggen: een uitspraak die liet vermoeden dat we in ‘Love and Thunder’ een met zichzelf worstelende Thor te zien zouden krijgen. Thor was altijd al het emotioneelste lid van het Avengers-stel: terwijl Captain America, Colonel Rhodes en Black Widow in ‘Avengers: Endgame’ zaten te broeden op een plan om de Vingerknip van Thanos ongedaan te maken, zat de van zelfmedelijden uiteenbarstende Thor in z’n rommelige huisje in New Asgard bier en tequila te zuipen. Dat de zoon van Odin er zó erg aan toe was dat-ie volgens Rocket op een gesmolten ijsje leek, was ergens wel begrijpelijk: als hij op het eind van ‘Avengers: Infinity War’ niet de vergissing zou hebben begaan zijn bijl in de borst van Thanos te planten, in plaats van in diens hoofd, dan zou hij het universum veel ellende hebben bespaard (Thanos: ‘You should have gone for the head’).
In het begin van ‘Love and Thunder’ lijkt Thor in eerste instantie zijn schuldgevoel te hebben afgeschud: de bierbuik heeft weer plaatsgemaakt voor een sixpack, de bicepsen glimmen, Stormbreaker ligt weer stevig in z’n handpalm, en samen met de Guardians hangt hij in het heelal opnieuw de verlossende superheld uit. Maar onder zijn blonde lokken broeit nog altijd een knoert van een identiteitscrisis. In een grappig resumé wijst Korg er de kijker op dat Thor alles en iedereen heeft verloren: zijn halfbroer Loki, zijn vriend Heimdall, zijn thuisplaneet Asgard… én Jane (Natalie Portman), The One That Got Away, de grote liefde die hij liet ontglippen (en ja: zoals sommigen onder u wel zullen weten, bestaat er op deze aardse wereld niets smartelijkers dan de herinnering aan The One That Got Away). Maar wees gerust: ondanks alle sores (ook met Jane gaat het niet zo goed) valt er heel hard te lachen (check hoe Jane in haar infuus knijpt teneinde haar kuur te versnellen).
Thors vorige soloavontuur, ‘Thor: Ragnarok’, was één van de geinigste, origineelste en meest verfrissende films uit het hele Marvel Cinematic Universe, en in ‘Love and Thunder’ gaat regisseur Taika Waititi gewoon verder op zijn komische élan.
Hoe Waititi de luide gil van Thors reuzengeiten (de kenners van de Noordse mythologie onder u kennen hun namen: Tanngnjóstr en Tanngrisnir) laat uitgroeien tot een running gag: om je te bescheuren. En in Omnipotence City, de citadel van de goden, wordt ons in één van de meest hilarische taferelen die we ooit in het MCU hebben gezien zowaar een blik gegund op wat tot nu toe altijd verborgen bleef: Thors blote (geschrapt vanwege spoilergevaar)!
Goeie booswicht ook: als de door een ijselijk verdriet verteerde Gorr vindt Christian Bale precíés de juiste balans tussen sinistere dreiging, smeulende intensiteit en relativerende zelfspot.
Persoonlijk hadden we wel veel meer willen zien van de intergalactische, welhaast surreëele, licht melancholiek stemmende reis die Thor en zijn kompanen in de tweede helft maken. De strijdboot, getrokken door die twee geiten, vaart tussen de planeten, onder en boven melkwegen, doorheen nevels en gaswolken, dwars door sterrenclusters, wiegend op duistere winden, tot het gezelschap aankomt in een troosteloos gebied waar de sterren schaarser worden en de dingen hun kleuren verliezen - het einde van het heelal, het begin van een episch gevecht. Vanuit ons bioscoopstoeltje kunnen we het spektakel alleen maar in trance gadeslaan.
Toch één kritische mijmering: datgene wat ‘Thor: Ragnarok’ en ‘Thor: Love and Thunder’ zo genietbaar maakt, namelijk die geslaagde mix tussen kletterende actie en burleske humor, vormt in zekere zin ook het grootste gevaar voor de dondergod. Jazeker, we hebben veel gelachen, gescháterd zelfs, maar tegelijk voel je dat de houdbaarheidsdatum van Waititi’s aanpak stilaan dichterbij komt.
Neem nu het verwijfde rokjesmoment (u zult straks in de bioscoop wel zien wat we bedoelen) in Omnipotence City: wij vielen bekans uit ons stoeltje van ‘t lachen, maar laat Waititi in een volgende film het toerental van de slapstick nog een héél klein beetje opvoeren en we zitten in een pure klucht. En dat is dan misschien óók weer niet de bedoeling. Hier valt zelfs een vergelijking te trekken met het landende stoomstrijkijzer uit ‘Star Wars: Episode VIII: The Last Jedi’: ‘t was een geniale visuele grap, maar tegelijk voelde je dat regisseur Rian Johnson met die kolder op ‘t randje zat.
Maar luister! Daar barst de intro los van ‘Sweet Child o’ Mine’! Roep de Bifrost op, reis met de snelheid van Odins raven naar de bioscoop, en geniet met volle teugen van ‘Thor: Love and Thunder’!
‘Marx can wait’ ★★★☆☆
Requiem voor een tweelingbroer.
‘Vermijd je vroegere geesten,’ zo spreekt iemand in de derde aflevering van de Marvelserie ‘Moon Knight’. De gevierde Italiaanse regisseur Marco Bellocchio slaat die raad in de wind: in de autobiografische documentaire ‘Marx Can Wait’ probeert hij via een reeks gesprekken met zijn eigen broers en zussen te weten te komen waarom zijn tweelingbroer Camillo, een ogenschijnlijk vrolijke man, zich in 1968 van het leven beroofde. Het was misschien wat overdreven om er, behalve een vracht melige violen, een psychiater en een priester bij te sleuren, maar uit de archiefbeelden ontstaat niettemin een ontroerend portret van een neerslachtige jongeman die het gevoel had dat hij door zijn succesvolle broers niet werd gezien. ‘Niets van gemerkt,’ zo bekent Marco. ‘Hoe kán ik het niet hebben geweten?’ Ja, het is soms zwaar om de pijn uit het verleden op te graven.
‘Entre la vie et la mort’ ★★½☆☆
Waar zijn Delo en Belmondo wanneer je ze nodig hebt?
De Spaanse acteur Antonio de la Torre vertolkt in deze Belgische misdaadfilm een metrobestuurder in Brussel. Hoewel: voor een gewone metrobestuurder lijkt de man donders goed te weten hoe je een revolver ontlaadt, en in een lijf-aan-lijfgevecht staat hij even goed zijn mannetje als Jason Bourne. Regisseur Giordano Gederlini is voelbaar verkikkerd op ‘Heat’ en op het genre van de Franse polar: flikken schaduwen gangsters, zaklampen lichten op, zwarte auto’s zoeven door de nacht. Maar ofschoon er overtuigend ‘Police! Ne bougez pas!’ wordt geroepen, lukt het de cineast niet om het script te verheffen tot het broeierige kat-en-muisspel dat hem wellicht voor ogen stond. ‘Hecht je niet aan iets waar je niet binnen de 30 seconden van kunt wegwandelen,’ zegt De Niro in ‘Heat’. Wij waren ‘Entre la vie et la mort’ in 29 seconden vergeten.
FOMO ★☆☆☆☆
WTF?
Slechte horrorfilms kunnen amusant zijn, maar de abominabele Vlaamse slasherfilm ‘FOMO’, waarin tien irritante influencers meedoen aan een realityshow in een afgelegen villa, heeft op één bloederig scalpeermoment na helemaal níéts te bieden. Ondanks het gebruik van de rookmachine is er niets schrikwekkends aan het donkere bos waar de personages één voor één worden afgeslacht, en zelfs de schaarse schrikeffecten worden door beginnersfouten in de montage grondig om zeep geholpen. De makers schijnen niet eens te weten hoe suspense werkt: er is in ieder geval niets spannends aan om die influencers scène na scène na scène in een zetel te zien zitten zonder dat er intussen ergens enige dreiging ontstaat. Fijn dat er nu ook in Vlaanderen slasherfilms worden gedraaid, maar blijkbaar waren de producenten van ‘FOMO’ er als de dood voor om er iets stijlvols of geestigs van te maken.
Dankzij Humo steekt er geen andere onzin in je broek. Download nu de app van Humo en ontdek de interessantste verhalen, grappigste cartoons en scherpste meningen. Klik hier.