Televisie★★★½☆
‘Help mijn borsten staan online’: De weeë geur van beginnerszaad
Het internet is een leuke plek. U kunt er muziek luisteren, nieuws eten en uitvlooien hoeveel Argentijnen de naam Van Thillo dragen (10). Daarnaast is het uw persoonlijke uitstalraam, en zo ook de fichebak van Mark Zuckerberg. Maar het méést is de digitale wereld natuurlijk de planeet waar men zich eindeloos kan vergapen aan overbelichte genitaliën, copulerende lijven, en de rekkelijkheid van hun endeldarm onderzoekende omaatjes - al dan niet tijdens de werkuren.
De VIER-serie wordt vanaf vandaag herhaald om 22.05 uur op NPO 3.
Evi Hanssen weet dat de chemische combinatie smartphone + social media + geilheid tot vervaarlijke explosies kan leiden, en maakte daarom 'Help, mijn borsten staan online', een vierdelige excursie naar de kwetsuren - fysiek, financieel, emotioneel - die een wifiverbinding de 21ste-eeuwer kunnen bezorgen.
In de eerste aflevering doctoreerde Hanssen op sexting. Het besluiteloze giecheltje waarmee jongeren reageerden op haar vraag of ze weleens pikante foto's versturen of ontvangen, deed denken aan de nerveuze schaamte waarmee mensen niet willen toegeven dat ze een abonnement hebben op Beerschot. Wat aandringen hielp. 'Er is al veel rondgegaan in Aalst,' sprak een tiener, eerder fatalistisch. Naast carnavalstoeten, om stemmen smekende politici en een nijdige variant van gonorroe bleek het ook om in vertrouwen gestuurde naaktfoto's van jonge meisjes te gaan.
Automutilatie, een zelfmoordpoging: een handvol bits en bytes kan de catastrofe inluiden. Dat bleek uit de getuigenissen van de vroegrijpe Kiara en de smoorverliefde Joline. Ze deden Hanssen het verhaal van hun circulerende foto's met een bewonderenswaardige maturiteit - die hadden ze vast liever wat later verworven.
Hanssen ging ook aan de andere kant kijken: ze sprak met Daan, een tiener die naaktfoto's van een meisje aan zijn vrienden had getoond. Het had hem een heuse huiszoeking opgeleverd. Zijn moeder zuchtte teleurgesteld. Ze zag het vast ook: de onvoldoende geluchte jongenskamer, de suffe schaamte na een potje rukken, de weeë geur van beginnerszaad. Hoeveel krokante zakdoekproppen er bij de huiszoeking aangetroffen waren, bleef onvermeld.
Het internet dementeert niet. Valerie, intussen 35, zag twintig jaar geleden al hoe haar foto's een leven begonnen te leiden dat ze niet voorzien had. Ze staan sindsdien op honderden pornosites over de hele wereld, soms mét haar naam en contactgegevens erbij. Haar ouders weten het nog altijd niet, zei ze, en ze is er als de dood voor dat die het ooit wél te weten zouden komen. 'Help, mijn borsten staan online' gaat ook over eenzaamheid.
'Iederéén doet het,' sprak Evi Hanssen tussendoor, met de door het leven gelooide blik van iemand die weet onder welke filter haar lingerieloze lichaam het best gedijt. Het waren in deze aflevering de pubers die het slachtoffer waren, maar in de rest van het vierluik - over respectievelijk grooming, catfishing en sextortion - zal blijken dat op vernedering geen leeftijdsslot staat.
Voorts is 'Help, mijn borsten staan online' bepaald geen promospotje voor de mannelijke seksualiteit. 'Hoer' en 'slet' bleken nog steeds gretig op meisjeshuid gepookte brandmerken - dat niemand zich te bemoeien heeft met andermans flamoes, is geen gangbaar filosofisch idee. En heren, even onder ons dit: hoe mákkelijk vernauwt zich toch ons bewustzijn, hoe snél daalt toch ons beschavingspeil, hoe lúllig holt toch ons bloed richting boxershort, zodra we gewoon maar de bolvormige uitstulpingen van een vrouwenlichaam te zien krijgen. Men laat bindweefsel, vet en melkklieren samenscholen, men omspant het geheel met een lapje huid en topt het af met een bruinroze button, en men heeft oorlog.