Film★★½☆☆
Een bordeel oogde zelden zo vreugdeloos als in ‘Madame Claude’ op Netflix
Ieder zijn mening natuurlijk, maar wij moesten toch even grinniken met die ene filmrecensent die zich in zijn review van ‘Madame Claude’ stoorde aan de parade van blote boezems en rampetampende lijven die zich naar zijn smaak iets te massaal hadden opgedrongen. Hallo, kieken met een stylo! Dat is dus alsof iemand zou sakkeren op ‘Star Wars’ omdat er te veel ruimteschepen in rondflitsen, of op het boerendrama ‘Jean de Florette’ omdat er net iets te veel landbouwgrond in beeld komt. Aan al die pilaarbijters die bij het aanschouwen van een naakte buste in een film een gezicht opzetten alsof ze een portie giftige lucht inademen: aangezien ‘Madame Claude’ zich grotendeels afspeelt in een bordeel, een plek waar de werkneemsters nu eenmaal de haakjes van hun beha’s zo vlot mogelijk uit de oogjes schuiven, lijkt het ons niet zo vreemd of onbetamelijk dat er, ter wille van de authenticiteit, af en toe eens een onbedekte derrière door het beeldkader wiegt.
Van gratuite naaktfilmerij kan men regisseuse Sylvie Verheyde overigens niet beschuldigen: daarvoor heeft ze te veel oog voor de schrijnende vreugdeloosheid waarmee de lichtekooien hun klanten berijden, voor hun van pijn vertrokken gezichten, voor de tranen die tijdens een vernederende sm-sessie uit hun ooghoeken opwellen. Maar of Verheyde ook een goede film heeft gemaakt? Hoho!
Wie af en toe Paris Match leest, of wie zoals wij ooit heeft genoten van Just Jaeckins erotische cultclassic ‘Madame Claude’ uit 1977 (muziek: Serge Gainsbourg!), weet dat Madame Claude het pseudoniem was van Fernande Grudet, een notoire luxehoerenmadam die haar sekswerkers niet alleen de geneugten van het bidet leerde, maar ook schimmige contacten met de onderwereld onderhield. Zoals vertolkt door Karole Rocher vonden wij Grudet een fascinerende figuur: tegelijk een ijskoningin die rijk wordt op de kap van kezende courtisanes, een eenzame ziel die over zichzelf beweert dat ze vanbinnen dood is, én een vrijgevochten krijgster wier vleugels, alsof ze té hoog heeft gevlogen, uiteindelijk door het mannendom in brand worden gestoken.
Het is Verheydes filmstijl die ontgoochelt: hoewel het übercoole materiaal pal voor haar neus lag – uitzinnige haarcoupes! Bakelieten telefoons! Smorende flikken en paffende gangsters! – komt ze niet verder dan een saai tijdsdocument dat van de kijker nogal wat voorkennis vergt (de zaak-Markovic!). Het bordeelbezoek van Marlon Brando vormt een goed voorbeeld van Verheydes troosteloze regie: het is weliswaar leuk om te zien hoe de meisjes zich kirrend van opwinding in slagorde opstellen, maar kon Verheyde uit het tafereel echt niets méér puren, desnoods een flauwe knipoog naar het botervlootje uit ‘Last Tango in Paris’? Nu straalt de scène, en bij uitbreiding de hele film, een zekere vreugdeloosheid uit, alsof Verheyde bang was om het verwijt te krijgen dat ze van Grudets prostitutienetwerk een té swingende voorstelling heeft gemaakt. Als het gaat om steile afdalingen in de onderwereld, hebben Martin Scorsese (‘Goodfellas’, ‘Casino’) en Paul Thomas Anderson (‘Boogie Nights’) nochtans afdoende bewezen dat het perfect mogelijk is om spetterende cinema te combineren met snerpende wrangheid.
‘Madame Claude’ is nu te zien op Netflix.