FILM★★★1/2☆
Fast & Furious 7
Het slippende en gierende adieu van Paul Walker.
Toen begin 2013 een nieuwe episode in de ‘Fast & Furious’-reeks werd aangekondigd, waren we flink in onze nopjes: niet alle afleveringen zijn even memorabel, maar de combinatie Vin Diesel, glanzende carburatoren en strakke kontjes in strings blijft, op een campy manier, iets onweerstaanbaars hebben.
Toen gebeurde er een ramp: Paul Walker, Brian O’Conner in de film, knalde in Los Angeles met zijn Porsche Carrera GT met meer dan 160 kilometer per uur tegen een lichtpaal en was op slag dood. De opnamen werden stilgelegd; regisseur James Wan (een begaafde kerel: hij maakte de puike horrorfilms ‘The Conjuring’ en ‘Insidious’) en de studiobonzen van Sony Pictures begonnen via Skype driftig te overleggen over wat er diende te gebeuren. In de riolen van Facebook sisten enkele idioten: ‘Not so fast and furious now, huh Paul?’
Er werd beslist om de motoren opnieuw op te starten: Wan paste het script hier en daar aan, en Walker, wiens scènes voor de helft in the can waren, werd voor de rest van de draaiperiode vervangen door zijn broer, een body double, en de digitale effectenmachine. Het resultaat mag een technisch huzarenstukje worden genoemd: het valt echt niet te zeggen wanneer de echte Walker door het beeld loopt en wanneer zijn stand-in dat doet.
Weten dat je in feite naar een geest zit te kijken, maakt van ‘Fast & Furious 7’ een bijzonder vreemde kijkervaring, waarbij je niet alleen de auto’s maar ook het graf de hele tijd hoort zoemen. Zinnetjes als ‘Beloof me, Brian. Geen begrafenissen meer’ hebben een wel héél donkere resonantie, en bij elke actiescène waarbij zijn personage is betrokken, voel je onwillekeurig een soort macabere gespannen verwachting: is dit het? Is dit het moment waarop Brian O’Conner uit de franchise wordt geschreven?
Er hangt een naar benzinedampen geurende sluier van droefheid over het verhaal, maar gelukkig valt er ook heel veel ouderwetse fun te beleven. En dan hebben we het niet alleen over het geweldige openingsduel tussen de van testosteron welhaast uiteenspattende Dwayne Johnson en de in topvorm verkerende Jason Statham – die laatste heeft nog een appeltje te schillen met Dom Toretto (Diesel) en zijn team.
Wie de trailer heeft gezien, weet al dat er in ‘Fast & Furious 7’ enkele stunts zitten die alle verbeelding tarten, maar het zou verkeerd zijn om te schrijven dat de actie hopeloos over the top gaat. ‘Fast & Furious 7’ gáát niet maar ráást over de top, om terecht te komen in een hyperreëel universum waarin het perfect normaal is dat auto’s aan valschermen uit vrachtvliegtuigen worden gedropt en van wolkenkrabber naar wolkenkrabber springen. We zouden er niet eens van opkijken mocht Toretto in de volgende aflevering met z’n Lykan Hypersport enkele rondjes gaan rijden op de ringen van Saturnus. Hey, wij lieten onze Matchbox-autootjes indertijd óók van de schoorsteenmantel naar de sofa zweven – zo onrealistisch of ongeloofwaardig zijn die uitzinnige ‘Fast & Furious’-toestanden dus toch niet?
Nog meer fun: de dialogen zijn weer vintage ‘Fast & Furious’ (‘Blijf onder 9000 rpm! Na 60 meter gaan z’n zuigers eraan!’). Wanneer die goeie ouwe Kurt Russell opduikt als een op Belgisch trappistenbier kickende flik, lijkt het ineens alsof we in ‘The Expendables 4’ zitten. En tijdens het geweldig knap gefilmde duel tussen Walker en die boosaardige Aziaat krijgt ‘Fast & Furious 7’ zelfs even de allure van een Hong Kong-martialarts-flick van Tsui Hark.
Hoe Walker uiteindelijk naar de uitlaat wordt geloodst, moet u zelf maar ontdekken, maar weet dat wij warempel een traantje wegpinkten. We zullen wat week aan het worden zijn.
Bekijk de trailer van 'Fast & Furious 7'