FILM★★1/2☆☆
Guardians of the Galaxy Vol.2
Deze keer bracht zelfs de wasbeer ons aan het lachen.
‘Vol. 1’ liet ons ietwat ontgoocheld achter – de fans hebben het ons nog steeds niet vergeven – maar aangezien wij over grote herstellende krachten beschikken, keken we met goede moed uit naar de sequel. Weer sloeg de vonk niet over – en in ‘Vol. 2’ knetteren nochtans véél vonken, vuren en lichtflitsen.
Net zoals de vorige negentien superheldenfilms die sinds de eerste ‘Iron Man’ van de Marvel-fabrieksband zijn gerold, volgen ook de Guardians de welbekende Marvel Cinematic Universe-formule: de plot is makkelijk te volgen, de toon is lichtvoetig, zo om de tien minuten barst er een actiescène los, en op het eind krijgt u een groot vernietigingstafereel waarbij alle CGI-registers worden opengetrokken.
Wat de ‘Guardians of the Galaxy’-films hieraan toevoegen, is een rij maffe personages (waaronder een wasbeer en een twijg), een soundtrack die barst van de popklassiekers én een scherpe bocht richting doldwaze geinigheid; in ‘Vol.2’ zitten zelfs zoveel grapjes, gags en hilarische knipoogjes dat we eerder van een ruimtekomedie dan van een superheldenfilm kunnen spreken. Zelf dienden wij smakelijk te lachen met de droge chemistry tussen de wasbeer en de twijg, met het gastoptreden van die ene superkwast uit de jaren 80 én met de in het jaar 1980 gesitueerde proloog, waarin we een digitaal verjongde Kurt Russell (‘een Leiaatje doen’, zo heet dat sinds ‘Rogue One’ in het vakjargon) door Missouri zien suizen. Bericht aan de makers: toch opletten dat jullie in de volgende aflevering niet de richting van ‘Indiana Jones and the Kingdom of the Crystal Skull’ inslaan – die van de idiote slapstick.
Naarmate het verhaal vordert – onze vrienden reizen van The Sovereign via een quantumasteroïdenveld naar Ego’s Planeet – begint er zich evenwel een zekere ideeënarmoede af te tekenen. Een actiescène laten loszingen op de tonen van één of andere coole song: zoiets is twee keer leuk – wie ‘Mr Blue Sky’ van Electric Light Orchestra onder een begingeneriek zet, krijgt van ons een kus – maar regisseur James Gunn blíjft maar naar die truc grijpen.
En tijdens het laatste halfuur, dat volledig is gevuld met detonators, kettingreacties en ontploffende planeten, dachten wij toch even: ‘Alwéér?’ Alwéér een klok die – terwijl de Guardians al schietend heen en weer over het met digitale lichteffecten volgepropte scherm flitsen – aftikt naar alwéér een gigantische explosie? Dat viel ons toch wat tegen.
Al bij al valt te vrezen dat, zolang de formule honderden miljoenen dollars blijft opbrengen, zolang de oppermachtige producent Kevin Feige (hij die er als een klokhen over waakt dat de ingehuurde regisseur niet té ver van de door hem vastgelegde creatieve lijnen afwijkt) het bij Marvel voor het zeggen heeft, en zolang niemand bij Marvel openlijk zal toegeven dat de formule inmiddels tot op het merg is aangetast door roest en sleet, we de komende elf jaar (de planning van het Marvel Cinematic Universe ligt vast tot 2028) nog wel meer tikkende klokken te zien gaan krijgen. Maar goed, het enige wat hier écht telt, is dat de fans zullen smullen. Wat ons betreft: maar goed dat we over grote herstellende krachten beschikken.